Buitenland 16 februari 2000

Dossier Oostenrijkse verkiezingen

Kwestie Oostenrijk speelt rol bij stellingname EVP in Parlement

Plannen Prodi krijgen instemming

Door drs. A. A. C. de Rooij
STRAATSBURG – De Europese Commissie heeft de instemming gekregen van het Europees Parlement (EP) met het vorige week gepresenteerde vijfjarenplan. Meest opvallend in het debat was de meegaande houding van de christen-democraten. Fractieleider Pöttering bleef steken in lof aan het adres van Prodi voor de beslissing van diens team om met de nieuwe regering in Oostenrijk gewoon zaken te doen.

De huidige commissarissen traden aan in september. Tot eind 1999 fungeerden zij als de vervangers van hun voortijdig vertrokken ambtgenoten uit de ploeg van Santer. Op 1 januari begonnen zij aan de voor deze EU-functionarissen normale zittingstermijn van vijf jaar.

Voor het eerst in de geschiedenis stelde een Commissie een 'regeerprogramma' op, zoals voorzitter Prodi de opsomming van doelstellingen en idealen graag aanduidt in zijn streven zichzelf te verheffen tot president van Europa. Gisteren wijdde het EP er in Straatsburg een discussie aan.

Geen spanning
Prodi omschreef die aan het slot als „krachtig, ernstig en constructief.” Zij miste echter de politieke spanning die zij de afgelopen maanden in de aanloop ernaartoe leek te krijgen. Het werd de voormalige Italiaanse premier niet lastig gemaakt. Hij zwaaide tijdens zijn betoog ouderwets met zijn armen, hief af en toe de vinger op om zijn woorden kracht bij te zetten en ontving aan het einde van de beraadslagingen een goedkeurend applaus.

In de achterliggende periode hebben vooral de christen-democraten, verenigd in de Europese Volkspartij (EVP), zich nogal eens kritisch over hem uitgelaten. Hij belooft veel, maar hij realiseert tot nu toe weinig, viel onder hen te beluisteren. Vorige maand weigerden zij de bespreking van het ”politiek manifest”, die oorspronkelijk voor toen op de agenda stond, doorgang te laten vinden omdat hij de voornemens alleen mondeling wenste aan te bieden en niet in de vorm van een schriftelijk document.

Gisteren daarentegen bejegende aanvoerder Pöttering, afkomstig uit de Duitse CDU, hem allervriendelijkst. „We zijn verheugd over de voorliggende nota. We gaan er in grote trekken mee akkoord. We onderschrijven de hoofdlijnen van het beleid”, luidde zijn conclusie. En CDA-afgevaardigde Van Velzen merkte in zijn bijdrage op: „Ik zou de heer Prodi willen feliciteren met zijn regeringsverklaring.”

ÖVP
De ontwikkelingen in Oostenrijk drukken sinds enkele weken een sterk stempel op EU-bijeenkomsten; en dat zal voorlopig waarschijnlijk niet veranderen. Op de achtergrond speelden zij ook een belangrijke rol in de jongste gedachtewisseling in het Parlement.

De christen-democraten worstelen intern met de vraag of de conservatieve ÖVP, die thans een coalitie vormt met de extreem rechtse FPÖ, deel mag blijven uitmaken van de EVP-familie. Met name de Duitsers vinden van wel. Zij ergeren zich aan het besluit van veertien lidstaten om de contacten met Wenen zoveel mogelijk te beperken. Zij beschouwen dat als een actie uit de koker van de socialisten, die qua aantal een dominante positie bekleden binnen het gezelschap van de regeringsleiders.

Zij kunnen veel beter uit de voeten met het standpunt van de Commissie. Die bepaalde twee weken geleden dat zij het kabinet van kanselier Schüssel niet in de ban doet en dat zij een gewone werkrelatie handhaaft. Die benadering strookt met de partijpolitieke lijn om de ÖVP niet te schorsen.

Pöttering werd gistermorgen bij de aanvang van de vergadering van het EP meteen al flink gekieteld toen een vertegenwoordiger van het Britse Labour bij de regeling van de werkzaamheden bij voorzitter mevrouw Fontaine plagerig informeerde of zij soms nog bericht had ontvangen van ÖVP'ers die niet langer tot de EVP-fractie behoren. Hij betitelde die vraag als „verbijsterend” en nam het onmiddellijk op voor wat hij pleegt te noemen zijn „Oostenrijkse vrienden.”

Tijdens het debat wist hij vervolgens Prodi in zijn armen te sluiten om daarmee zijn afkeer van een isolement van de buren uit de alpenrepubliek te onderstrepen. En tevens viel ook bij deze gelegenheid weer iets te proeven van de voortdurende tweestrijd tussen de twee grote fracties in het EP sinds de Europese verkiezingen van vorige zomer.

„Wij zijn bondgenoten van de Commissie”, aldus de EVP-voorman. „Als ze goed haar werk doet, zwaaien we haar lof toe; vooral als ze, zoals we nu zien, optreedt als bewaker van de verdragen.” Om daarna te laten merken dat hij hiermee doelde op de kwestie Oostenrijk: „Aan de verdragen moeten we ons houden. Ze zijn glashelder. Ook Oostenrijk heeft ze niet overtreden. Pas als het dat wél doet, zit de vork anders in de steel.” En verder: „Het is geen tijd om te isoleren. We dienen binnen de EU juist landen bijeen te brengen. Zij hebben allemaal dezelfde rechten.”

Subsidiariteit
De Europese Commissie ontvouwt in haar programma vier strategische doelstellingen. Zo streeft zij naar het vestigen van stabiliteit met vrede en veiligheid op het continent. De beoogde uitbreiding met landen uit het voormalige Oostblok en het tot stand brengen van een gezamenlijke defensiemacht nemen in dat kader een voorname plaats in. Zij probeert de economie te versterken, in het bijzonder door het stimuleren van technologische vernieuwing, en in het verlengde daarvan de sociale omstandigheden naar een hoger niveau te tillen. Een betere levenskwaliteit geldt eveneens als prioriteit. Daarbij moeten we denken aan zaken als voedselveiligheid, bestrijding van de criminaliteit en bescherming van het milieu.

Een verrassend element uit het meerjarenplan betreft het pleidooi voor wat heet „nieuwe vormen van Europees bestuur.” Prodi en zijn college omhelzen het zogenaamde subsidiariteitsbeginsel. Dat houdt in dat beslissingen hun beslag krijgen zo dicht mogelijk bij de mensen en dat de lidstaten alleen taken naar Brussel overhevelen als behartiging daarvan op bovennationaal niveau voordelen oplevert.

Prodi heeft, zo vertelde hij gisteren, de commissarissen gevraagd te analyseren welke werkzaamheden de Commissie kan afstoten. Volgend voorjaar zal zij een witboek publiceren met haar conclusies. „We willen ons concentreren op de kernactiviteiten. Ons doel is: een efficiënter bestuur en de participatie van de burger daarbij bevorderen”, aldus de voorzitter.

Waarden
Veel bijval op dit punt was er van de zijde van RPF/SGP/GPV. „Het is de hoogste tijd dat de EU-instellingen zich beperken tot werkelijk grensoverschrijdende problemen en stoppen de Europese kar op te tuigen met bevoegdheden die zij aan nationale overheden onttrekken”, verklaarde R. van Dam in het debat.

Maar tegelijk is er twijfel. De Deense fractievoorzitter Bonde van Europa van de Democratieën in Diversiteit (EDD), de groepering binnen het EP waarbij de vertegenwoordigers van de kleine christelijke partijen zijn aangesloten, verwoordde dit: „U kunt niet bewerkstelligen wat u belooft, denk ik. U zegt decentralisatie toe, maar uw daden getuigen juist van centralisatie.”

Van Dam plaatste ook een principiële kanttekening bij het document van de Commissie. Dat stuk verwijst op verschillende plaatsen naar gemeenschappelijke waarden en normen. „De vraag rijst waar die aan ontleend zijn. Ik ben ervan overtuigd dat de Bijbel, Gods Woord, de enige zuivere bron van goede normen en echte waarden is. In de traditie van ons werelddeel is dat besef een belangrijk element, dat erkenning verdient.”

Zie ook:
EU-Commissie start dialoog met Europese burgers