Eerste parlementszitting
na vorming regering

WENEN – Het Oostenrijkse parlement is gisteren voor het eerst na het aantreden van de regeringscoalitie met de extreem rechtse FPÖ bijeengekomen. Het parlement hield een buitengewone zitting onder strengere veiligheidsmaatregelen.

Het belangrijkste punt van de zitting, bijeengeroepen door de oppositiepartij de Groenen, was een motie van wantrouwen tegen bondskanselier Schüssel. De Groenen verwijten Schüssel, partijleider van de conservatieve ÖVP, dat hij niet genoeg heeft geluisterd naar de internationale kritiek voor hij een coalitie vormde met de FPÖ van Jörg Haider. „Voor het eerst in de geschiedenis heeft een regering, nog voordat ze aan de slag gaat, het klaargespeeld om het land te isoleren.”

De ÖVP/FPÖ-coalitie heeft een ruime meerderheid in het parlement met 104 van de 138 zetels en de motie werd dan ook verworpen. De sociaal-democraten, die in de oppositie zijn beland, steunden het voorstel wel. De Groenen hebben slechts veertien zetels.

De veiligheidsmaatregelen rond het parlement waren versterkt. Alle bezoekers zijn gefouilleerd. De autoriteiten vrezen voor demonstraties tegen extreem rechts, aldus de nationale radio. In Wenen zijn sinds vorige week woensdag dagelijks protesten tegen extreem rechts.

Twee ministers die namens de FPÖ zitting hebben in de blauw-zwarte regeringscoalitie, hebben in het verleden verklaringen afgelegd of handelingen verricht die op zijn minst twijfelachtig mogen worden genoemd. Minister van Infrastructuur Michael Schmid subsidieerde in de provincie Stiermarken een ultrarechts blad waarvan de uitgever schuldig is bevonden aan ontkenning van de holocaust. Zijn partijgenoot van Justitie, Michael Krüger, omschreef de dodenkampen van de nazi's eens als „strafkampen voor burgers.”

Beiden hebben hun woorden of handelingen tegenover media gerechtvaardigd. Krüger zei maandagavond tegenover de Oostenrijkse staatstelevisie dat zijn commentaar op de dodenkampen uit de context was gehaald. Het weekblad Format meldde dat Schmid zeven jaar geleden had gezegd achter zijn besluit te staan om het ultrarechtse Aula te subsidiëren.

President Thomas Klestil wees vorige week twee kandidaat-ministers van de FPÖ af met het argument dat hun aanwezigheid in het kabinet de internationale oppositie tegen de blauw-zwarte coalitie zou aanwakkeren. Een van hen, Thomas Prinzhorn, had gedreigd Klestil „een bloedneus” te bezorgen als hij zou proberen de deelname van de FPÖ aan de regering te verhinderen. In een commentaar dat tegenstanders als racistisch kwalificeerden, zei Prinzhorn verder dat immigranten onder de vorige regering gratis „met hormonen werden behandeld (...) om hun vruchtbaarheid te vergroten.”

De andere afgewezen kandidaat, Hilmar Kabas, was verantwoordelijk voor de verkiezingsposters die de Vrijheidspartij plakte. Op de posters wordt gewaarschuwd tegen ”Überfremdung” (te veel buitenlanders).

Hans Magenschab, een woordvoerder van Klestil, suggereerde dat de president ook Schmid en Krüger zou hebben afgewezen als hij geweten zou hebben van hun laakbare gedrag.

Een medewerkster van het Documentatiecentrum van het Oostenrijkse Verzet, Brigitte Baier, omschreef Aula als een blad dat qua ideologie tegen het extreem rechtse gedachtegoed aan hangt. „Aula publiceerde altijd rechtse oproepen van extremisten”, zei Baier.