Recensie door H. G. Heiden - 29 september 1999
Van gedaagde voor de krijgsraad
tot chef-vlieger van Europa
Hoewel buiten luchtvaartkringen de naam Anthonie van Ulsen (85) slechts weinigen iets zegt, blijkt hij de verpersoonlijking van een vlieger van de oude stempel te zijn. Uit zijn biografie komt het beeld naar voren van een nogal heetgebakerde (jonge) man die al vroeg een zeer eigen mening had en die in de luchtvaart met pionieren zijn sporen heeft verdiend. Voorzover bekend is Van Ulsen thans de oudste oud-KLM-vlieger die nog een geldig vliegbrevet heeft.
Van Ulsen groeide op in de glorietijd van de luchtvaart. Op vijfjarige leeftijd bezocht hij de Eerste Luchtverkeers Tentoonstelling Amsterdam (ELTA) en in de jaren twintig was hij getuige van triomfvluchten van de KLM naar het toenmalige Batavia en van de solovlucht van Charles Lindbergh van New York naar Parijs. Vanaf die tijd heeft luchtvaart zijn leven gevormd. Vliegen kwam op de eerste plaats en daarna vliegen en nog eens vliegen.
Over zijn gezinsleven schrijft Van Ulsen nauwelijks. Hij trouwde in 1938, maar de naam van zijn vrouw noemt hij geen enkele keer. Wel verhaalt hij uitgebreid hoe hij in Nederlands-Indië in 1946 zich erg tot een stewardess voelde aangetrokken. Het koppel zocht beschutting voor een wat intiemer samenzijn in een schildwachthuisje dat door hun onstuimige uiting omtuimelde. Van Ulsen bevestigt het beeld dat vliegers in de burgerluchtvaart van die tijd er soms een discutabele moraal op nahielden.
Krijgsraad
Van Ulsen behaalde op 18-jarige leeftijd zijn sportvliegbrevet, waarmee hij op dat moment de jongste gebrevetteerde vlieger in Nederland was. Voor een vervolgopleiding tot verkeersvlieger werd hij enkele keren afgekeurd, omdat hij alleen een mulo-opleiding had. Uiteindelijk werd hij toegelaten tot de Kweekschool voor de Zeevaart in Amsterdam, waar ook een opleiding tot verkeersvlieger werd gegeven. In 1936 ging Van Ulsen bij de KLM als hulpbestuurder vliegen. Later dat jaar volgde hij op Soesterberg de opleiding tot reserveofficier-vlieger.
Heetgebakerd als hij was, kwam hij er in Zijn Soesterbergse tijd goed van af. Wegens roekeloos vlieggedrag moest hij een keer voor de krijgsraad verschijnen. Hoewel de procureur een boete van 200 gulden en intrekking van het burgervliegbrevet eiste, kreeg hij alleen een boete van 50 gulden. De procureur ging in beroep bij het hooggerechtshof, maar dat bevestigde de uitspraak. Albert Plesman, directeur van de KLM, kende een van de rechters en had tegen hem gezegd: Van zijn vliegbrevet blijf je af, want ik heb die vliegers hard nodig.
Zuinig op motortjes
Op de route naar Batavia leerde Van Ulsen hoe het vlieggeld opgevoerd kon worden. Vliegers werden toen per vlieguur betaald, met toeslagen voor starts en landingen. Nadat KLM-gezagvoerder Hondong Van Ulsen had gevraagd hoe laat de aankomst van de nachtstop in Rangoon zou zijn, maande hij: Je moet wat minder vermogen vliegen, want we moeten zuinig zijn op die motortjes. Minder vermogen betekent langzamer vliegen en op die manier landde het vliegtuig juist na zonsondergang. Zulke nachtlandingen leverden de gezagvoerder en de tweede bestuurder respectievelijk 7,50 en 3,75 extra op.
In de meidagen van 1940 nam Van Ulsen met een Fokker G-1 aan de verdediging van Nederland deel. In de nacht van 13 op 14 mei kreeg zijn detachement het bevel van het vliegveld Bergen naar Schiphol te gaan. Vandaar zou hij mogelijk naar Engeland uitwijken. Onderweg naar Schiphol botste Van Ulsen tegen een tegemoetkomende, geheel verduisterde vrachtwagen, wat hem een verbrijzelde knie opleverde. Tijdens de bezetting was hij een heel verdienstelijk verzetsman.
In 1946 werd Van Ulsen gezagvoerder bij de KLM. In 1965 ging hij als chef-vliegdienst Europa vervroegd met pensioen, waarna hij havenmeester-instructeur bij de Vliegclub Teuge werd. Daarna was hij nog ruim zeven jaar chef-vlieger bij de Philips Vliegdienst in Eindhoven. Sinds 1973 woont en vliegt Van Ulsen in Frankrijk.
|