Boekrecensie

Titel: Tekenen op zee. Reizende kunstenaars en creatieve zeelieden
Auteur: R. Daalder en G. de Graaff

Uitgeverij: Walburg Pers
Zutphen, 1999
ISBN 90 5730 081 8
Pagina's: 128
Prijs: ƒ 49,50

Recensie door drs. J. E. Korteweg - 29 maart 2000

Kunstenaars aan boord

Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam beschikt over een grote collectie tekeningen die op een of andere manier verband houden met de zee. In het onlangs verschenen jaarboek staat een aantal varende kunstenaars en andere creatieve zeelieden centraal. Op die manier wordt een aardige dwarsdoorsnede getoond van een wat onderbelicht gebleven deel van de museumcollectie.

De auteurs, van wie de een historicus-conservator is en de ander kunsthistoricus-kapitein ter zee b.d., geven in een inleidend hoofdstuk een indruk van het wie en waarom van de maritieme tekenkunst. Het gaat hen uitsluitend om beeldmateriaal dat gedurende een zeereis is ontstaan.

Al in de zestiende eeuw werden door zeevarenden kustvormen vastgelegd en in gidsen uitgegeven. Aan het eind van die eeuw verschenen de eerste geïllustreerde reisverhalen in druk. In de achttiende en de negentiende eeuw waren het voornamelijk marineofficieren die hun, tijdens de opleiding gestimuleerde, tekentalenten ontplooiden. Veel van hun werk was amateuristisch. Soms begaven zich professionele tekenaars aan boord van een schip met bijvoorbeeld een wetenschappelijk doel.

Historische bron
In de inleiding wordt de nadruk gelegd op het belang van de maritieme tekeningen als historische bron. Tot nu toe is hiernaar weinig onderzoek gedaan, terwijl veel tekeningen volgens de auteurs unieke informatie bevatten. Jammer is dat dit punt in het vervolg van het boek niet wordt uitgewerkt. De voorbeelden die aan de orde komen, worden geen van alle als historische bron beschouwd, hooguit wordt de artistieke waarde besproken.

Opvallend, en misschien ook wel begrijpelijk, is dat zo weinig kunstenaars uitsluitend het zeewater verbeelden. Bijna altijd zijn er schepen of kusten te zien. De enige uitzondering is Oscar Mendlik (1871-1963), die veel studies van golven maakte. Waar eveneens relatief weinig tekeningen van zijn, is het interieur van het schip, hoewel een kunstenaar zoals Flip Hamers (1909-1995) soms een machinekamer of een hangar van een vliegdekschip tekende.

Allerlei tekenaars komen in het boek aan bod. Soms is er heel weinig over hen bekend. Creatieve chirurgijns, officieren en passagiers brachten ieder op geheel eigen wijze het zeemansleven in beeld. Vooral de marine krijgt in het boek veel aandacht, maar er wordt bijvoorbeeld ook een hoofdstuk gewijd aan Louis Apol (1850-1936), die in 1880 een poolreis met het onderzoeksschip ”Willem Barents” maakte. Net als Oscar Mendlik behoorde hij tot de professionele kunstenaars. Aardig is het verhaal van de tekenende arts Willem Melchior (1898-1962), die kort na de Tweede Wereldoorlog het leven aan boord van de walvisvaarder ”Willem Barendsz” vastlegde en van spraakmakend commentaar voorzag.

Het boek besluit met de beschrijving van twintig werken uit de collectie van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum. Dit gedeelte wekt een wat willekeurige indruk en staat los van het voorgaande. Een uitgebreide literatuurlijst en een register bekronen een fraai verlucht en prettig leesbaar jaarboek.