Boekrecensie |
Titel: De oudste bestuursregisters van het Hoogheemraadschap van Rijnland 1444-1520; regesten van de handelingen van dijkgraaf en hoogheemraden Auteur: J. H. M. Sloof Uitgeverij: Hoogheemraadschap van Rijnland Leiden, 1999 ISBN 90-72381-07-6 Pagina's: 488 Prijs: 40, alleen verkrijgbaar bij het Hoogheemraadschap van Rijnland te Leiden
|
Recensie door V. Erdin - 3 november 1999
Een kerkgebod van de dijkgraafDe dijkgraaf meldde in juli 1488 door middel van het kerkgebod dat het hek aan de Lambrechtslaan in Leiderdorp, bij het huis van Gerrijt de Bruijn, weer mag hangen, net zo lang als dat het hoogheemraad dat nodig acht. Het kerkgebod is een afkondiging in de kerk van een verleende vergunning waarvoor de dijkgraaf toestemming heeft gegeven. Het is slechts één voorbeeld van de vele afgekondigde kerkgeboden die staan te lezen in het boek van archivaris J. H. M. Sloof van het Hoogheemraadschap van Rijnland in Leiden. Ondanks het wat stoffige imago van een hoogheemraadschap is het boek lezenswaardig. Ook de titel geeft niet direct al zijn geheimen prijs: De oudste bestuursregisters van het Hoogheemraadschap van Rijnland 1444-1520; regesten van de handelingen van dijkgraaf en hoogheemraden. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is gevestigd in Leiden en het oudste hoogheemraadschap in Nederland. Archivaris Sloof heeft met het bestuderen van de oudste bestuursregisters een groot deel van de geschiedenis van Rijnland in beeld gebracht. Behalve over het hoogheemraadschap zegt het ook iets over de geschiedenis van een groot gebied in het graafschap Holland. Globaal strekt het gebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland zich uit van Leiden, Leidschendam. Gouda, Alphen aan den Rijn, Haarlemmermeer, Noordzeekanaal (voormalige IJ) en dan langs de kust naar Wassenaar. Tal van namen van personen en plaatsen komen in het boek voor. De naam Jacobswoude is nu bekend van een gemeente die sinds 1991 bestaat. Toch moet de naam al in 1450 bekend zijn geweest, in dat jaren vissen de vissers van Jacobswoude in strijd met de keur.
Windrecht De archivaris begon in 1983 met het onderzoek naar de inhoud van de bestuursregisters uit 1444-1457. De opsomming van de gebeurtenissen lijkt aanvankelijk niet bijzonder tot de verbeelding te spreken. Dat verandert naarmate onderwerpen met enige regelmaat voorkomen. Dan krijgt een persoon of een plaats een gezicht. Bij een hoogheemraadschap gaat het vooral om de staat van bruggen, sluizen en watergangen. Als een ingezetene zijn onderhoudsplicht niet na kwam of een functionaris beledigde, dan stond daar een straf op. Dat kon een geldboete zijn, een ronde lopen om de kerk, een bedevaart naar Rome of in het ergste geval een verbanning uit het gebied. Een voorbeeld van deze situatie staat op blz. 419: de veroordeling van Henrijck Jacopszoon uit Aalsmeer voor een bedrag van 10 pond. De veroordeling tot betaling wordt uitgesproken op 4 augustus 1519. De dijkgraaf doet er nog een schepje bovenop: niet allen de geldboete maar ook een bedevaart naar Rome door Henrijck Jacopszoon. Hij moet voor 1 november 1519 zijn vertrokken. Bij terugkomst moet de man een bewijs kunnen overleggen waaruit blijkt dat de bedevaart ook daadwerkelijk is afgelegd. Mocht hij dan nog in gebreke blijven, dan volgt verbanning buiten het gebied van het hoogheemraadschap. De zaak wordt aangehouden tot 14 maart 1520. Helaas geeft het boek ons geen uitsluitsel over wat er toen gedaan is met Henrijck Jacopszoon uit Aalsmeer. Buitengewoon gevoelig is de dijkgraaf ook voor misstanden bij de Grote Sluis van Spaarndam. Daar liggen het IJ en de Haarlemmermeer. Een woeste kolkende watermassa. De sluis moet hoe dan ook in orde zijn.
|