Boekrecensie |
Titel: De mensenmaatschappij Auteur: Abram de Swaan Uitgeverij: Bert Bakker Amsterdam 1998 ISBN 90 351 1659 3 Prijs: 29,90
|
Recensie door W. P. van Kempen - 6 januari 1999
Prof. Abraham de Swaan duidt afhankelijkheid niet negatief
Onderling verbonden mensenDat mensen afhankelijke wezens zijn, is algemeen bekend, zij het niet algemeen geaccepteerd. Die afhankelijkheid beperkt de zelfstandigheid en daarmee de eigenheid van de mens. Toch heb ik het gevoel dat die afhankelijkheid nogal eens te negatief geduid wordt. Abraham de Swaan doet dat in De mensenmaatschappij bepaald niet. Sterker nog: het kernwoord van dit boek is: interdependentie, anders gezegd: onderlinge afhankelijkheid. Het begint reeds op een van de eerste bladzijden, waar De Swaan schrijft: Samenlevingsverbanden bestaan uit mensen die door onderlinge afhankelijkheden verbonden zijn. Met andere woorden: samenlevingen bestaan uit interdependente mensen. In het eerste hoofdstuk geeft de Amsterdamse hoogleraar op een zeer leesbare wijze aan dat het mensenleven mogelijk is als voldaan is aan een zestal sociale bestaansvoorwaarden. Hij noemt bekende als de behoefte aan voedsel, beschutting en bescherming, maar ook wat minder voor de hand liggende als de behoefte aan affectie (= genegenheid en achting), kennis en sturing. Over dit laatste schrijft hij: kennelijk moeten mensen zichzelf leren sturen om in de samenleving te kunnen overleven en daar hebben ze anderen voor nodig, eerst direct, later vooral indirect. En ook hier zijn de afhankelijkheidsverhoudingen het sterkst in de kleine kring van het gezin.
Netwerk Hoe ver gaan die netwerken? De Swaan noemt een aardig getal. Elk volwassen mens kent wel zo'n duizend mensen van naam en gezicht. (blz. 31) En als die op hun beurt ook weer zoveel mensen kennen, dan kan een toevallige ontmoeting in Zwitserland gemakkelijk leiden tot de uitroep dat de wereld toch maar klein is. In het derde hoofdstuk (Wat mensen van elkaar verwachten) wordt de Thomas-regel geïntroduceerd. Deze regel, vernoemd naar de Amerikaanse socioloog W. J. Thomas, luidt als volgt: Als mensen verwachten dat iets gebeurt, dan hebben die verwachtingen gevolgen voor wat er gebeurt.
Betrokkenheid De mensenmaatschappij wil de betrokkenheid van mensen op elkaar en op het geheel verhelderen. Naast de drie reeds genoemde benaderingswijzen in de eerste hoofdstukken beschrijft De Swaan de betekenis van de stratificatie, de gelaagdheid in de maatschappij, waarin de bekende voorbeelden als slaven-, kaste-, standen- en klassenmaatschappij kort besproken worden. Hij schrijft over hoe mensen elkaar vormen, door middel van socialisatie van jongeren, hoe mensen zich in deze wereld oriënteren door geloven, weten en bedenken. Naast deze richtpunten, die vooral de unieke plaats van de mens in het geheel betreffen: verantwoordelijkheid en afhankelijkheid, zijn er veel andere invalshoeken. Daaruit blijkt dat er talloze netwerken, relaties, verbanden, krachten op het samenleven van (groepen) mensen in de maatschappij van invloed zijn. Daarbij worden begrippen als coördinatie, concurrentie, collectieve actie (met een aardig verhaal over terpbewoners die er maar niet toe konden komen om een dijk te bouwen) genoemd, evenals de bekende begrippen als arbeidsdeling, marktvorming en monetarisering.
Spelenderwijs Wat is het aardige van dit boek? Mijns inziens dat het op een herkenbare en overzichtelijke wijze de plaats van de mens in de (moderne) maatschappij aangeeft. Uit de opsomming van delen van de titels van de verschillende hoofdstukken blijkt dat Abram de Swaan dat op diverse manieren doet. Daarbij komt dat allerlei begrippen die wij in het spreken over (onze plaats in) de maatschappij gebruiken, haast spelenderwijs aan de orde komen. Ik wil dit boek waarderen als een soort 'leerboek'. Diegene die de moeite neemt De mensenmaatschappij rustig te lezen, en soms eens stevig met de auteurs in discussie te gaan, heeft daarna een breder maatschappelijk zicht. Wat dit betreft zou ik het docenten maatschappijleer aan willen raden. Het leent zich prima voor behandeling in de bovenbouw van havo en vwo. Dan komt die discussie vanzelf. De Swaan aarzelt niet om enkele evolutionaire lijnen te schetsen. Hij blijft, ondanks het sterk hypothetisch karakter, geboeid door de verhalen van krijgers en boeren. Hij stamt uit Norbert Elias' civilisatieschool. Dat komt in dit boek zo eenvoudig naar voren dat elke leerling (bijna elke) dit zal opvallen! Aanbevolen.
|