Boekrecensie |
Titel: Eerst de hoeve, dan het hart. De Nederlandse boerderij in verhalen, gedichten en foto's Redactie: Arie van den Berg Uitgeverij: SUN Nijmegen, 2000 ISBN 90 6168 593 1 Pagina's: 144 Prijs: 39,50
|
Recensie door Enny de Bruijn - 7 juni 2000
Gasten aan de boerentafelBoerderijen zijn in Nederland een stukje gekoesterd erfgoed. Bijna niemand woont nog op een boerderij, bijna iedereen heeft zijn herinneringen aan de hoeve van vader of grootvader, oom of achterneef. Schrijvers niet uitgezonderd. Ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Stichting Historisch Boerderij-Onderzoek schetsen beroemdheden als Voskuil en Rosenboom, Kopland en Matsier hun persoonlijke beeld van het landleven. Eén ding hebben ze gemeen: ze kijken met de ogen van de buitenstaander. De boer zelf doet er het zwijgen toe. Hoe zag het leven op het land er vroeger uit? Wat is de functie van een mestvaalt, een bleekveldje, een bakhuis of een moestuin? Hoe kun je zien of je een stolpboerderij, een T-boerderij of een kop-hals-rompboerderij voor je hebt? Wat betekent het om vandaag boer te zijn? Al die vragen laat het jubileumboek Eerst de hoeve, dan het hart onbeantwoord. De jarige stichting passeert geschiedenis en actualiteit, en kiest ervoor de literaire verbeelding van het landleven in kaart te brengen. In zijn inleidende hoofdstuk schetst Arie van den Berg de hoofdlijnen. De man van het platteland wordt enerzijds afgeschilderd als domme boer, onbehouwen, plomp, ongemanierd, hoofdrolspeler in de meest platte kluchten, maar anderzijds ook als eenvoudige landman, die ver van het stedelijk gewoel zijn dagen in vrede slijt, hoofdpersoon in de meest idyllische literatuur. Gelukkig mensch, wien 't is gegeven,/ Bij 't vreedzame en onnozele vee,/ Dat nooyt noch quaat, noch onrecht dee,/ In 't veld zijn dagen af te leven, schreef Jan Luyken.
Parttime landleven Hoe realistisch is het jubileumboek op dit punt? Arie van den Berg is kritisch over de lof van het buitenleven in vroeger tijden: Dat was pastorale klinkklank, over herders en herderinnetjes, en in het verlengde daarvan over de schijnidylle van het boerenleven. Maar zulke rimram werd nooit door herders of boeren zelf geschreven. Dat was het werk van rijkeluiszoontjes. Dat schept verwachtingen: als lezer mag je hopen dat de redacteur zijn best heeft gedaan om dit jubileumboek niet alleen door lyrische stedelingen te laten volschrijven. Maar helaas, in de rij met illustere namen zoek je tevergeefs naar een echte agrariër die de pen ter hand genomen heeft om met verve een realistisch beeld van het huidige boerenbestaan te schetsen. Robert Anker, Eva Gerlach, Maarten 't Hart, Willem van Toorn, Jojada Verrips, J. J. Voskuil en een stuk of wat andere beroemdheden... Kennelijk zijn schrijvende boeren zeldzaam dat was vroeger ook al zo. Hubert Korneliszoon Poot blijft een uitzondering.
Lama's Eerst de hoeve, dan het hart biedt behalve jeugdherinneringen ook anekdotische verhalen over het leven van de laatste keuterboertjes, gunt de lezer een blik in het landelijke bestaan van de randstadbewoner, geeft woorden aan het heimwee om verlies en kaalslag: De boerderij stond er niet meer, er was een doorzonwoning voor in de plaats gekomen. In het weiland liepen twee lama's (Betty van Garrel). Het laatste deel van het jubileumboek wordt in beslag genomen door fragmenten uit bekende romans en gedichten uit de afgelopen eeuw: Het wassende water van Herman de Man, Bartje van Anne de Vries, Kinderen van ons volk van Antoon Coolen, De boer zonder God van Jan H. Eekhout, compleet met zwartwitfoto's uit de oude doos.
Fraaie gebouwen Voskuil zegt het zo: Als we anderhalf uur later op het verlaten perron op de trein zitten te wachten, ruiken we zelfs daar nog de mestlucht van de bio-industrie, zoals je in Amsterdam in het voorjaar het hooi ruikt als in Waterland het gras gemaaid is. Landbouw en veeteelt hebben het karakter van industrie gekregen. Slechts de huls van een oud boerenhuis houdt hier en daar nog het verleden vast. Maar de boer zelf woont er niet meer.
|