Boekrecensie |
Titel: De binding Auteur: Daniël van den Bos Uitgeverij: Mozaïek Zoetermeer, 2000 ISBN 90 239 9023 4 Pagina's: 213 Prijs: 29,90
|
Recensie door drs. W. Wouters-Maljaars en E. van Dijkhuizen - 12 april 2000
Terug naar de school van vroegerDe pester en de gepeste, twee personen die elkaar ontmoeten in de roman De binding. De thematiek is blijvend actueel; pesten is van alle tijden. Ik weet niet of er groepen bestaan waarin het probleem totaal afwezig is. Daniël van den Bos geeft in De binding de thematiek op een bijzondere manier vorm. Een van de hoofdpersonen van zijn boek, Paul Keijser, een succesvolle, ambitieuze advocaat, wordt na een zakenreis afgehaald op Schiphol door een onbekende man, die hem naar de school van zijn jeugd brengt. De school is ingericht als een rechtszaal en Paul wordt er geconfronteerd met de andere hoofdpersoon van de roman, Nico, het slachtoffer van zijn vroegere pestpartijen. Het tribunaal neemt een aanvang in klas 6, waar Nico een verklaring van recht eist omdat hij schade geleden heeft door Pauls gedrag. Allereerst vindt een historisch-kritisch onderzoek in de 5e klas plaats; zijn Nico's ervaringen nu gebaseerd op feiten of niet? In de 4e klas ontkent Paul de rol van de ethiek; in iedere groep is een natuurlijke pikorde. Er moet immers een leider zijn in elke groep en hij is nu daar nu eenmaal uitermate geschikt voor. Dieper gaat het mes en Paul beseft dat hij zichzelf als de enige norm ziet. Eigenlijk bestaat hij alleen maar; iedereen die anders is, moet wijken.
Afgepast Heeft de roman literaire kwaliteiten? Een nadeel vind ik het afgepaste, gladde, schematische aspect ervan. Een voorbeeld is de zwartwitschets van de hoofdpersonen; Paul is onmiskenbaar het type van een hard, meedogenloos iemand en zijn hele gedrag hoort bij dit imago; hij heeft een voorkeur voor het stijgen bij het vliegen, hij flirt met elke mooie vrouw en zelfs zijn eetgedrag is opvallend luidruchtig en afstotend. Daartegenover is Nico een vluchtig aanwezig persoon, die het letterlijk voor elke bedreigende factor op een lopen zet en zich daarom ook niet met verve verdedigt. Alles past precies in elkaar; Nico gedraagt zich altijd als de gepeste en Paul is de pester ten voeten uit.
Zes dagen De literaire kwaliteiten zitten vooral in de vormgeving van het thema; het tribunaal en de magisch-realistische reis die Nico en Paul gedwongen moeten maken. Mede door deze vorm wordt de lezer steeds dieper in de problematiek ingevoerd en laat de roman de lezer niet meer los. De roman raakt je en verdient het om gelezen te worden. Alleen al om je bewust te worden van de gevolgen van (on)menselijk gedrag.
In zes dagen een echt mens Knap, flitsend, onthullend. Zomaar enkele nét iets te overdreven kwalificaties die Boekencentrum aan de vorige maand verschenen roman De binding meegeeft. Als het boek geen bestseller wordt, ligt het niet aan de uitgever. Die doet genoeg moeite om het debuut van Daniël van den Bos, in het dagelijks leven docent gezondheidsrecht aan de Christelijke Hogeschool Ede, bij het grote publiek aan te prijzen. De binding is een roman over pesten. Het onderwerp ligt goed in de markt. Zeker als het verhaal is geschreven door iemand die zelf als kind het slachtoffer van treiteren, spugen, slaan en schoppen was. Wat kan er dan nog misgaan met De binding? Van den Bos: Ik ben ontzettend benieuwd hoe de vakpers mijn boek beoordeelt. Het is al een maand uit, maar ik heb nog geen enkele recensie gezien. Zal het als literatuur worden aangemerkt? Dát is de vraag die mij bezighoudt.
Naamsverandering Na drieënhalf jaar Israël werkte Van den Bos vijf jaar bij Youth for Christ in Driebergen, een baan die hij zeventien jaar geleden verruilde voor het hbo-docentschap in Ede. Ook kerkelijk maakte Van den Bos een rondreis. Hij is van huis uit christelijk gereformeerd, voelde zich in de oecumenische gemeenschap van Nes Ammim als een vis in het water, werd terug in het vaderland opnieuw christelijk gereformeerd, vervolgens hervormd en nog weer later gereformeerd. Die laatste overgang hing samen met zijn verhuizing naar Ede. Het is een beetje onnozel van me, maar ik dacht dat je in Ede alleen stevig gereformeerde bond kon kerken; dat sprak me niet zo aan.
Eenzaam Op de lagere school, de Talmaschool in Arnhem, was Van den Bos het doelwit van stelselmatige pesterijen. Aandacht voor zijn probleem was er niet. Het werd altijd als een incident afgedaan. Pas tijdens zijn overspannenheid leerde Van den Bos het psychische leed uit zijn kinderjaren verwerken. Hij ontdekte ook dat er onder zijn studenten in Ede waren die kampten met soortgelijke traumatische ervaringen. Vooral dat laatste deed hem besluiten een roman over pesten te schrijven. Hoewel het verhaal op de Talmaschool speelt, is het boek geen autobiografie, stelt Van den Bos met nadruk. Sommige scènes zitten dicht bij het autobiografische, maar alle personen zijn bedacht. Het schrijven was voor hem ook geen therapie om het verleden te vergeten. Ik heb eerst mijn problemen verwerkt en ben daarna gaan schrijven.
Wegzwerven Als zeventienjarige noteerde Van den Bos in zijn dagboek dat hij schrijver wilde worden. Sinds die tijd heb ik van alles en nog wat gepubliceerd: artikelen, ingezonden brieven in kranten en een handboekje voor jeugdevangelisatie. In mijn computer zitten wel honderd ontwerpjes voor boeken, ideeën en stukjes. Toch bleef zijn debuut als romanschrijver lange tijd uit. Van den Bos kan er geen andere verklaring voor geven dan deze: Mijn leven liep nu eenmaal zo. Van den Bos schrijft zijn roman De binding in de ik-stijl. De hoofdpersoon is Paul Keijser, een keiharde advocaat, die door een vroegere klasgenoot, Nico Davids, wordt aangeklaagd als pester. Er volgt een heftig proces van zes dagen, waarin Paul met veel pijn en moeite zijn vroegere gedrag leert toegeven. Volgens Van den Bos zit zijn boek vol symboliek. Het getal zes is er een voorbeeld van. Het verhaal bestaat uit zes hoofdstukken van elk zes paragrafen. Het is niet moeilijk daarin een parallel met de zes scheppingsdagen te ontdekken. De hoofdpersoon, Paul, verandert in zes dagen van een kille, koude man, die alleen maar oog heeft voor uiterlijke dingen, in een echt mens, die zich werkelijk interesseert voor anderen. Daarom is mijn boek al een soort bekeringsverhaal genoemd.
Genesis 22 Het scheelde niet veel of de roman had De zes klassen geheten, naar analogie van de hoofdstukken. Een collega van Van den Bos bracht hem echter op een andere titel. Hij toonde mij een illustratie van Rembracht, Abraham offert Izaäk, als mogelijke voorkant voor mijn boek. Deze geschiedenis uit Genenis 22 is een soort sleutelverhaal in het boek. Joden noemen deze gebeurtenis: de binding. Ik vond dat bij nader inzien een prachtige titel. In het strafrecht speelt het begrip binding een belangrijke rol; denk aan de binding, zij het een negatieve, tussen dader en slachtoffer. Vanaf het moment dat Van den Bos een uitgever had, kreeg hij een ervaren auteur op z'n nek: Ronald Westerbeek. Hij heeft het manuscript gelezen en kwam met een zee aan kritiek. Dat was een ontnuchtering. Ik heb niet alles overgenomen, maar mijn boek is er wel beter van geworden. Wat vindt Van den Bos zelf van zijn roman? Ik schrijf korte zinnen; mijn dialogen zijn heel direct. Dat is tegelijk ook de kritiek van anderen: ik zou beeldender moeten schrijven. Ronald Westerbeek zei: Ik wil een vlieg omhoog zien kruipen in een straal van zonlicht op het schoolbord. Daar zit wel wat in. In mijn volgende boek, over de dood, ga ik dat ook zeker proberen. Ik ben een beginner, maar wel een die de smaak van het schrijven te pakken heeft.
|