Boekrecensie |
Titel: Met kinderen onderweg. Wegwijzer voor geloofsopvoeding in het gezin Redactie: Marja Bos-Meeuwsen en Henk van Dam Uitgeverij: Boekencentrum Zoetermeer, 2001 ISBN 90 239 0682 9 Pagina's: 261 blz Prijs: 37,50
|
Recensie door drs. S. H. Brons-van der Wekken - 29 mei 2001
Geloofsopvoeding komt uit in grote en kleine keuzes van elke dag
Het planten van een boomHet is tegenwoordig niet vanzelfsprekend dat kinderen van christelijke ouders wat betreft het geloof later dezelfde keuze als hun vader en moeder maken. Al vroeg komen ze met verschillende levensbeschouwingen in aanraking. Het lijkt erop dat je ook anders tegen de wereld aan kunt kijken dan je thuis leert. De christelijke visie komt daardoor onder druk te staan. Waar zoveel onchristelijke invloeden op de jeugd inwerken, is het meer dan ooit nodig hen van jongs af aan een goede basis mee te geven. De vraag is hoe je dit het beste doet. Bij uitgeverij Boekencentrum verscheen een handboek over geloofsopvoeding in het gezin. Vanaf welke leeftijd begin je met bidden, bijbellezen, spreken over God? Hoeveel kan een peuter al begrijpen? Vragen te over. Vandaar ook dat de laatste jaren meerdere boeken rond het thema geloofsopvoeding verschijnen. In Met kinderen onderweg geven zes auteurs hun visie. Ze schrijven voor ouders van kinderen tot en met twaalf jaar, met hier en daar perspectieven naar de toekomst. Volgens de achterflap heeft het boek drie delen, maar in de inhoudsopgave zijn slechts twee delen onderscheiden, al zijn de drie hoofdbestanddelen duidelijk te herkennen. Deel één gaat in op wat opvoeding is, hoe je het kind ziet en welke ontwikkelingen het doormaakt. Ook de bezinning op wat geloofsopvoeding is en op welke manieren je dingen aan je kind doorgeeft, krijgen hier een plaats. Het tweede deel handelt over het praktisch gestalte geven aan de geloofsopvoeding. Hoe geef je vorm aan de godsdienst thuis en in de kerk? Hoe praat je met je kinderen over God? Welk beeld van God breng je over? Hoe draag je bijbelse normen en waarden over?
Tuinman Iemand die snel wil weten hoe hij handen en voeten aan geloofsopvoeding kan geven, zal de neiging hebben bij het laatste deel te beginnen. Toch zijn de voorafgaande hoofdstukken niet overbodig, want ze vormen de basis waarop verder wordt geborduurd. Er zit een goede opbouw in het boek. Het neemt de lezer bij de hand via goede inleidingen en afrondingen.
Gevoelens Uitgebreid staan ze stil bij de ontwikkelingen die kinderen doormaken om zo beter bij hen aan te kunnen sluiten. Ze verstaan de kunst om puntig weer te geven wat in een bepaalde fase gebeurt. Leuk geïllustreerde vragen brengen de tekst dicht bij de eigen opvoedingssituatie. Het nodigt uit je eigen verhaal in te lassen. Om je ervan bewust te maken op welke manier iets in je eigen situatie gebeurt en hoe wenselijk dat is. De verschillende stadia in de verstandelijke, de morele en de emotionele ontwikkelingen komen aan de orde. De auteurs onderscheiden de categorieën baby, peuter, kleuter en schoolkind, waarbij ze de kleutertijd tot en met 6 jaar laten lopen. Zelf vind ik het meer voor de hand liggen om de onderscheiding het vroege schoolkind in te lassen. Zeker omdat er in de periode van 7 tot 12 jaar heel veel verandert. Als je ervan uitgaat dat een kind kan denken en doen zoals een volwassene, sla je de plank mis. Een kleuter benader je heel anders dan een schoolkind. Het plezier in opvoeden neemt toe als je als het ware in de huid van het kind kruipt. Het kind bloeit op als het op niveau aangesproken wordt en zal meer informatie van zijn ouders kunnen opnemen.
Pastoraal advies Ook in het geloof van kinderen zijn fasen te onderscheiden. Deze hangen nauw samen met de verstandelijke ontwikkeling. Van nul tot twee jaar wordt de basis van het Godsbesef gelegd, maar kan er nog geen kennis van God zijn. Dat komt pas als het kind taal ontwikkelt. Tot zes jaar nemen kinderen voetstoots van ouders aan wat ze over God horen. Hiervan vormen ze zich een eigen beeld dat vaak nog niet klopt met de werkelijkheid. Vanaf zes jaar gaat een kind meer lijnen in bijbelse verhalen ontdekken. Abstract denken is nog moeilijk. De kernbegrippen zonde en vergeving krijgen al wel meer inhoud. Deze kapstok van geloofsfasen is nuttig om niet te veel van kinderen te verwachten. Je hoeft niet al te verbaasd te zijn als kinderen op een kinderlijke manier vertolken wie God is.
Daden Omdat het leven zo vaak vervuld is met allerhande bezigheden en echte gerichte aandacht voor kinderen er makkelijk bij in kan schieten, voeren de auteurs een pleidooi hiervoor speciaal tijd vrij te maken. Ze introduceren hiervoor een nieuw begrip: gezinstijd. Dit is tijd waarin je iets leuks met je kind(eren) doet en met de dingen van God bezig bent. Het gaat er vooral om dat de kinderen het leuk vinden. Er worden allerlei ideeën van de hand gedaan om de aandacht van kinderen vast te houden.
Kerstman De sfeer kan een bedreiging vormen voor de eigenlijke inhoud. Het is belangrijk om door de sfeer heen te prikken en met z'n allen even bij de essentie van het kerstverhaal stil te staan. Mijns inziens kan er beter minder sfeer gecreëerd worden om de inhoud niet in de weg te staan.
Gaven Ik betwijfel of Paulus dit in onder meer de brief aan Korinthe zo bedoeld heeft. Kinderen hebben in de geschiedenis voor de twintigste eeuw nooit een aparte plaats ingenomen. Ze waren veel eerder volwassen en telden vóór die tijd niet mee. Het is dan ook goed te begrijpen dat de Bijbel geen speciale aanwijzingen voor kinderen bevat. Wel is er de opdracht aan ouders om de kinderen te onderwijzen. Oog hebben voor de jeugd is prima, maar niet zo dat gewijde vormen worden aangetast. Van kinderen kan mijns inziens zeker worden verlangd dat ze eerbiedig zijn bij zaken die ze (nog) niet kunnen begrijpen.
Verdrietige ervaringen Bijzonder is het laatste hoofdstuk over rouw- en verliesverwerking. Bij de gebroken werkelijkheid hoort het meemaken van verliezen. Ouders dienen hun kinderen niet voor verdrietige ervaringen af te schermen. Ze zullen hiermee op hun eigen manier om moeten gaan. Met kinderen onderweg is een uitstekend geschreven boek waarin veel over (geloofs)opvoeding wordt aangereikt. Er zijn hier en daar dingen waarover je van mening kunt verschillen met de auteurs. Dat hoeft geen belemmering te zijn om dit boek te lezen. Het stimuleert je na te denken over hoe je zelf het christelijke geloofsgoed aan je kind wilt doorgeven.
|