Boekrecensie

Titel: Herman de Man. Een biografie
Auteur: Gé Vaartjes

Uitgeverij: Aspekt
Soesterberg, 1999
ISBN 90 75323 41 7
Pagina's: 716
Prijs: ƒ 69,90

Recensie door drs. C. R. van den Berg - 8 december 1999

Biografie Vaartjes schetst ontluisterend beeld streekromanschrijver

Het raadsel Herman de Man

„Een zeer manische persoonlijkheid” noemt Gé Vaartjes de hoofdpersoon van zijn biografie. Hij schetst een soms ontluisterend beeld van Herman de Man (1898-1946), die vooral bekend werd als auteur van streekromans. De Man blijkt een fascinerende persoonlijkheid, bij tijden onbehoorlijk en onbetrouwbaar, vaak ook zwaar depressief en gefrustreerd.

Stelt u zich voor dat u, net als de Belgische schilder Karel Maes, na aan iemand onderdak te hebben verleend van uw logé een brief zou ontvangen met de volgende tekst:

„Mijnheer de Kapitalist,

U ziet onder uw canapé andere schoenen staan; dat waren de mijne; thans zijn ze van U. Vincent van Gogh schilderde gaarne versleten schoenen. Ik ben er van onder door. Wees nu redelijk en niet boos. Ik kon toch waarlijk niet op zulke versleten schoenen loopen. Eerst meende ik, dat uw schoenen mij te klein zouden zijn en ik nam mij voor een briefje in mijn schoenen te leggen met de mededeeling dat U blij mocht zijn dat ze mij te klein waren, anders zouden ze weggeweest zijn. En zie – nu zijn ze weg want ze passen. Dit is geen diefstal of wel diefstal; daar breek ik mijn hoofd niet over. (...) Kaiser Wilhelm stal vroeger wel eens een heel land en werd toch in Brussel gevierd. (...) De Engelsche regeering stal in Transvaal alle schoenen en schoonen die er in waren. Ik ruilde slechts. Meer dan schoenen had ik niet noodig, anders had ik nog meer meegenomen, dat is billijk. (...)

Veel groeten Mijnheer de Kapitalist. Leef in Vrede en beleef geluk met uw gestel en uw schilderdrift. Uw Herman de Man.”

Manufacturen
De auteur Herman de Man werd op 11 juli 1898 in Woerden geboren. Zijn ouders waren Herman Salomon Hamburger en Sara Cohen Schavrien. Op hun stambomen prijken alleen namen van Joodse voorouders. Herman werd in zijn jeugd Sal genoemd. Het gezin telde drie kinderen: Ies (Izaäc), Leentje en Herman. Pa dreef in Woerden een handel in manufacturen. In 1902 werd de zaak, bij gebrek aan succes in Woerden, aan de Polsbroekerdam voortgezet. In 1910 verhuisden de Hamburgers naar Oudewater, want ook in Benschop waren te weinig klanten. Sal vergezelde pa als deze „de boer op ging.” Sallies specialiteiten waren mollenvellen, antiek en lootjes.

Men kende hem in de wijde omgeving. Sal kon contact leggen met diverse karakteristieke dorpsfiguren; hun verhalen hoorde hij graag aan. Henri A. Ett liet in 1978 in zijn boek ”Herman de Man (Een poging tot reconstructie van zijn verhalend proza)” zien wie model stond voor welke romanfiguur. Sal Hamburger, die later voor zichzelf begonnen is, las heel veel. Met zijn vader kreeg Sal een geweldig conflict. Pa schreef zoonlief een briefje met de volgende inhoud. „Mijnheer, het ouderlijk gezag, dat gij met voeten treedt, duldt niet langer dat gij mij uitvreet.”

Reeds in zijn tienertijd voelde Sal zich een dichter. Dat hij weigerde zijn militaire dienstplicht te vervullen, kwam hem op twee jaar gevangenisstraf te staan. Na een malafide transactie was het verstandig een poosje naar België uit te wijken. Hier werkte Sal als journalist. Het pseudoniem Herman de Man heeft hij tijdens zijn Brusselse periode bedacht. In 1943, toen hij in Londen was, werd het zijn wettige naam.

In 1924 trouwde De Man met Eva Kalker, die eveneens van Joodse afkomst was. Na vele verhuizingen vestigden zij zich in 1930 in Berlicum bij Den Bosch, waar De Man bij uitgeverij Teulings werk kreeg. Inmiddels waren Herman en Eva rooms-katholiek geworden. Het botste nogal eens: de Hamburgers waren snel aangebrand. De huishouding was een ramp en een losse knoop kon een verbale orkaan doen losbarsten.

Radio Oranje
Bijna elk jaar verscheen een nieuwe roman, waardoor Herman de Man bekend werd. Hij verdiende ook geld door sportwedstrijden te verslaan voor het blad De Maandagmorgen en de KRO, zonder altijd in eigen persoon ter plaatse te zijn. De Man trok van tijd tot tijd naar de Franse Alpen om aan een nieuwe roman te werken. Zo ook in mei 1940, toen de oorlog uitbrak. Terugkeren naar Nederland was onmogelijk. Via Spanje en Portugal kwam hij in Londen om voor Radio Oranje te gaan werken. Na de zoveelste ruzie belandde Herman de Man op Curaçao, waar het plaatselijke radiostation Curom van zijn diensten gebruikmaakte.

Tragisch: inmiddels waren in 1942 Eva de Man en vier van hun kinderen vergast in Auschwitz. De zeventienjarige zoon Jan wist te ontsnappen en na een gevaarlijke tocht Frankrijk te bereiken, waar hij helaas alsnog door de SS werd gearresteerd en doodgeschoten. Bij thuiskomst na de bevrijding kreeg De Man het verpletterende bericht te horen dat zijn meeste gezinsleden niet meer in leven waren. Alleen Joost en Marietje, die waren ondergedoken, overleefden de oorlog.

Schrijven kon hun vader niet meer. Als reiziger voor een autohandel wist De Man de kost te verdienen, maar hij verlangde naar de dood. Die kwam voor hem reeds op 14 november 1946; het vliegtuig waarin hij uit Engeland van een zakenreis terugkeerde, stortte op Schiphol neer. Op de laatste tocht luidde men de klokken van rooms-katholieke en protestantse kerken. Herman de Man werd op het kerkhof van Oudewater begraven, in het hart van de streek die hij bij voorkeur beschreef.

Streekromans
De auteur moest vooral van de pen leven. Dat betekende vaak dat zijn werk snel af moest zijn om weer brood op de plank te hebben. Dit kwam de kwaliteit zelden ten goede. Bepaalde boeken –ik denk aan ”De zonen van de paardekop”– beginnen veelbelovend, maar hebben een zwak slot. De romans eindigen meestal met de woorden: „Nog niet”, waaruit blijkt dat hijzelf meende een hoger niveau te moeten nastreven. De Man schreef verder verhalen in opdracht. Er vloeiden kerstverhalen en ook reclame voor bedrijven uit zijn pen.

Herman de Man is echter vooral bekend geworden als auteur van streekromans. Hendrik Marsman had weinig op met dit genre; door het dialect en de onbekende sfeer van de streek zouden De Mans boeken volgens Marsman „bij Purmurend al onbegrijpelijk zijn.” Maar boeken van De Man zijn in diverse Europese talen vertaald, terwijl het oeuvre van Marsman nauwelijks meer wordt gelezen. Weinig auteurs hebben een eigen ”fanclub”, doch er bestaat een heel actieve Vereniging Herman de Man. Deze zag met belangstelling naar een te schrijven biografie uit. Van deze taak heeft drs. Gé Vaartjes, woonachtig in Boskoop, zich prima gekweten.

Vernietigde dossiers
Voor Vaartjes was het een handicap dat er geen archief van of over De Man bestaat. In de oorlogsjaren is veel vernietigd en gestolen toen z'n woning in Berlicum werd leeggehaald. Tal van gesprekken waren nodig met mensen die de auteur gekend hebben. Gelukkig waren ook brieven en andere materialen te achterhalen om een getrouw beeld te schetsen. Vaartjes kon niet op ieders hulp rekenen. In Berlicum was De Man geen geacht inwoner (er is zelfs geen straat die zijn naam draagt!). Terecht plaatst de biograaf vraagtekens bij het optreden van de lokale overheid bij de deportatie in 1942, waarbij geen Duitser betrokken was. Juist hierover bleken de dossiers niet compleet, of met opzet te zijn vernietigd! Ook bij anderen was het moeilijk gegevens te verzamelen. Vaartjes noemt zijn werkwijze een „tactvolle eierdans.” En hoe moest hij zijn bevindingen weergeven?

Wie een poging wil ondernemen het leven van een medemens te boek te stellen, komt ongetwijfeld op een zeker moment voor de vraag te staan of allerlei persoonlijke zaken in een biografie opgenomen moeten worden. De enige nog in leven zijnde dochter Marietje Bosserup-de Man (haar broer Joost, missiepater, is inmiddels overleden) gaf haar volle medewerking, ook toen zij wist dat diverse minder fraaie zaken beschreven zouden worden.

Ontluistering
Vaartjes' taak was allereerst de correctie van reeds bestaande levensberichten. Hij diende die aan te vullen met gegevens die nog onbekend waren. De mens De Man is door deze biografie voor zijn publiek niet sympathieker geworden. Men kan zelfs spreken van een ontluistering, want ook slechte daden en onaardige karaktertrekken behandelt Vaartjes eerlijk. Het is dus niet zo verwonderlijk dat ”Neêrlands nationale boekenwurm” Martin Ros na lezing verzuchtte: „Dit boek is een drama.” Maar ik wil Gé Vaartjes een compliment maken dat slechts werkelijk grote biografen toekomt. Hij blijft zelf op de achtergrond, is niet steeds belerend aanwezig, maar is deskundig, diepgravend en eerlijk te werk gegaan.

Welk beeld van De Man roept hij op? De biograaf wilde vooral een leesbaar verhaal vertellen dat op feiten gebaseerd moest zijn. Een eerlijke, objectieve biografie is anders van inhoud dan een heldenverhaal. Het beeld dat ons van de populaire auteur geschetst wordt, is helaas soms ontluisterend, onthutsend, ja zelfs shockerend te noemen. Zijn geldingsdrang veroorzaakte onbehoorlijke en onbetrouwbare gedragingen. (De schrijfster Top Naeff zou ooit gewaarschuwd zijn dat ze bij een bezoek van De Man de zilveren lepeltjes extra in de gaten moest houden!) Ik meen hem een fascinerende persoonlijkheid te kunnen noemen, die vaak zwaar depressief en gefrustreerd was en soms aan godsdienstwaanzin leed.

Manische persoonlijkheid
De kleine Sal Hamburger hoorde nergens bij. Hij bleef een vreemdeling tussen zijn roomse en protestantse dorpsgenoten, terwijl de oude Hamburgers soms als kat en hond leefden. De Man had regelmatig geldgebrek en was weinig spaarzaam als hij over een honorarium kon beschikken. Hij leefde intens en wilde graag opvallen door extreme daden. „Een zeer manische persoonlijkheid” noemt Vaartjes de driftige, impulsieve hoofdpersoon van zijn biografie, die hem boeit door zijn grote plastische vermogen en humor. In zijn jeugd was De Man een pacifistisch-socialistisch idealist. Maar Herman kon ook een goed vriend en een vrolijk vader zijn. Vaartjes spreekt van „het raadsel De Man.”

We beschikken nu over een ”complete biografie” van Herman de Man, een auteur die een biografie waard is. Het boek is chronologisch opgezet en goed leesbaar, maar het had beknopter kunnen zijn. Kenners zullen zeker bepaalde passages afkeuren, corrigeren of aanvullen en dat mag. Het zal niet eenvoudig zijn het werk van Vaartjes wezenlijk te verbeteren. Zelf vind ik de blik van de uit Zuid-Limburg afkomstige biograaf op het calvinisme niet diepgaand. Trouwens, ik vraag mij af of De Man er zélf wel in slaagde de karakters van de calvinisten in de vier waarden goed te beschrijven. Zij blijven doorgaans typen. Ik vind dat een nader onderzoek waard.

Vaartjes, die zelf graag biografieën leest, vond de vierjarige fase van gegevens verzamelen prettiger dan het schrijfwerk, een klus die hij in anderhalf jaar klaarde. De levensbeschrijving van Herman de Man prijzen we; het leven van Herman de Man niet.