Recensie door C. Bregman - 20 oktober 1999
De zin van een
mismaakt bestaan
Rie van Rossum was een christelijk auteur die haar grootste bekendheid verwierf in de jaren dertig, veertig en vijftig van onze eeuw. Zij is onder meer bekend geworden door haar romans De kloof zonder brug, De tinnen soldaat en Koosje Mansvelt. De schrijfster zelf en haar oeuvre zijn vrijwel vergeten. Daarom is het een verrassing nu plotseling geconfronteerd te worden met het boek Een lied in een vreemd land, dat zij waarschijnlijk niet lang na de Tweede Wereldoorlog geschreven heeft.
Graag had ik exactere gegevens over boek en auteur vermeld, maar de uitgever maakt dat onmogelijk. Uit niets blijkt dat we bij Een lied in een vreemd land met 'oud erfgoed' te maken hebben. Op geen enkele wijze wordt Rie van Rossum geïntroduceerd. Werkelijk alle essentiële en elementaire gegevens ontbreken. Ik kan alleen zeggen dat het boek in een verrassend handzame en fraaie pocket is uitgekomen, tegen een uiterst aantrekkelijke prijs.
Mismaakt
Samen met dit boek zijn ook vier andere 'ouwetjes', waaronder Laatste wagon van B. Nijenhuis, uitgekomen. Ik denk dat de uitgever hiermee een goed initiatief heeft genomen om waardevolle christelijke literatuur uit het verleden een nieuwe kans te geven. Met name voor de literair gevoelige jongelui is de uitgave van vijf rijksdaalders waarschijnlijk geen te grote aanslag op zakgeld of bijverdienste.
Die jongelui zullen echter eerder Nijenhuis dan Van Rossum kopen. Nijenhuis, vanuit de jaren vijftig en zestig, heeft iets moderns over zich, dat jongeren van nu nog herkennen. Ik denk dat de stijl die de oudere Rie van Rossum hanteert te ver van hen afstaat, te gedateerd is. Ook het onderwerp van dit boek van Van Rossum een halfmismaakt, halfwijs, eenzaam kind dat ondanks alles wat ze tegen heeft in haar korte leven toch een goede invloed heeft op haar omgeving zal de jongeren, vermoed ik, niet zo aanspreken.
Ouderen daarentegen die deze roman lezen, zullen dit boek kunnen waarderen als een vanuit ontroering geschreven requiem. Het laat de onvoorstelbare hardheid zien waarmee dit mismaakte kind, in uiterst akelige omstandigheden geboren, vrijwel vanaf de geboorte is verwaarloosd. Het is werkelijk een wonder dat ze in leven blijft. Door de moeder verwaarloosd, door de grootmoeder uitgebuit, door het dorp links gelaten, door schooljuf en schoolmeester verwaarloosd omdat er toch geen eer aan haar te behalen viel, door de bakkersvrouw op een schandalige manier geëxploiteerd... Alle ingrediënten voor een smartlap zijn aanwezig.
Goddelijk plan
Toch is het boek dat niet geworden; de schrijfster weet namelijk steeds op tijd te relativeren en het miserabele leventje van Niesje in een hoger kader, een hoger goddelijk plan, te plaatsen. Waarom werd dit kind geboren? De christelijke baker ziet er de zin nauwelijks van in, maar de ruwe dorpsdokter die nergens aan doet, plaatst de kwestie in het juiste licht: Het brengen is voor onze rekening, en het halen voor Onze-Lieve-Heer.
Wat is de zin van dit in knop gebleven leventje? Er zijn maar een paar lichtpuntjes in haar leven: de boerin van Bouwlust, bij wie het kind met haar schelle stemmetje leerde zingen; de bovenmeester van wie ze de buitengewoon boeiend vertelde verhalen uit Gods heilig boek hoorde, die ze als het ware naar binnen zoog; en Martha, de dochter van de boer en de boerin van Bouwlust, die haar opving toen alle steunpunten in haar geknotte leven wegvielen. Dat is het. Het wordt al lezend duidelijk dat het zo verwaarloosde kind niet oud zal worden. Maar het einde is toch verrassend. Het requiem verandert in een loflied, dat het lijden overstijgt: Halleluja, eeuwig dank en ere...
Het boek heeft me meer ontroerd en aangegrepen dan ik mezelf bekennen wil. Het is goed als deze uitgave gelezen wordt. Niet alleen om een vergeten schrijfster uit onze christelijke traditie een hernieuwde kans te geven, maar vooral als een hulpmiddel om de raadselachtigheden van het leven de plaats te geven waar ze horen: in Gods hand.
|