Boekrecensie |
Titel: Het teken van Sétna Auteur: Niek Bakker Uitgeverij: Mozaïek Zoetermeer, 1999 ISBN 90 239 9010 Pagina's: 252 Prijs: 29,90
|
Recensie door Jeannette Donkersteeg - 8 september 1999
Het teken van Sétna
De eerste bladzijden van Het teken van Sétna zijn typerend voor de 250 die volgen. Ze beschrijven Fergus, uitkijkend over het meer van De Grote Vis. Aan de overkant liggen de heuvels. De natuur is het zichtbare. Daarin verborgen schuilt het onzichtbare. De zon glijdt naar de rand van de aarde, verschuilt zich achter de bergen. De maan is na lange, donkere nachten gegroeid en weer een wiel van licht geworden. Juist daarom wordt deze nacht de volgende veeroof verwacht... Er dreigt iets in het begin van Niek Bakkers roman, die zaterdag tijdens de CLK-beurs gepresenteerd wordt. Het is de dreiging van geesten, goden en de mysteriën van de natuur. Het is ook de dreiging vanwege de gespannen verhouding tussen twee volken in het Ierland van de vierde eeuw: de Eoanachta en de Cennoca. In die wereld ontmoeten de Kelten het christendom. Fergus hoort bij de Eoanachta. In de nacht waarmee het boek begint, komen inderdaad de veerovers. Fergus vecht met een Cennoca, zijn schouder wordt verbrijzeld. Het is deze slag waardoor het volk hem na dit gevecht Fergus met de scheve schouder zal noemen. Toch speelt hij bij de ontknoping van dit verhaal een belangrijke rol. Bij de andere partij de Cennoca vraagt vooral de bard Sétna de aandacht. Sétna is weliswaar naar de Eoanachta overgekomen, maar zijn motieven zijn verre van zuiver. Dat vermoedt de wijze Labraid al, als hij op de plaats waar zijn kleinzoon Fergus met de bard vocht, de speld van Sétna vindt. Sétna was daar ook... Bewijzen dat Sétna niet te vertrouwen is, bestaan er vooralsnog niet. Raadsels zijn er des te meer. De god van de Eoanachta Borcho moet het volk helpen bij de strijd. Waarom wil Sétna Borcho niet alleen het bloed van dieren offeren, maar ook dat van de slavin Llabanda, een Britse prinses? Niek Bakker weet de lezer te prikkelen. Op het allerlaatste moment op de dag van 16 juli 340 redt opperpriester Laegaire Llabanda van de dood. Zij wordt niet geofferd, maar aan Borcho gewijd. Sétna is verbitterder dan ooit. Hij moet en zal behalve een groot land ook de door hem begeerde én gehate Llabanda in zijn bezit krijgen. Complotten, intriges en een bescheiden vleug romantiek vullen de pagina's. Achter het zichtbare schuilt echter het onzichtbare. Achter de strijd tussen de twee heidense volken schuilt de strijd tussen de duisternis Sétna en het licht, Llabanda, die belijdt: Jij, Fergus, gelooft in veel goden. Ik geloof in één God, de Almachtige, die hemel en aarde gemaakt heeft.; Een christen hoeft nooit meer te offeren, één offer was genoeg. Niek Bakker schreef geen voorspelbaar verhaal, maar een sfeervolle, spannende geschiedenis. Hij besluit niet met pasklare antwoorden of goedkope oplossingen. Op de laatste bladzijde hebben de Kelten zich (nog) niet bekeerd, maar Sétna is dood en Llabanda leeft.
|