Boekrecensie |
Titel: Voortgeschopt als een steen Auteur: Helene Nolthenius Uitgeverij: Querido Amsterdam, 1999 ISBN 90 214 7733 5 Pagina's: 164 Prijs: 45
|
Recensie door drs. C. J. van Linden - 1 september 1999
Biografie van LeonidasEen dichter die zijn eigen biografie schrijft, is niet iets bijzonders. Dat die levensbeschrijving een klaagzang is, ook niet. Maar de biografie van Leonidas van Tarente onderscheidt zich van andere. Althans, dat wil Helene Nolthenius ons doen geloven. Haar nieuwe roman Voortgeschopt als een steen is bijzonder opgebouwd. Zij laat de Grieks-hellenistische dichter Leonidas van Tarente, van wie zo'n honderd gedichten zijn overgeleverd, in de ikvorm zijn levensverhaal schrijven. Ongeveer honderdvijftig bladzijden lang vertelt hij, terugblikkend aan het eind van zijn leven, wat hij als zwervend dichter heeft moeten meemaken. Eerst als hofdichter van koning Pyrrhos van Epeiros. Na diens dood hoort hij in Koryphasion dat zijn vaderstad Tarente door de Romeinen is ingenomen. Het lot van zijn familie is onbekend. Via een droom krijgt hij van de godin Athene de opdracht om naar Athene te gaan. Leonidas kiest dan voor een zwervend dichterschap: een onzeker leven verkiest hij boven een vast inkomen. De titel Voortgeschopt als een steen is dan ook ontleend aan een van zijn eigen gedichten en slaat waarschijnlijk op Leonidas zelf. Via Olympia, Korinthe en Athene (dat over zijn hoogtepunt van klassieke cultuur heen is) komt hij in Klein-Azië terecht, waar hij uiteindelijk rond 220 sterft. Als in een raamwerk geeft de auteur in een Voorwoord en achteraf in een Verantwoording de nodige gegevens die je als lezer nodig hebt om het verhaal te kunnen begrijpen.
Kwetsbare keus Tegelijk is het een kwetsbare keus. Als auteur ben je bezig een verhaal achteraf te reconstrueren. Dan val je snel in de valkuil van anachronismen. Een voorbeeld daarvan staat op pagina 36: Het drama dat zich op die wijze afspeelde ( ) zou een klassieke tragedie waardig zijn geweest. Een ander gevaar is dat je als schrijver allerlei weetjes en feiten in het verhaal wilt stoppen. In Athene komt Leonidas bijvoorbeeld metoiken tegen. En passant legt hij aan zichzelf en de goden (voor hen schrijft hij, volgens Nolthenius in het Voorwoord, zijn biografie!) uit wat dat voor mensen zijn (pag. 56). En op pag. 59 zegt Leonidas, opnieuw tegen zichzelf en de goden: de stadsbestuurder die ze in Rome consul' noemen. Ook zit er wel een aantal toevalligheden in: in Athene ontmoet hij juist Kleanthes, en in Olympia Zeno: precies twee grootheden die er in die tijd op filosofisch gebied waren.
Voorkennis Achterin bevinden zich kaarten van Zuid-Italië, Griekenland en Klein-Azië, waardoor je je als lezer kunt oriënteren op de zwerftochten van Leonidas. De fijnzinnige humor van Nolthenius geeft het boek trouwens een eigen smaak. Dat maakt het tot een bijzonder werk!
|