Recensie door Tineke Kok-Fens - 17 maart 1999
Bundels over vriendschap,
liefde en genegenheid
Vriendschap mag nooit gemonopoliseerd worden. Het staat een vriend van je altijd vrij ook nog andere vriendschapsrelaties te onderhouden. Claimen is fnuikend voor een vriendschap. Eis je een vriend helemaal voor jou alleen op, dan is de kans groot dat je hem verliest... Deze wijze woorden zijn te lezen in het boekje van Hans Bouma Vriendschap is geluk hebben.
Samen met de schilderes Evelyne Dessens vond Bouma het de moeite waard aan de vriendschap een boekje te wijden. Niet met de bedoeling om het geheim van de vriendschap keurig te ontrafelen. Ze wilden alleen maar voorzichtig improviserend, wat dichter bij het geheim komen, zo wordt ons gemeld.
Dat die poging geslaagd is, blijkt wel uit het feit dat het boekje al zijn 29e druk beleeft. Een gebeurtenis die niet in de laatste plaats te danken is aan de schilderes Evelyne Dessens. Met haar schitterende, wat abstract aandoende tekeningen onderbouwt zij de teksten volledig.
Die teksten bestaan overigens uit een stukje proza of een gedicht. Omdat het geheel vrij horizontaal en soms ook wat te idealistisch getint is, sprak niet alles mij even sterk aan. De verwijzing naar Hem, Die ons Zijn vriendschap biedt, heb ik bijvoorbeeld gemist. Ondanks dat blijf ik het een origineel boekje vinden dat het als cadeautje zeker goed zal doen. Dat is trouwens al wel bewezen.
Nel Benschop
Van gans andere makelij is de nieuwste bundel van Nel Benschop Je ogen zijn zo vol licht. De titel (die verduidelijkt wordt in het eerste gedicht) is een regel uit het prachtige vers van Herman Gorter:
Zie je, ik hou van je
ik vin je zo lief en zo licht
je ogen zijn zo vol licht
ik hou van je, ik hou van je...
Nel Benschop schrijft in deze bundel over liefde en genegenheid. Ze koos uit haar werk een twintigtal gedichten over die thema's en voegde er elf nieuwe verzen aan toe. Ze gaan onder andere over de band tussen ouders en kinderen, de genegenheid (liefde) die vrienden en vriendinnen voor elkaar voelen en de relatie tussen God en mensen.
Het is vooral dat laatste wat het werk van Nel Benschop kenmerkt en dat ze ook steeds weer uitdraagt. Vanuit die relatie, die ze voor alles zuiver wil houden, kan ze lief hebben of Adieu zeggen tegen een liefde die niet geoorloofd is:
Adieu dat was het laatste, dat mij restte,
daarmee werd je gebannen uit mijn land
Nu ben je weg dat is misschien het beste.
Adieu! Adieu! Ik laat je in Gods hand.
Er is Nel Benschop wel eens verweten dat ze een probleemloos geloof zou hebben. Het gaat allemaal te gemakkelijk en te gladjes. De Vadernaam wordt te pas en te onpas gebruikt en als er moeilijkheden zijn, moet men maar bidden tot en vertrouwen op de Vader, Die heel het leven, dus ook jouw leven, in Zijn hand heeft.
Wie zo praat, heeft van het werk van Nel Benschop weinig begrepen. Tussen de regels door kan een goed verstaander opmerken dat het leed haar niet bespaard is gebleven. Ook Nel Benschop heeft diepe dalen gekend, heeft offers moeten brengen om de verhouding met God goed te houden. Dat heeft haar moeite en strijd gekost:
Ik heb je voor een tweede maal verloren
en nu deed het nog veel meer pijn.
Ik weet: ik mag niet bij je horen,
maar 'k zou zo graag nog eenmaal bij je zijn.
Pijn, hartenpijn. Nel Benschop weet ervan af en wellicht kan ze zich daarom zo goed inleven in de ander. Vanuit haar geloofsovertuiging bracht ze haar medemens in nood, door middel van de gave die God haar geschonken heeft, troost en steun te bieden, een Weg te wijzen die hoger voert, de Weg omhoog.
Taalzuiverheid
Niet alles in deze bundel is even sterk. Zo vind ik het gedicht Voor mijn ouders meer een rijmpje dat men op kan zeggen ter gelegenheid van een huwelijksjubileum dan een gedicht in de ware zin des woords. Dat brengt mij trouwens op de vraag: Heeft het werk van Nel Benschop literaire waarde?
Afgezien van het feit dat het algemeen bekend is dat de dichteres geen pretenties heeft in die richting, levert ze soms toch wel werk dat, dank zij haar taalzuiverheid en de uitstekende metriek, dicht aan het literaire grenst. Ik denk bijvoorbeeld aan het lyrische Rood bloeiende boom op bladzijde 25 en Strandwandeling in november bladzijde 23. Vooral in het laatste gedicht is de assonantie heel mooi.
Nel Benschop schrijft over het algemeen traditionele gedichten. Of, anders gezegd, ze maakt geen gebruik van moderne verstechnieken of bijzondere vormgevingen. In dat opzicht verricht ze geen baanbrekend werk, maar nogmaals: dat is haar doel niet. Haar streven is haar gave in dienst van de naaste te stellen en uiting te geven aan haar geloof in de levende God. Of, zoals ze het eens eerder uitdrukte:
Zo hoop ik dat mijn woorden zullen wezen
met iets van blijdschap, iets van licht erin
zodat ze duidelijk voor ieder zijn te lezen.
Dat heeft ze bereikt en bereikt ze nog steeds. Deze bundel is daar weer een lichtend voorbeeld van.
Jolanda Slager-Hoogstrate
Wanneer men een bundel toegestuurd krijgt met als informatie: Deze prachtige gedichten stijgen duidelijk boven het gemiddelde uit. Uitermate rijk en met een bijzondere diepgang, dan neemt men met meer dan gewone belangstelling zo'n bundel ter hand. Maar helaas, het bundeltje TEKENingen in tekst van Jolanda Slager-Hoogstrate dat volgens de introductie zoveel beloofde, gaf niet wat de verwachting aangaf. Niet dat er geen aardige gedachten geponeerd worden; in zekere zin is Jolanda Slager wel origineel bezig. Wat filosoferend benadert ze de liefde, de genegenheid voor haar kinderen, en haar leven met God. Maar of dat nu allemaal van zo'n bijzondere diepgang is, betwijfel ik. Het vers Vermenging benadert die term enigszins. Het Genade zij u en vrede sprak mij ook wel aan, evenals het laatste vers, dat geen titel draagt. Het is jammer dat de interpunctie zo slordig is. Punten en komma's worden hoegenaamd niet gebruikt. Nu hoeft dat op zich geen bezwaar te zijn, maar hier is het soms storend, evenals hier en daar de rijmdwang.
De titel vind ik wat raadselachtig en om op elke pagina dezelfde coverfoto te plaatsen, getuigt bepaald niet van creativiteit. Kortom: een bundeltje waar nog wel het een en ander aan te verbeteren valt om boven het gemiddelde uit te komen.
Tinie Goedhart
Het debuutbundeltje van Tinie Goedhart, Pluisjes in de wind, is uiterlijk heel mooi. De omslagontwerper Ton S'wart heeft eer van zijn werk. Keurig!
Tinie Goedhart schrijft gedichten over vriendschap, de betrekkelijkheid van het leven en de houvast die het geloof haar biedt. Wat mij opvalt in deze bundel is dat de schrijfster soms heel sterk begint, bijvoorbeeld:
Vriendschap
geeft ogen aan de afstand
een stem aan de stilte
Een gevoel
van saamhorigheid
't Verbreekt de kilte...
Daarna verliest ze het ritme en vervalt in een prozastijl die ze min of meer laat rijmen zonder echter op de zinsconstructie te letten. Hoewel de geestelijke inhoud wel aanspreekt, blijf ik het spijtig vinden dat men nu zo snel genoegen neemt met datgene wat men aan het papier toevertrouwt. Daarmee wordt de indruk gewekt dat de worsteling om het juiste woord op de juiste plaats te zetten, ontbreekt. Zo ook in deze bundel. Vaak worden opgeschreven gedachten (hoe mooi ook) ten onrechte gedichten genoemd, maar door zo te handelen, devalueert men het dichterschap en doet men tekort aan het begrip poëzie.
Het ware te wensen dat uitgevers zich eens wat meer gingen verdiepen in de techniek van de ware poëzie en vanuit die kennis strengere maatstaven aan zouden leggen eer ze tot uitgave overgaan. De dichter zou genoodzaakt zijn wat kritischer te staan ten opzichte van zijn of haar eigen werk.
|