Boekrecensie |
Titel: Permissie Auteur: Joke Verweerd Uitgeverij: Mozaïek Zoetermeer, 1999 ISBN 90 239 9005 6 Pagina's: 240 Prijs: 32,50
|
Recensie door P. J. Vergunst - 10 maart 1999
Manier waarop Indo's met elkaar omgaan verbaast me
Daar een rijkdom, hier een claimWaar is Joke Verweerd zelf in Permissie? Die vraag mag gesteld worden, want het lezen van haar boek is immers het bladeren in een familiealbum. In oma Moesina, Nonnie en Dee zit wel iets van mij. In het zorgzame van oma, in de zich afzettende houding van Nonnie en in de haar identiteit zoekende Dee. Ik hoop vooral dat er ook iets van mij zit in Suus, die los van de omstandigheden op God vertrouwt. Voor wie zich stoort aan het redelijk vaak voorkomen van het woord permissie in deze roman, zegt Joke Verweerd: Het vragen van permissie staat model voor de houding van de doorsnee Indo. De Indo vraagt er constant om. In feite zit er in zijn houding altijd iets afwachtends, een vraag om acceptatie. Heb ik permissie? In ónze spreektaal is het een plechtig woord. Bij de grootouders van mijn schoonmoeder, die behoorde tot de deftige tak van de familie, verliet men achteruitlopend de kamer en vroeg dan permissie. Haar nieuwste boek, dat donderdag bij de Indische boekhandel Van Stockum in Den Haag gepresenteerd werd, typeert Joke Verweerd als een psychologische roman over Indo's. Al jarenlang wil ik een verhaal schrijven over de problematiek die ik ken uit de familie van mijn man, omdat ik weet hoe moeilijk het is op te groeien in een cultuur die niet de jouwe is. Toen De rugzak klaar was, meende ik eraan toe te zijn.
Kaal en leeg In oktober en november 1997 bezocht Joke Verweerd Indonesië, absoluut nodig om een persoon goed in zijn omgeving te kunnen neerzetten. Ik schrijf anders over warmte nu ik weet hoe die warmte voelt. De overvloedige plantengroei kende ik alleen van de tv. Het is goed geweest dat ik wachtte met schrijven tot ik in Indonesië geweest was. Na mijn bezoek besefte ik wat de Indo's achterlieten en hoe koud het hier voor hen was, hoe kaal en hoe leeg.
U was al met het Indische familieleven bezig voordat de CPNB het Boekenweekthema, Familiealbum, bekendmaakte?
Kopi tubruk Het maken van kopi tubruk (dubbelgemalen koffie die moet bezinken) is heel iets anders dan het zetten van een kop koffie. Als Dee 's morgens bij oma Moesina komt, wacht oma tot Dee de eerste slok neemt. Dan is oma tevreden, dan kan ze verder, zo ontzettend afhankelijk zijn ze van elkaar. In Indonesië werkt de manier van omgaan met elkaar anders. Wat daar een rijkdom is, is onder Indische Nederlanders soms een claim. Hier zijn zij totaal op elkaar aangewezen. Naar buiten zijn ze Hóllandser dan Hollands. Ze hebben geweldig hun best gedaan om zich aan te passen, maar dat legt een grote druk op wat ze nog aan eigenheid hebben.
Overmaat aan gemis
Wat heeft Permissie gemeen met Van oude mensen de dingen die voorbijgaan van Louis Couperus?
Waar de romans van Louis Couperus gedrenkt zijn in de gedachte dat het noodlot de doorslag geeft, kiest Joke Verweerd een andere weg. Het radeloze van het geloof laat ik zien in het leven van oma, maar daartegenover moet voor mij Suus staan, vol vertrouwen op God, die in de kleine dingen God probeert te vinden om in de grote dingen te kunnen geloven.
Dubbele houding Indo's overleven dankzij het bewaren van hun eigenheid. Ze kunnen weliswaar Hollands lijken. Ben jij Indisch?, vraagt men vaak verbaasd aan mijn man. Nou, je moet hem eens binnen zijn familie zien. Indo's worden gekenmerkt door die dubbele houding. De Indo's waren de eerste groep buitenlanders die in ons land kwamen. Ze wisten vanaf het begin dat ze nooit terugkonden, dat ze móésten assimileren. Hun identiteit bewaarden ze voor de binnenkant. Dat is een verschil met gastarbeiders als Turken en Marokkanen, die in eerste instantie kwamen om geld te verdienen en later kapitaalkrachtig terug te gaan.
Harde voetstap Een bezoek aan Indonesië betekent voor Nonnie een grote stap in de aanvaarding van haar verleden. Ik geef de suggestie dat de verwerking in Indonesië plaatsvindt, maar of dat voor iedereen geldt, weet ik niet. Als Nonnie op de laatste bladzijde van het boek lacht, staat er daarom: Hoe vaak zal dat lachen nog huilen worden? Als je als kind zoveel gezien hebt, kom je er dan ooit van af? In die zin is de thematiek universeel. Ik denk dat het naoorlogse Indonesië vergelijkbaar is met het huidige Kosovo, met Bosnië. Niet weten uit welke hoek het gevaar komt, betekent een heel andere angst dan je vijand kennen. Ik hoop dat Permissie voldoende handvatten biedt voor niet-Indische mensen in het herkennen van gezinsstructuren.
Geloofwaardig Daartegenover staat Suus, die zich overgeeft aan God. Ik ben altijd op zoek naar mensen in wie ik geloofwaardig geloof kan leggen. Graag zou ik een boek over Suus schrijven, wier man om het Jappenkamp te overleven in zijn houding een Japanner werd, wier kinderen de maatschappij niet aankunnen. In Suus zit een stuk van mijn schoonmoeder, die in haar ellende het geloof overhield. Mijn schoonmoeder was in werkelijkheid duidelijker aanwezig dan Suus in Permissie. Ik koppelde een deel van mijn schoonmoeder aan de Javaanse houding die Suus heeft. Oma Moesina is duidelijk een Sumatraanse; dat is een heel ander type dan een Javaanse zoals Suus, die slikt, buigt, een denker met een innerlijke beschaving is. In Sumatra, waar mijn schoonmoeder vandaan komt, heerst een matriarchale structuur, bepalen de vrouwen de bruidsschat, regelen zij de zaak. In hen zit een grotere vaardigheid en weerbaarheid dan in een mens als Suus. Zowel oma Moesina als Suus vertelt dus iets over de mens die mijn schoonmoeder was.
Calvinistisch
Gaat uw hart uit naar het Hollandse of het Indische familieleven?
Waarom: toch ook?
Als Indo's zich eenmaal aan God overgeven, houden ze minder afstand, geven ze zich definitiever over. Ik heb de moeder van mijn schoonmoeder niet gekend, maar toen die zo blind was dat ze niet meer kon lezen, legde ze de Bijbel op haar hoofd, om de woorden van God in haar hoofd te krijgen. Daar geloofde ze in en daar leefde ze uit! Dan zeggen wij, domme Hollanders: Dat kan niet, dat komt zo niet door je schedelpan, maar als je het gelóóft, werkt het wel. Als je denkt dat God dichterbij is als je de Bijbel op je hoofd legt, dan moet je vooral vaak de Bijbel op je hoofd leggen. Op die manier ben ik wel Indisch geworden. Als ik God niet kan vinden, vind ik het fijn om de Bijbel gewoon vast te houden. Dan denk ik: er komt vanzelf wel een tekst naar binnen.
Geloofsontwikkeling
Permissie verscheen onder het L-label. Bent u daar blij mee?
Literatuur staat in onze cultuur haaks op christelijk. Nu hoeft men mijn boek niet christelijk te noemen, als men maar ziet dat er iets goeds van God in staat.
|