Boekrecensie

Titel: Vreemdelingen en bijwoners
Auteur: Cornelius Lambregtse
Uitgeverij: Van Wijnen
Franeker, 1998
ISBN 90 5194 178 1
Pagina's: 316
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door P. J. Vergunst - 31 december 1998

Lambregtse voltooit trilogie over gezin Weststrate

Fransje, Wantje, Kees

Met “Vreemdelingen en bijwoners” heeft Cornelius Lambregtse, na vele jaren, zijn trilogie over het gezin Weststrate voltooid. Hoofdpersoon is Kees, de jongste zoon.

Ze werden in één adem genoemd, ruim twintig jaar geleden: de Amerikaanse Zeeuw Cornelius Lambregtse en zijn romanfiguur Fransje Weststrate. Ontroerende passages telde “In Zijn arm de lammeren”, zoals de beschrijving van hoe de vierjarige Fransje tijdens een door ds. R. Kok geleide avondmaalsdienst naar voren kwam.

Toen kwam Wantje. In “Het scharlaken koord” werd het vooral lichamelijk ontluiken van Fransjes zus, haar zwangerschap van Fons beschreven. In de gereformeerde gezindte wisten velen geen raad met of stonden afwijzend tegenover de beschreven seksualiteit.

Vanwege goede herinneringen aan de boeken over Fransje en Wantje begon ik verwachtingsvol aan de nieuwe roman. De versleten stijl waarvan de auteur zich bedient, zorgde echter al gauw voor teleurstelling. „Het moorddadige oorlogsgeweld” (blz. 5), „...en vaak de grootste pret hadden als ze in hun moedertaaltje aan het koeterwaalsen waren” (blz. 9), „Natuurlijk zou hij veel liever naar z'n lieve Rie gaan, maar hij begrijpt dat “zaken voor het meisje” gaan” (blz. 168). Is Lambregtse te lang uit Nederland weg om enigszins sprankelend met de taal om te gaan, om de vele cliché-uitdrukkingen eens in te wisselen voor een verrassend beeld?

Leesbare brieven
De opbouw van de roman vind ik evenmin sterk. Het verhaal kent verschillende lijnen, die niet tot een eenheid gesmeed zijn. “Vreemdelingen en bijwoners” is de kroniek van Kees Weststrate en zijn familie tussen 1944 en 1947, in plaats van de uitwerking van een centraal thema. Lambregtse beschrijft achtereenvolgens de fietstocht van Kees, zijn onderwijzerschap in Wierlo (Rijssen), het verblijf bij zijn ouders in Zeeland, de bevrijding van Zeeland, zijn diensttijd als tolk in het Canadese leger, zijn verloving met een rooms meisje, zijn vertrek uit Wierlo naar Wemeldinge en tot slot zijn emigratie naar Amerika.

Kees is bij het geloof van zijn ouders –leesbare brieven– gebleven, wat door Lambregtse fijngevoelig en overtuigend beschreven is. De bijbellessen op de lagere school maakten al diepe indruk op hem. „Nooit is Jezus Kees zo nabij gekomen als tijdens die lessen en al gauw had hij zijn hart helemaal aan Hem gegeven” (blz. 223).

Wel heel nadrukkelijk brengt de auteur tegelijkertijd de kritische distantie van Kees ten opzichte van zijn kerkelijke milieu naar voren. Dat wordt getekend als een zwaarmoedig en kerkistisch klimaat, waar meer de christen dan Christus centraal staat, waar de voorbede voor gemeenteleden in bijzondere omstandigheden ontbreekt, een afmattende onzekerheid heerst, strenge wetten gelden en weinig tot geen ruimte is voor andersdenkenden. Liggen hier de Gereformeerde Gemeenten onder vuur? Het is bekend dat Lambregtse in dit kerkverband opgroeide. Zekerheid krijgt de lezer hierover als Wantjes man, die in Utrecht woont, zegt: „Onze dominee is tijdens een bombardement omgekomen” (blz. 29). Hij doelt hier op ds. M. Heikoop.

Ds. Lamain
Persoonlijker wordt het commentaar op ds. De Lang uit Wierlo, die een beroep naar Grand Rapids (ds. W. C. Lamain ging in 1947 van Rijssen naar Grand Rapids!) aanneemt. Kees zit na de oorlog in de pastorie op kamers. Voor de domineesvrouw heeft hij respect. „Ondertussen bestrijdt ze de ziekelijke uitwassen in haar man, die zich het liefst onderdompelt in vroomheid en bevindelijkheid” (blz. 251). Het is duidelijk dat de roman als verhaal lijdt onder het feit dat de schrijver er voortdurend naar zoekt misstanden in het geestelijke en kerkelijke leven te benoemen, ongetwijfeld niet altijd ten onrechte. In dit klimaat is Kees Weststrate een vreemdeling, ook bijbels gezien. Passages waarin de auteur diens leven met de Heere uitwerkt, zijn in deze roman de aansprekendste.