Titel: Des Heeren vondeling
Auteur: D. Wilgenburg
Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 1998
ISBN 90 336 2616 0
Pagina's: 159
Prijs: ƒ 24,50

Recensie door Miranda van de Vendel - 9 december 1998

Gestolen kind

Baby's staan centraal in twee bij uitgeverij De Banier verschenen romans. “Kind van een ander” van J. F. van der Poel gaat over kinderloosheid en een gestolen kind; “Des Heeren vondeling” van D. Wilgenburg heeft een vondeling als hoofdpersoon.

In het 25e boek van Van der Poel wordt bij Herma Merks de baarmoeder verwijderd. Herma, die in Duitsland werkt, durft dit uit schaamte tegen niemand te vertellen. Met haar vriend Ernst maakt ze het uit, omdat ze nooit kinderen zal kunnen krijgen; ze zegt haar baan op.

In een winkel steelt ze de helft van een tweeling. Tegen Ernst vertelt ze dat Ernie –zo heeft ze het meisje genoemd, naar Ernst– van hem is. Hij gelooft haar echter niet. Herma trekt bij haar broer en schoonzus in Nederland in. Als ze door schuldgevoelens overmand wordt, gooit ze zich met het kind uit een rijdende trein. Herma wordt invalide en komt in een verpleeghuis terecht. Als Ernie twaalf jaar is, sterft haar 'moeder' Herma.

Knipsel
Vijf jaar later gaat Ernie haar vermeende vader Ernst opzoeken. Ernst weet haar er echter van te overtuigen dat hij haar vader niet is. Samen ontdekken ze dat Ernie nooit Herma's kind kan zijn. Door een oud krantenknipsel ontstaat het vermoeden dat Ernie wel eens gestolen zou kunnen zijn. Ernie vindt haar ouders, maar voelt zich niet thuis bij deze mensen en gaat terug naar Nederland.

”Kind van een ander” leest prettig. Het boek bevat veel actie. Hoewel er in korte tijd veel gebeurt, blijft het verhaal overzichtelijk. Enkele passages zijn echter niet realistisch. Dat Herma iemand de les leest over het bezit van tv, terwijl ze zelf met de godsdienst gebroken heeft, is voor mij ongeloofwaardig. Ook betwijfel ik of de problematiek die aan de orde gesteld wordt, herkenbaar is.

Vondeling
”Des Heeren vondeling” speelt kort na de Eerste Wereldoorlog. Op een zondagmorgen vindt Corrie Brinkman een baby in het portaal van de kerk. Het meisje, dat volgens een briefje Nellie heet, wordt opgenomen in het gezin van Evert en Janneke Brinkman en groeit gelovig op. Ze wordt beschouwd als een kind van de hele gemeente.

Andere personen die in het boek op de voorgrond staan, zijn Jan en Marijke van Kempen en hun dochter Petra. Marijke verlaat haar man en gaat in een café in de stad werken. Als ze door een steekpartij invalide wordt, gaat Petra bij haar wonen en neemt haar werk over. Petra ontmoet in dit café een jonge vrouw, Joke Bruinsma, die de moeder van Nellie blijkt te zijn. Jokes vriend wilde het kind niet en zelf had ze geen geld, zodat de enige uitweg het kind te vondeling leggen was.

Joke en Nellie worden met elkaar herenigd en Nellie gaat op zoek naar haar vader. Deze overlijdt echter voordat zij hem ontmoet heeft en hij wordt in 'Nellies' dorp begraven.

De positieve manier waarop in “Des Heeren vondeling” de godsdienst en het gemeente-zijn aan de orde komen, is een pluspunt. Als Nellie bijvoorbeeld ernstig ziek wordt, bidt de hele gemeente om het behoud van haar leven. God verhoort dit gebed. Het telkens vermelden van de liturgie van de verschillende kerkdiensten wordt echter op den duur langdradig. Dat in elke situatie wel een passende psalm voorhanden is, doet overtrokken aan. Er worden grote tijdsprongen gemaakt, die vaak slecht te volgen zijn. Het geheel getuigt daarom niet van een bijzondere schrijfvaardigheid.