Boekrecensie

Titel: Afstand van Amerika
Auteur: Pearl Abraham
Uitgeverij: Meulenhoff, Amsterdam, 1998
ISBN 90 290 5840 4
Pagina's: 302
Prijs: ƒ 39,90

Recensie door Enny de Bruijn - 16 november 1998

„Mijn chassidische achtergrond raak ik niet kwijt”

Los van Jeruzalem, op
afstand van Amerika

Geen badpakken, lange broeken of mouwloze jurken. Geen radio of televisie. Een strikte scheiding tussen de seksen zolang er geen sprake is van een huwelijk. De chassidische wereld waarin de Amerikaans-joodse schrijfster Pearl Abraham opgroeide, komt in haar romans tot leven. De auteur observeert, probeert te doorgronden, kan zelfs sympathie opbrengen voor de chassidische manier van leven, maar ze laat zich er niet door meevoeren. Ze neemt afstand en beschrijft. De godsdienst die ze zelf aanhangt, draagt een andere naam: literatuur.

New York is beter dan Jeruzalem. Chassidisme is warmer dan orthodoxie. Individuen zijn belangrijker dan gemeenschappen. Pearl Abraham (1961) praat graag in tegenstellingen. Conflicten vormen immers de basis voor een verhaal. In haar eerste boek, “Vreugde der wet”, beschrijft ze hoe een chassidisch meisje de wereld buiten eigen kring ontdekt. „Ze vecht niet om van haar milieu los te komen, maar ze is geïnteresseerd in de seculiere maatschappij”. Die nieuwsgierigheid brengt haar ertoe telkens weer de wetten te ontduiken, zoveel mogelijk zonder dat haar streng religieuze vader het weet.

Alledaagse thematiek
Deze maand verscheen de tweede roman van Pearl Abraham: “Afstand van Amerika”, reden voor het John Adams Institute om de schrijfster in Amsterdam uit te nodigen. In dit boek is geen sprake van conflicten tussen een besloten, chassidische gemeenschap en de grote wereld daaromheen. “Afstand van Amerika” lijkt op het eerste gezicht beheerst te worden door een nogal alledaagse thematiek: een echtpaar ziet zijn huwelijk op de klippen lopen. De details van de diverse relaties die beide hoofdpersonen aangaan, worden de lezer niet bespaard. Als Daniël en Deena niet bezig zijn met hun diverse affaires, vullen ze hun tijd met slapen, eten, werken, hardlopen. Vele pagina's van het boek wijdt de schrijfster aan nauwkeurige beschrijvingen van al deze activiteiten. Dat maakt de roman een stuk minder interessant dan het eerste boek van Pearl Abraham.

Toch blijkt ook hier de joods-religieuze achtergrond een niet te onderschatten rol te spelen. Deena heeft al lang afstand genomen van haar chassidische achtergrond, maar Daniël houdt nog vast aan de regels van het orthodoxe jodendom. Hij zal tijdens de sabbat geen hout hakken of telefoneren, hij draagt elke dag zijn keppel, hij let erop dat hij alleen kosjer voedsel binnenkrijgt. Wanneer hij echter een verhouding met zijn collega Jill begint, gaat het een na het ander overboord. Deena kan de veranderingen niet waarderen: „Zonder het keppeltje op zijn hoofd, met de kale plek open en bloot, had hij geen waardigheid. Hij pikte in bars vrouwen op, at garnalen. Religie had hem karakter gegeven. Zónder was hij een slappe, onopvallende man”. Wie afstand neemt van zijn godsdienst, houdt niets over – die stelling poneert dit boek dan toch.

Chassidische vrouwen
De eerste taal van Pearl Abraham, geboren in Jeruzalem, is het Jiddisch. Dat verhinderde haar niet om Engelse taal- en letterkunde te gaan studeren. De publicatie van haar eerste roman bracht haar internationale bekendheid. Sindsdien doceert ze Engelse literatuur en creatief schrijven aan de universiteit van New York. „Als ik lesgeef, praat ik over mijn werk als auteur. Die twee kanten van mijn leven hebben alles met elkaar te maken”.

Als kind had de schrijfster absoluut geen literaire aspiraties. „Pas in mijn studietijd, toen ik een prijs won met een essay, begon ik serieus over schrijven als vak te denken. Als kind hield ik van lezen, maar ik dacht er niet aan dat ik misschien een boek zou kunnen schrijven. Zoiets was in het milieu waarin ik opgegroeid ben, niet gebruikelijk voor een vrouw. De opvoeding van meisjes is in chassidische kring niet gericht op het maken van carrière. Ze hebben soms wel een baan –bijvoorbeeld in het onderwijs of op een kantoor– maar werk is niet het belangrijkste in hun leven. In eerste instantie zijn ze gericht op de zorg voor het gezin.

Een chassidische vrouw zou het soort romans dat ik schrijf niet voor haar rekening willen nemen, maar ze zou best religieus getinte boeken, kinderboeken bijvoorbeeld, kunnen schrijven. Dat is geen probleem. Toch komt het niet vaak voor. Vrouwen hebben het meestal te druk om nog iets naast hun dagelijkse werk te doen. Daar komt bij: ze hebben gewoonlijk geen opleiding in die richting. Als ze willen schrijven, moeten ze het zichzelf min of meer leren”.

Amerikaanse droom
Zelf heeft Pearl Abraham die moeizame weg niet hoeven volgen: „Ik heb veel meer opleiding gehad dan gebruikelijk was. Mijn ouders reisden regelmatig heen en weer tussen Israël en de Verenigde Staten, en ik heb dus op verschillende scholen gezeten. Mijn opvoeding was anders dan die van anderen. Ik heb me naar verhouding meer kunnen verdiepen in de literatuur, in de analyse van religieuze teksten. Later ging ik naar de universiteit. Dat was mijn eigen keus. Ik hield van studeren, van blíjven studeren – hoewel ik daarmee losser van mijn achtergrond kwam te staan”.

Als ze nu zou moeten kiezen tussen New York en Jeruzalem, zou ze niet lang na hoeven denken. „In de Verenigde Staten ligt de basis van mijn volwassen leven, mijn culturele achtergrond is Amerikaans. Ik voel me thuis in New York, ik ben er gelukkig”. Toch suggereert ze met de titel van haar nieuwste roman dat ze –na afstand van het chassidisme– toe is aan afstand van Amerika. Het blijkt echter iets genuanceerder bedoeld te zijn: „Veel van wat dit stel najaagt, is samen te vatten als de Amerikaanse droom: een huis, een baan, een auto. Het is fijn om dergelijke zaken te bezitten, maar het is niet het belangrijkste in het leven. Dat ervaart Deena in de loop van het verhaal. Toch geeft ze Amerika niet op, hoewel haar vader haar dat adviseert en hoewel ze er om zo te zeggen voor een poosje genoeg van heeft. Ze neemt afstand – van Daniël, van haar huis, van haar werk. Over dat proces heb ik willen schrijven”.

Potok
Pearl Abraham kiest ervoor dingen te beschrijven die ze uit ervaring kent. „Als schrijver vorm je de karakters van je hoofdpersonen, en dus kan het niet anders of elk karakter heeft iets van jezelf”. Haar romans zijn echter absoluut niet autobiografisch. „Dat blijkt al uit het feit dat de twee hoofdpersonen, Rachel uit “Vreugde der wet” en Deena uit “Afstand van Amerika”, heel verschillend zijn. Ze hebben allebei een chassidische achtergrond, maar verder lijken ze niet erg op elkaar. Rachel is veel impulsiever, intuïtiever van karakter. Haar familie is afkomstig uit Oost-Europa, terwijl Deena –hoger opgeleid– thuishoort in een stedelijk milieu. Dat verschil merk je ook in het taalgebruik. Ruwweg kun je zeggen dat in “Vreugde der wet” meer de taal van het dorp, van het chassidische milieu, van de Bijbel wordt gesproken dan in “Afstand van Amerika”.

Het chassidische klimaat dat Pearl Abraham beschrijft, doet denken aan de romans van Chaim Potok. Toch zijn er ook opvallende verschillen. Waar Potok de chassidische manier van denken invoelbaar probeert te maken, lijkt Pearl Abraham vooral gespitst op de praktische invulling van het chassidische leven, tot uitdrukking komend in geboden en verboden. Enige verwantschap voelt ze wel: „Ik las de boeken van Potok tijdens mijn studietijd, en ik vond ze prachtig. Maar hoewel we het chassidisme gemeenschappelijk hebben, is de wereld die hij beschrijft in veel opzichten anders dan de mijne. De personen in mijn eerste boek hebben een Oost-Europese achtergrond, zijn karakters zijn Amerikaans. Bovendien horen ze bij een andere, meer verlichte chassidische stroming. Ze zijn zich veel meer bewust van de moderne wereld, maar hebben tegelijkertijd een hechtere band met de gemeenschap waarbij ze horen. Ze verlaten de chassidische kring niet, ze worstelen binnen de grenzen van de gemeenschap. Dat is het verschil met de personen in mijn romans. Ook zij staan open voor de moderne wereld, maar ze hebben niet die sterke gehechtheid aan de gemeenschap. Ze maken zich juist los van hun achtergrond, zoeken werk buiten eigen kring en bewaren alleen de herinnering”.

Profetie
Pearl Abrahams eerste roman heeft een veel godsdienstiger achtergrond dan haar tweede. Toch is er ook in “Afstand van Amerika” een religieus bepaalde kracht die de ontwikkeling van de gebeurtenissen stuurt: de profetie van Deena's vader. „Wanneer je het verschijnsel profetie in de Bijbel gaat onderzoeken, zie je een vast patroon: een profeet is vaak niet erg geliefd, zijn woorden worden niet geloofd, maar uiteindelijk komen zijn voorspellingen wél uit – waarop het volk berouw toont. Ik wilde zien wat dit patroon zou doen in een moderne roman.

Als Daniël en Deena trouwen, voorspelt Deena's vader dat hun huwelijk niet tegen de tijd bestand zal zijn. Die profetie overschaduwt hun relatie vanaf het begin. Zodra er iets vervelends gebeurt, geeft Deena het op. In feite legt ze zich heel gemakkelijk neer bij het mislukken van haar huwelijk. De problemen hadden eenvoudig opgelost kunnen worden, alles had met een sisser af kunnen lopen. Als beide partijen elkaar tegemoetkomen en niet op hun rechten blijven staan, kan een huwelijk veel hebben. Maar Deena moedigt de relatie tussen Daniël en Jill juist aan. Ze is géén slachtoffer. Ze weet alleen –en misschien wíl ze dat ook– dat de profetie zichzelf vervult. Zo werkt elke profetie. Als iets eenmaal gezegd is, krijgt het een bepaalde kracht. Dat is de macht van het woord.

Toch is het in zekere zin gevaarlijk om te zeggen dat het relatieprobleem van Daniël en Deena zijn grond vindt in de religie. Het heeft minstens zoveel te maken met cultuur. Daniël is Amerikaanser dan Deena, zijn manier van leven is anders. Ook het verschil in opvoeding, chassidisme tegenover orthodox jodendom, speelt daarbij een rol. Chassidisme legt de nadruk op mystiek, orthodoxie op het naleven van de wetten. Daarom houdt Daniël zich aan allerlei regels, terwijl Deena –al heeft ze zich losgemaakt van haar achtergrond– veel spiritueler is. Daardoor ontstaat er frictie”.

Mystiek
Zelf staat Pearl Abraham op dit punt aan Deena's kant: „Als ik moest kiezen, koos ik het chassidisme, niet alleen omdat het me vertrouwd is, maar ook omdat het een natuurlijker manier van leven mogelijk maakt. Ik kan een voorbeeld geven, dat ook in mijn boek voorkomt. Wanneer een chassidische man aan het studeren of mediteren is op het moment dat het tijd is voor het gebed, gaat hij gewoon door met zijn werk en bidt daarna pas. Voor een orthodoxe jood is dat ondenkbaar. Maar een chassied voelt zich vrij om –als hij daarvoor een goede reden heeft– minder strikt te zijn, al vindt hij het wél belangrijk om de wetten te houden.

Dat is de spanning die het chassidisme kenmerkt: de tegenstelling tussen het mystieke denken en het nauwkeurig naleven van de wetten. Wanneer iemand streeft naar een transcendente wereld –en in de mystiek probeer je steeds een stapje omhoog te doen, op een of andere manier dichter bij God te komen– hoe moet hij dan tegelijkertijd de rituelen van de wet lichamelijk ten uitvoer brengen? Het is een van de redenen waarom het gevestigde, orthodoxe jodendom de chassidische beweging in de ban deed. In de geschiedenis zijn er meer voorbeelden geweest van joden die ophielden met het naleven van de wetten. Natuurlijk was de orthodoxie bang, toen de chassidische beweging opkwam, dat dat opnieuw zou gebeuren. De grondleggers waren zich daarvan bewust, en besloten de wet niet te veronachtzamen, maar tegelijkertijd ruimte te maken voor andere aspecten. Dat de tegenstelling tussen lichaam en geest recht overeind bleef staan, was onvermijdelijk. Met die tegenstelling moet je leven”.

Patriarchaal
„De wereld van het chassidisme is patriarchaal. Dat geldt overigens evengoed voor de hele westerse maatschappij, al verandert die op dit punt sneller. Het is een gegeven dat de chassidische traditie door mannen gemaakt werd, en dus ook gebaseerd is op de inbreng van mannen. Ik ken geen chassidische vrouwen die graag een rol zouden spelen in de synagoge. Ze geven er niet om, denk ik. Ze zijn gelukkig in hun positie”.

Dat chassidische vrouwen het dus moeilijker zouden hebben dan mannen, ontkent Pearl Abraham ten stelligste. „Het is precies omgekeerd. Intelligente jongens moeten zich op de studie van de Bijbel concentreren, terwijl meisjes een veel bredere opleiding krijgen. Mannen stoppen met alle seculiere studie als ze twaalf of dertien zijn. Vanaf dat moment besteden ze hun tijd aan het bestuderen van religieuze teksten. Ze staan verder bij de werkelijkheid vandaan, ze hebben meer moeite om zich in een seculiere wereld te bewegen, hoeveel steun ze ook van de eigen gemeenschap ondervinden. Als ze de straat op gaan, vallen ze veel meer op. Elke voorbijganger herkent ze. Voor vrouwen geldt dat veel minder: tenslotte draagt iedereen wel eens een rok.

Als je in de wereld van het chassidisme leeft, vind je het niet zwaar om de wetten na te leven. In Israël is het heel eenvoudig om de sabbat te houden: iedereen doet het. Het wordt pas moeilijk in een andere samenleving, waar je de enige bent. Wanneer je in een bepaalde gemeenschap leeft, beschouw je de regels die er gelden niet als zwaar en moeilijk. Je benadert de wet juist met innerlijke vreugde”.

Individueel
Toch kan Pearl Abraham zelf niet leven met wetten die slechts gelden binnen de grenzen van een besloten gemeenschap. Ze spreekt er met sympathie over, ze maakt er een mooi verhaal van, maar ze laat zich niet meeslepen door de manier van leven die ze beschrijft. De nuances binnen het jodendom weet ze met kennis van zaken onder woorden te brengen, maar voor haar persoonlijk heeft godsdienst vooral te maken met achtergrond en zelfanalyse. „Ik ben niet zo religieus, maar mijn achtergrond raak ik niet kwijt. Het is een gegeven, een ervaring die je hebt, en die je dus niet kunt opgeven. In die zin is religie voor mij van grote invloed geweest. De mystieke benadering van het chassidisme houdt in dat God niet buiten of boven de wereld is, maar ergens in je eigen persoon. Dichter bij God komen, betekent dus in feite dichter bij jezelf komen, jezelf steeds meer doorgronden. Dat is interessant, en tamelijk modern. Het is ook precies wat een auteur tijdens het schrijven van zijn boeken doet. In die zin heeft religie voor mij heel veel te maken met literatuur.

Ik ben individueel ingesteld, ik neig ertoe om afstand van gemeenschappen te nemen. Misschien heeft het te maken met het schrijverschap. Schrijvers streven ernaar om onafhankelijk te zijn, de maatschappij vanaf de zijlijn te observeren. Dat doe ik graag. Het is ook belangrijk. Juist in een samenleving die gebaseerd is op gemeenschap, is het goed dat ieder mens een eigen persoonlijkheid ontwikkelt en als individu de wereld om zich heen beschouwt”.