Boekrecensie

Titel: De dood van Gemma
Auteur: Meint R. van den Berg
Uitgeverij: Boekencentrum
Zoetermeer, 1998
ISBN 90 239 0056 1
Pagina's: 135
Prijs: ƒ 22,50

Recensie door drs. J. L. Vermeulen - 14 oktober 1998

Een eigentijdse versie van de bijbelse geschiedenis

Het verhaal van de vrouw van Lot

Meint R. van den Berg is een productief schrijver. Nog niet zo lang geleden verscheen “De twee getuigen”, een roman waarin hij zich het leven in de toekomst voorstelde. Van den Bergs nieuwe boek “De dood van Gemma” grijpt terug op het verleden maar is gesitueerd in het heden: het verhaal van Lot in de twintigste eeuw.

Adam Lotsy is opgevoed door zijn oom. Als hij een eigen aannemersbedrijf begonnen is, roept zijn oom hem bij zich. Adam heeft hem namelijk een aantal keren een opdracht afhandig gemaakt door onder het bod van oom te gaan zitten. Zijn oom legt hem de keuze voor: of ik concurreer je kapot, of je vestigt je ten minste driehonderd kilometer bij Abraville vandaan!

Lotsy laat zijn oog vallen op Sodoborough. Hij zet opnieuw een bedrijf op en al spoedig kunnen hij en zijn vrouw Gemma zich een groter en mooier huis permitteren. Met het immateriële welzijn is het duidelijk minder goed gesteld. De vergrijsde gemeente in Sodoborough sterft een langzame dood. Ten einde raad wordt de gemeente opgeheven en de goede voornemens voor de bijbelkringen bij mensen thuis worden na korte tijd niet meer in daden omgezet.

Dan krijgt Lotsy bezoek. 's Avonds bellen twee mannen aan die het gezin Lotsy willen spreken. Ze kondigen de ramp aan: Sodoborough zal bij het morgenkrieken vergaan. Gemma lacht hen cynisch uit, maar Adam kan zich, ondanks hun fantastische verhaal, niet aan de indruk onttrekken dat ze de waarheid spreken. Ze gaan allemaal mee en lopen via een donker bergpad naar een plateau in de richting van het dorpje Zerovar.

Als ze over de helft zijn en de engelen in mensengedaante hen verlaten hebben, weigert Gemma verder te gaan. Omdat de dochters Netty en Ria al verder zijn, wordt Adam gedwongen een keuze te maken tussen zijn dochters en zijn vrouw. Adam gaat verder, Gemma blijft achter. Als hij zijn dochters heeft ingehaald, willen ze hun moeder gaan ophalen, maar daarvoor is de tijd te kort: bij dageraad zal de stad vergaan, en alleen op het plateau zijn ze veilig. Ze hopen maar dat het meevalt…

Houtduif
Het valt niet mee. Een modderstroom stort zich als gevolg van een aardbeving op de stad in het dal en brengt een vloedgolf teweeg die de rest van de stad onder water zet. „Gemma, Gemma, huilde ik woordeloos, waarom ben je niet met ons meegegaan”.

Adam en zijn dochters worden door een helikopter naar het dorpje Zerovar gebracht, waar blijkt dat ze nagenoeg de enige overlevenden zijn. Adam verwijt zich voortdurend dat hij Gemma heeft achtergelaten en is sterk in zichzelf gekeerd. Om zijn verdriet te vergeten, grijpt hij nogal eens naar de fles. Ondertussen gaat hij wel weer naar de kerk. Toch blijft hij worstelen met de vraag: Waarom deed God dit? Onder andere door een preek komt Adam weer enigszins in het reine met God en hij wil getuigenis afleggen van het gebeurde. Een verslaggever van een tv-station komt op zijn verzoek en hoort hem helemaal uit over de engelen die hem gered hadden, maar die de anderen gewoon aan hun lot hadden overgelaten. Kon zo'n God liefde zijn? Dit zet ook Adam weer aan het denken: Daarom kreeg Ninevé wel veertig dagen en Sodoborough niet? Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, komt hij na jaren achter de identiteit van de vader van zijn kleinzoons: hij is het zelf! Jarenlang had hij gedacht dat zijn dochters heimelijk met een vreemde man naar bed waren geweest, maar nu komt hij te weten dat hij het zelf was, die hen in dronken toestand heeft bevrucht.

Toch eindigt het boek met de suggestie van een oplossing. Van den Berg doet dit door een recitatief uit de Matthäus Passion te gebruiken: als Adam Lotsy in de tuin zit en hij het verhaal gehoord heeft over zijn incestueuze vaderschap, hoort hij in zijn hoofd de eerste regels van het laatste basrecitatief uit de Matthäus Passion: „Am Abend da es kühle war/ ward Adams Fallen offenbar”. Hij kan het niet goed verwerken. Maar dan komt ook het moment waarop hij zich afvraagt wie hij is, om God ter verantwoording te roepen over zijn daden. Een houtduif vliegt over de tuin en lijkt een takje in zijn bek te hebben. Op het plateau, net na de ramp, zag hij ook een houtduif, maar dan zonder tak. Hij hoort in zijn hoofd de bas verder zingen: „Am Abend kam die Taube wieder/ und trug ein Ölblatt in dem Munde (…) Der Friedenschlusz is nun mit Gott gemacht/ denn Jesus hat sein Kreuz vollbracht”. Met dit „vermoeden van Gods glimlach” kan hij het leven weer aan.

Voorspelbaarheid
Het einde, met het leidmotief van de houtduif en de spiegelbeeldige vertolking van de scène op het plateau, vind ik persoonlijk erg sterk. Het boek moet, ondanks het feit dat het van het begin tot het einde boeit, zijn kracht vooral hebben van het laatste deel. Dan gaat het boek wezenlijk verder dan het bijbelverhaal over Lot.

Daarmee stuit men direct op een zwakke kant van het boek: het navertellen van een oud verhaal zorgt voor een grote voorspelbaarheid. Bovendien constateert een bijbelvaste lezer ook direct wijzigingen: Waarom vergaat Sodoborough niet door zwavel en vuur? Waarom wordt Gemma geen zoutpilaar? Werd dat te onrealistisch voor twintigste-eeuwers?

Daarnaast zijn sommige dingen niet over te plaatsen. De daad van de dochters van Lot is in bijbelse tijden enigszins begrijpelijk als we denken aan het feit dat kinderloosheid in die dagen een grote schande was én dat kinderen ook nodig waren om als 'oudedagsvoorziening' te functioneren; naast uiteraard het instandhouden van de familienaam. De reden die de dochters van Lotsy geven voor hun daad is veel minder aannemelijk: ze wilden aandacht vragen voor zichzelf, hun vader uit zijn cirkel van zelfdestructie halen omdat hij in hun besloten leven nog het enige aanspreekpunt was. Wordt zo'n verlangen door een vrouw vertaald in het verlangen naar seksueel contact? Verder vind ik het een manco dat de schrijver zo weinig denkwerk aan de lezer over laat. Als het gezin Lotsy in Zerovar aankomt, vertelt Van de Berg er voor ons bij dat hun leven en bezit tot het nulpunt (zero) waren teruggebracht. Dat had de lezer toch wel zelf kunnen verzinnen.

Niettemin heeft Meint R. van den Berg een boeiend en toegankelijk boek geschreven dat ons eens op een andere en indringende wijze confronteert met de geschiedenis van Lot.