Boekrecensie

Titel: Alle verhalen
Auteur: Roald Dahl
Uitgeverij: Meulenhoff
Amsterdam, 1998
ISBN 90 290 5795 5
Pagina's: 736
Prijs: ƒ 49,90

Recensie door Enny de Bruijn - 30 september 1998

Roald Dahl beschrijft in korte verhalen de macht van het kwaad

Specialist in menselijk falen

Roald Dahl is een van de meestervertellers van de 20e eeuw. Zijn kinderboeken zijn in tientallen talen vertaald, zijn korte verhalen zijn ongekend populair. Wie begint aan “Alle verhalen” van Roald Dahl, leest ze ademloos uit, maar blijft met een kater achter. Als mensen zijn zoals Dahl ze afschildert, kan ieder individu maar het best in een volslagen isolement gaan leven. Niemand is te vertrouwen.
Billy Weaver heeft het getroffen met zijn hospita – denkt hij. Zijn kamer ziet er goed uit, de prijs is veel lager dan hij had durven denken. Dat de hospita lichtelijk gestoord lijkt, kan hem niet veel schelen. In het gastenboek ziet hij dat het huis in het verleden twee keer een kostganger heeft gekend. De beide namen komen hem bekend voor, alsof hij ze in de krant heeft gelezen. Op zijn vraag wanneer de laatste van hen vertrokken is, zegt de hospita raadselachtig: „Maar beste jongen, hij is helemaal niet vertrokken”. Samen drinken ze thee. De aanwezige papegaai en teckel blijven daarbij –hoe levensecht ze er ook uitzien– onbeweeglijk voor zich uit staren. „Ik zet mijn huisdieren altijd zelf op, na hun dood”, legt de hospita uit. Billy's thee smaakt ineens naar bittere amandelen – en de lezer mag de afloop van het verhaal raden.

Bizarre vertelsels
Met deze lugubere geschiedenis opent de bundel “Alle verhalen” van Roald Dahl (1916-1990). Zijn uitgever is enthousiast over de bizarre vertelsels: „Als geen ander weet Dahl zijn lezer te hypnotiseren, zodat deze de meest fantastische situaties als werkelijkheid accepteert. Zijn scheppingen amuseren – vaak als sick-joke, waarbij de rillingen je over de rug lopen. Bijenhouders, predikanten, hospita's, stropers en tot wanhoop gedreven vrouwen van middelbare leeftijd vallen aan zijn pen ten prooi, en vertonen een haast griezelige gelijkenis met mensen die wij kennen en –helaas– maar al te vaak met onszelf”.

Haat, onbegrip, moord, bedrog, overspel, afgunst – er is geen kwaad dat Roald Dahl niet aan de orde stelt. De harde wereld waarin zijn verhaalpersonen leven, vol waan en zelfbejag, vertoont slechts hier en daar een lichtpuntje. De geschiedenis van Meneer Botibol –die de lezer een vermoeden geeft van het bestaan van onbaatzuchtige liefde– is daar een voorbeeld van.

Tegenover meneer Botibol staan echter tal van andere figuren: de man die zich verzwolgen voelt door de hem omringende vrouwen, de jongen die een ontijdig einde vindt in een slachtfabriek, het echtpaar dat op een listige manier grof geld verdient met kaarten, de machteloze soldaten te midden van oorlogsgeweld, de man die het ene na het andere erotische avontuur beleeft, de vrouw die haar echtgenoot in de lift laat stikken. Menselijke fouten worden tot in het extreme doorgetrokken, maar niet met de bedoeling de lezer een spiegel voor te houden. De karikatuur is zichzelf genoeg.

Wereldbeeld
Dahls meesterschap als verteller is boven alle twijfel verheven. Spannend blijven zijn verhalen tot op het laatste moment. De meeste Nederlandse schrijvers –ook die uit christelijke kring– kunnen er een voorbeeld aan nemen: hoe je een verhaal begint, hoe je de spanningsboog opbouwt, hoe je met een enkele slotzin een volslagen onverwacht einde aanbrengt. Voor hen lijkt het me dringend noodzakelijk het werk van een schrijver van dit formaat te lezen – wanneer ze tenminste niet mét zijn techniek ook zijn visie op het leven overnemen. Hoe realistisch Dahls wereldbeeld ook lijkt, het mist een dimensie. Zijn verhaalpersonen bewegen zich in het platte vlak, zonder besef van een verticaal perspectief. Gods Naam komt in dit boek slechts als tussenwerpsel voor. Hopeloos, wrang, zonder uitzicht is het leven dat Roald Dahl beschrijft.

Dat verhindert het grote publiek echter niet om de bundel massaal aan te schaffen. In de toptien van diverse Nederlanse bladen komt het boek de laatste weken regelmatig voor. Duizenden lezers betalen grif geld voor meer dan 700 bladzijden menselijk falen. Misschien om daarmee hun eigen fouten met ironische blik te kunnen bezien en zo te relativeren? Eén ding is duidelijk: wie gelooft dat de mens van nature goed is, wordt door Dahl ernstig in zijn overtuiging geschokt. De wereld van de Engelse grootmeester wordt beheerst door het kwaad. Maar een oplossing biedt hij niet.