Boekrecensie |
Titel: A. Roland Holst. Biografie Auteur: Jan van der Vegt Uitgeverij: De Prom Baarn, 2000 ISBN 90 6801 345 0 Pagina's: 735 Prijs: 75,00
Titel: Trouw in ontrouw. Een keuze uit de liefdesgedichten
|
Recensie door dr. J. de Gier - 2 mei 2001
Biografie mist analyse en contextuele achtergrond
Een middelmatig geschreven romanIemand deed mij de onzinnige vraag of ik mijn leven nog eens over zou willen doen. Ook al had ik veel minder gefaald dan ik gedaan heb, dan zou ik er vorstelijk voor bedanken om een middelmatig geschreven roman nog eens over te schrijven. Het zijn woorden van Adriaan Roland Holst aan het eind van zijn leven. De prins der dichters velde een hard oordeel over zichzelf, zo blijkt uit de uitgebreide biografie die Jan van der Vegt schreef. Hij schroomde niet om woorden als gefaald en middelmatig op zichzelf toe te passen. In hoeverre Roland Holst het harde oordeel over zichzelf werkelijk meende, zullen we nooit te weten komen. Feit is dat zijn leven, objectief gezien, heel voorspoedig is geweest. Hij werd geboren op 23 mei 1888 in een gezin waarvan de vader een broer van beeldend kunstenaar Rik Roland Holst, die getrouwd was met Henriëtte, de bekende socialistische dichteres een bemiddeld assuradeur was. Vanaf het begin was Adriaan een verwend rijkeluiszoontje. Na zijn hbs-opleiding, die hij voltooide zonder veel inzet, werkte hij enige tijd in het verzekeringsbedrijf van zijn vader, maar dat hield hij na krap twee maanden voor gezien. Hij mocht letteren gaan studeren: eerst in Lausanne, later in Oxford. Ook hier presteerde hij niet veel, zelfs een voorbereidend examen haalde hij niet. En vader betaalde wel... Zijn dichterschap ontwikkelde zich intussen voorspoedig. Al op twintigjarige leeftijd debuteerde Adriaan met enige gedichten in De XXe eeuw, het literaire tijdschrift van Lodewijk van Deyssel. In 1911 verscheen zijn eerste dichtbundel. Toen hij de voor hem zo karakteristieke richting in zijn poëzie had gevonden na kennismaking met het werk van de Engelse dichter Yeats en de oude Keltische sagen steeg zijn roem gestaag en nam zelfs mythische proporties aan. Jan Engelman hing hem in 1948 de lauwerkrans om door hem de prins der dichters te noemen, een eretitel die eindeloos werd herhaald. De belangrijkste literaire prijzen vielen hem na de oorlog ten deel: de Constantijn Huygensprijs, de P. C. Hooftprijs en de Prijs der Nederlandse Letteren.
Optrekjes De oorlogsjaren kwam Adriaan zonder veel problemen door. Wel moest hij onderduiken na het schrijven van een venijnige brief waarin hij zich keerde tegen de verplichte aanmelding bij de Kultuurkamer. Hij sprak van een Duitsche politiemaatregel en zou het op hoogen prijs stellen wanneer hij niet als lid werd toegelaten! De kroonjaren zijn zestigste en zeventigste verjaardag werden luisterrijk gevierd. En nadat kroonprinses Beatrix getrouwd was met Claus von Amsberg, een huwelijk waar Roland Holst positief over oordeelde, werd hij een graag geziene gast op Drakensteyn. Hij had er zelfs een aparte logeerkamer. In 1976 overleed hij op 88-jarige leeftijd in zijn geliefde Bergen. Kortom, als we zijn lichamelijke kwalen en depressies buiten beschouwing laten, heeft Adriaan Roland Holst een heel voorspoedig leven gehad. En toch een middelmatige roman... Toch gefaald...
Gefaald? Politiek-maatschappelijk gezien was Roland Holst ook niet smetteloos. Hij dacht eerder antidemocratisch dan democratisch en was niet vrij van antisemitische trekjes. Daar staat tegenover dat hij al vrij vroeg de opkomende fascistische terreur van Hitler signaleerde. Dat resulteerde onder meer in het gedicht Voor West-Europa, met de refreinregels:
Een volk van knechten komt de wereld knechten,
Veelwijverij Roland Holst had een onbevredigbare seksuele vraatzucht. Hij kon wel trouw zijn in vriendschap, hij kon ook trouw zijn aan een bepaalde vrouw, maar het was altijd trouw in beperkte zin. Roland Holst eiste voor zichzelf de vrijheid op om tussendoor allerlei erotische avontuurtjes aan te gaan met andere vrouwen, om daarna terug te keren tot zijn vorige geliefde. Nooit ook wilde hij een huwelijk aangaan, mogelijk vanwege bindingsangst: angst voor het feit dat door een huwelijk zijn trouw aan die andere vrouw, de Muze, in het gedrang zou komen en zijn creativiteit zou beperken. Hoeveel vrouwen heeft Roland Holst diepongelukkig gemaakt? Heeft hij enig besef gehad van de ravage die hij aanrichtte bij anderen met zijn egoïstische handelwijze? Is er in zijn leven ooit plaats geweest voor gevende liefde? Heeft hij dit misschien ingezien aan het eind van zijn leven toen hij tot de conclusie kwam dat hij had gefaald? Ook dit zullen we nooit weten.
Dichterschap Het Elysium vormde een hulpconstructie voor de dichter, een denkbeeldig eiland der gelukzaligen, gesitueerd ergens in het Westen. De zee, de wind en de meeuwen waren roepstemmen van dat eiland. Roland Holst bedoelde ermee aan te geven dat het leven van de mens op aarde is gedevalueerd en gereduceerd. Hij zucht onder het schrikbewind van uur en feit en is ver afgeraakt van zijn oorsprong. In Holsts terminologie: zijn zielskracht is verloren gegaan. Roland Holst geloofde in een hoger leven, een Surplus, dat in het hiervoormaals en in het hiernamaals bestaat. Zelf rekende hij zich tot de enkelen, de strijders voor het ideaal, die gehoor geven aan de stemmen van wind en zee. Zij zijn vreemdelingen op aarde en kennen het heimwee naar het land van herkomst. Zij verlangen terug naar de gelukzalige eilanden waar ze thuishoren. Het dichterschap van Roland Holst stond vanaf zijn tweede bundel De belijdenis van de stilte uit 1913 in dienst van dat heimwee, dat aardse vreemdelingschap. Titels van dichtbundels als Tegen de wereld en In ballingschap zijn in dit opzicht veelzeggend. Eenzelfde verlangen spreekt overigens ook uit zijn prozaverhalen.
Christendom Maar over welk geloof heeft hij het? We moeten het wel scherp zien. Bij Roland Holst is geen plaats voor het bijbelse zondebegrip. De ondergang van de wereld is in zijn visie geen oordeel van God, maar zelfmoord van de mens op deze planeet. In het denken van Roland Holst is geen plaats voor een persoonlijk God Die deze aarde schiep en leidt en Die eenmaal zal oordelen over levenden en doden. En de meest wezenlijke kern van het christendom ontbreekt geheel en al: het kruis op Golgotha, Christus Die Zijn leven gaf voor zondige mensen. Geen zonde, dus ook geen noodzaak voor verzoening. Het falen waarvan Roland Holst aan het eind van zijn leven sprak is dus iets wezenlijk anders dan schuld in bijbelse zin. Toch zijn er altijd lezers die het werk van Roland Holst met te weinig onderscheidingsvermogen benaderen. Met als gevolg dat, zeker in het verleden, op christelijke bijeenkomsten nogal eens zijn gedicht De ploeger werd voorgedragen. Dit vers begint met regels die naadloos lijken aan te sluiten bij de Bijbel:
Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren,
Het is een markant gedicht. Roland Holst scheert met dergelijke regels en ook met het gebruik van termen als wedergeboorte langs het christendom, maar het blijven verzen en termen van een heidense gelovige.
Kwaliteit Nimmer, van Erts tot Arend, was enig schepsel vrij onder de zon, noch de zon zelve, noch de gesternten. Maar Geest brak Wet en stelde op de geslagen bres de Mens. Uit die Eersteling daalden de ontelbaren. Duchtend zijn hoge blik deinsden hun zwermen binnen de Wet terug en werden volken en stonden elkaar naar het leven (...). Deze tekst kreeg, niet ten onrechte, het predikaat onverstaanbaar en orakeltaal. Van der Vegt meent, achteraf gezien, dat hier het proces van ontluistering van de prins der dichters inzette, zo'n twintig jaar voor zijn dood. Maar toch... Wie de poëzie van Roland Holst leest, komt ook regelmatig juweeltjes van eenvoud tegen, zoals het veel geciteerde Zwerversliefde uit zijn tweede dichtbundel, dat begint met de regel Laten wij zacht zijn voor elkander, kind en dat eindigt met de regels:
Veel liefde ging verloren in den wind,
En uit zijn latere jaren dateert het korte gedicht Eens, dat ik hier in zijn geheel afdruk. Het is opgenomen in de bundel Omtrent de grens uit 1960.
Eens
Eens zullen allen die
Eens zal de vete zijn
Eens zal het weer regenen
Een dichter moet beoordeeld worden naar zijn beste verzen. Dat heeft ook Gerrit Komrij begrepen, die in zijn bekende bloemlezing De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in 1000 en enige gedichten maar liefst tien verzen van Roland Holst opnam. Voor liefhebbers van klassieke poëzie blijft het werk van Roland Holst markant en boeiend.
Beoordeling Wat is de kwaliteit van deze biografie? Mijns inziens blijft Van der Vegt te veel op het niveau van feiten en feitjes steken. Het duidelijkst blijkt dat bij de eindeloze opsomming van ontmoetingen en affaires met vrouwen. Dit is vermoeiend voor de lezer en geeft het boek iets van een kroniek, vooral van een chronique scandaleuse. Wat te veel ontbreekt in deze studie zijn analyse en contextuele achtergrond. Een chronologische aanpak is op zich goed te verdedigen, maar de biograaf had af en toe moeten uitwijken naar paragrafen of hoofdstukken met noodzakelijke verdieping en achtergrondinformatie. Zoiets deden Wim Hazeu in zijn biografie van Gerrit Achterberg en prof. A. Th. van Deursen in zijn Maurits-biografie. Het gaat dan om thematische paragrafen, waarin de hoofdpersoon in een bredere context wordt geplaatst: cultureel, maatschappelijk, politiek, levensbeschouwelijk. Deze aspecten ontbreken niet, maar komen te versnipperd of te oppervlakkig aan de orde en blijven daardoor voor de lezer te fragmentarisch.
|