Boekrecensie |
Titel: Veilig in de tijd Auteur: Hadewijch Griffioen Uitgeverij: Contact Amsterdam/Antwerpen, 2000 ISBN 90 254 9514 1 Pagina's: 144 Prijs: 32,90
|
Recensie door drs. B. van der Wal - 24 januari 2001
Griffioen beschrijft vreeswekkende volwassen wereld
Niet veilig in de tijdIk wist toen niet dat volwassenen die de wereld regeren voorgoed afscheid hadden genomen van zichzelf. De beeltenis van het kind dat ze kenden en liefhadden is voor altijd uit hun gezicht gewist. Deze zin staat in het boek Veilig in de tijd van de schrijfster Hadewijch Griffioen, een verzameling korte verhalen. Griffioen studeert algemene literatuurwetenschap en debuteerde in 1997 met de roman De plaatsen van de jeugd. De verhalen uit Veilig in de tijd gaan grotendeels over jonge mensen die, vanuit een geborgen en veilige omgeving, plotseling geconfronteerd worden met de schrikbarende doolhof van de volwassen wereld. Verhalen over (dreigende) incest en over ouders die hun kinderen opzadelen met meer angsten en zorgen dan goed voor ze is, bijvoorbeeld. In het verhaal Tijgertijd gaat het over een vader die zijn dochtertje betast, een suggestief geschreven en beklemmend verhaal. In het laatste verhaal, Veilig in de tijd, denkt een jonge vrouw terug aan haar jeugd en met name aan haar vader. Deze wordt somber als hij oud wordt en zijn kinderen lijden onder al zijn teleurstellingen en desillusies, waarvan ze deelgenoot worden gemaakt. De vrouw denkt later: Liet hij me maar met rust. Zijn bemoeizucht gaf me het gevoel dat mijn leven niet van mij was. Op mijn leeftijd had ik er recht op zo blind te zijn voor de wereld als ik verkoos. En verderop: Ooit dachten we ons in de tijd genesteld. Met het perspectief van nog vele jaren (...) Veilig in de tijd waren we.
Karakters In Wild vlees vraagt de vader van een meisje dat aan een ongelukkige valpartij blijvende littekens overhoudt, aan de chirurg: Wie wil haar nog hebben? In het verhaal Shelter gaat een jonge moeder, Dormee, met haar koortsige dochtertje naar de huisarts. Hij beklopte de borst (...) en bracht Dormee drie consulten in rekening. Had ze de avond tevoren maar niet twee keer moeten opbellen. In Kiemen komt een vrouw onder behandeling van een psychiater. Ze heeft onder meer last van zware hoofdpijn. Als hij haar dossier doorneemt ziet hij een foto van haar toen ze nog jong was. Hij zegt dan: Een lekker ding was dat, vroeger. Als je dat vergelijkt met het huidige materiaal! Daar zou ík hoofdpijn van krijgen. Het volgende dossier. De karakterbeschrijving van deze mensen (voorzover je dat zo kunt noemen) is wel erg eendimensionaal en daardoor niet geloofwaardig. Storend is dat enkele hoofdpersonen zeer politiek correct denken. Dat staat meestal haaks op goede literatuur. Zo wordt bijvoorbeeld het (christelijk) geloof op een wel erg makkelijke en onjuiste manier beschreven. In Er is nog hoop denkt Mauret, de hoofdpersoon: God bestaat niet (...). Er bestonden alleen maar mensen die zeiden dat God bestaat. Ze konden niet anders. Ze zouden volledig van slag raken als ze beseften dat ze verantwoordelijk waren voor zichzelf. Ze kozen liever de weg van het excuus en dat excuus noemden ze God. Verder wordt er helaas enkele malen gevloekt.
Postmodern Wat afbreuk doet aan het boek is het postmoderne karakter ervan. Gevoelens van heimwee en vergankelijkheid komen wel voor, maar het blijft horizontaal. Het besef van een verloren paradijs ontbreekt. Dat is een misser voor een boek dat gaat over de confrontatie met een gemankeerde wereld. Dat de schrijfster blijkbaar geen affiniteit heeft met het christendom, is daarvoor geen verontschuldiging. Er zijn genoeg niet-christelijke auteurs die dat besef wel hebben. Denk bijvoorbeeld aan Hendrik Marsman, of de Amerikaanse schrijver F. Scott Fitzgerald. In dat opzicht is het boek, hoe goed op zichzelf ook geschreven, teleurstellend. De personen zijn uiteindelijk niet veilig in de tijd.
|