Boekrecensie |
Titel: Klopjacht in Californië Auteur: Brock en Bodie Thoene; vert. Anneke Visser-de Gans Uitgeverij: Kok Kampen, 2000 ISBN 90 435 0065 8 Pagina's: 176 Prijs: 29,90
|
Recensie door Jeannette Donkersteeg - 17 januari 2001
Nieuw wildwestverhaal van de Thoenes vertaald
Advocaat Ryland is niet snuggerNiet al het werk van Brock en Bodie Thoene heeft evenveel diepgang. Die indruk krijg ik althans tijdens het lezen van Klopjacht in Californië, het derde deel van de Amerika Saga, een van de vele reeksen van het bestsellers schrijvende echtpaar. Vol humor zit deze uitgave wel. Daarmee is Klopjacht in Californië echt een roman om te lezen als je een uurtje ontspanning zoekt. Het hoogst onrealistische, maar komische verhaal wordt verteld door de ikfiguur, Jack Ryland. Deze advocaat reist per postkoets naar zijn nieuwe baas Wells & Fargo. De koets wordt onderweg overvallen, de koetsier vermoord. Het is aan Jack om de daders op te zoeken. Dat dat niet meevalt, blijkt onder meer uit de volgende typerende passage: Na tweeënhalve dag in het zadel kon ik de balans opmaken. Ik had drie onopgeloste overvallen (...), een paard dat oud genoeg was om rond 1820 ontdekkingsreiziger Jedidiah Smith te hebben verwelkomd, zoveel zadelpijn dat ik er maar liever niet aan wilde denken en een allesoverheersend gevoel van nutteloosheid. Bovendien, en dat was misschien wel het ergste, was ik ook het kleine beetje gewicht weer kwijt dat ik had gewonnen met de maaltijden van mevrouw Nichols, Ling en Eliza.
Bekering Tom Baker, die de dood in de ogen ziet, krijgt berouw van alles wat hij in zijn leven verkeerd heeft gedaan, ook al is hij dan geen moordenaar of overvaller. Eliza wijst hem op de bijbeltekst: Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Baker komt tot bekering. De schrijvers geven er hier blijk van zich de ernst van de dood te realiseren. Bevreemdend zijn daarom de schiet- en slachtpartijen die verder in dit boek voorkomen en het tot een goedkoop wildwestverhaal maken. Misplaatst vind ik zinnen als deze: Toen (de gewonde, red.) Ollie protesteerde dat hij achterin moest liggen in gezelschap van drie dode boeven, wist ik dat ik me over hem geen zorgen hoefde te maken. Een sterk punt is de humor in dit boek. Vooral de zelfspot van de ikfiguur doet het goed. De manier waarop Jack Eliza uiteindelijk aan de haak slaat, is ook grappig. Toch vermoed ik dat de Thoenes wel eens iets gepubliceerd hebben waarin ze de lezer meer meegaven dan ze met Klopjacht in Californië doen.
|