Boekrecensie

Titel: Een volmaakt gebroken hart
Auteur: Katie Singer

Uitgeverij: Bert Bakker
Amsterdam, 2000
ISBN 9035121635
Pagina's: 348
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door drs. W. Wouters-Maljaars - 20 september 2000

Joodse familiegeschiedenis is doorspekt met bitterzoete humor

De lange schaduw
van het nageslacht

In de Joodse traditie van de vertelcultuur kan weer een boek bijgeschreven worden: ”Een volmaakt gebroken hart” van Katie Singer. In de grote collectie romans van de naoorlogse Joodse generatie is dit een buitengewoon geslaagd nummer, vind ik. Ik heb het twee keer achter elkaar in één adem uitgelezen.

Die interesse wordt door verschillende factoren veroorzaakt. Allereerst is er de Joodse traditie, die zowel herkenning als belangstelling oproept: het leven volgens de wet, het kosjer eten en het houden van de sabbat. Het mammelosjn –het Jiddisch van de Oost-Europese Joden– geeft er de nodige smaak aan. „A froi kan fartrogen a gansa welt” (Een vrouw kan de hele wereld verdragen), of: „Nor a sjtein zol zain alein” (Alleen een steen moet alleen blijven) of heel simpel: „Daar ben ik blai om.” Daarnaast is er het procédé van de familiegeschiedenis. Voor mij blijft dat bijzonder boeiend.

In het spoor van Marianne Frederiksson (”Anna, Hanna en Johanna”) zet Katie Singer eveneens een vrouwengeschiedenis neer. Generaties volgen elkaar op en worden door elkaar getekend. Op een bepaald moment wordt dan ook gezegd: „We zijn allemaal slachtoffer, op de een of andere manier.” Of op een ander moment: „We zitten allemaal zo vol fouten, zo vol geschiedenis waar we geen weg mee weten.” Toch is het geen fatalistische, uitzichtloze, moderne roman geworden. Zoals de meeste Joodse literatuur is ook deze roman doorspekt met bitterzoete humor die altijd weer een uitweg aangeeft.

Verstoten
De auteur van deze roman woont en werkt in New Mexico. Haar hele leven heeft ze verhalen verzameld en op deze verhalen is haar debuutroman geënt. De plot draait eigenlijk om één zaak: als de hoofdpersoon, Hannah, op 21-jarige leeftijd van het ene op het andere moment de deur gewezen wordt door haar moeder, met wie ze altijd een bijzonder hechte band had, staat heel haar wereld op de kop. Voor Hannah begint nu een moeilijke zoektocht naar de reden van deze verstoting. In de hoop dat ze in het familieverleden de sleutel tot dit raadsel kan vinden, verdiept ze zich in de verhalen van haar grootmoeders, oudtantes en overgrootmoeders. Vier generaties worden zo voor het voetlicht gehaald, met al hun wel en wee.

In het kort schets ik nu de hoofdlijn van het verhaal, zonder daarbij recht te doen aan alle figuren die in de roman een rol spelen. Het begint in Rusland, waar zowel de familie van haar vader als die van haar moeder vandaan komt. Beide families verlangen naar een nieuw leven in Amerika. Bepaalde mensen uit de familie weten de droom inderdaad te verwerkelijken, maar die blijkt dan toch ook zijn zwarte kanten te hebben.

Eenzame stenen
Channa is dertien jaar als ze met haar ouders naar Amerika verhuist. Ze ontmoet er Meyer, een Jood die ernaar streeft volledig Amerikaan te worden. Haar eerste dochter sterft in de baarmoeder, maar haar volgende dochter blijft leven en krijgt de naam Ida.

Ida werkt als boekhoudster bij Zeitlins Plumbing Supply. De eigenaar van deze zaak is Moisje (in Amerika: Moe) Zeitlin, eveneens geboren in Oost-Europa. Hij heeft één ambitie: rijk worden, en daarom staat het werk in zijn leven centraal. Zijn gevoelsleven is dermate verstoord, vooral door een gebeurtenis in de tijd voor de emigratie, dat hij zich niet goed kan uiten. Zo doet hij Ida op de volgende manier een huwelijksaanzoek: „We moeten maar trouwen. Zou goed zijn.”

Ida twijfelt sterk omdat de verliefdheid totaal ontbreekt, maar op aanraden van haar vader: „Nor a sjtein zol zain alein” (Alleen een steen moet alleen blijven) en de dubieuze aanmoediging van haar moeder: „Er is a ferd. Mit a gute herts” (Hij is een paard. Met een goed hart), besluit ze toch met hem te trouwen.

Zwijgen
Dit is geen goede beslissing. Ida trekt een bolster om zich heen om ongevoeliger te worden en ze leert te leven zonder te praten. Moe en Ida krijgen twee dochters, Celia en Rita. Moe's verknipte gevoelens zoeken een uitweg en vinden die in zijn tweede dochter, Celia. Evenmin als haar dochter kan Ida zich verzetten tegen deze incestueuze relatie.

Celia is de volgende draagster van de verhaallijn. Zij is de moeder van de hoofdpersoon van de roman, Hannah. Met een totaal onbespreekbaar en onverwerkt verleden stapt ze het huwelijk in met Allan, wiens ouders uit Duitsland ontsnapt zijn en daar alle familie verloren hebben. Celia en Allan weten niet wat ze met zichzelf aan moeten, laat staan met de ander en het kind. Al spoedig volgt een scheiding. De eerst symbiotische, haast onverbreekbare relatie tussen moeder en dochter neemt onverwachts een eind, omdat de moeder haar dochter van zich afstoot. Hannah vindt troost bij Ida, haar oma, en blijft zoeken naar een moment van opening.

Uittochtmotief
De dikke roman blijft overzichtelijk door het duidelijke, meervoudige perspectief dat de schrijfster heeft gehanteerd. Het boek is verdeeld in fragmenten waarin continu van verteller gewisseld wordt; alleen de vrouwen komen aan het woord. Hannah is de centrale, steeds terugkerende vertelster die haar zoektocht weergeeft naar de geschiedenis van haar familie en haar eigen weg hierin.

Het centrale thema wordt verwoord door het motto: „God zegt tot de mens: „Ga allereerst uit je land, dat betekent uit de schemer die je over jezelf hebt afgeroepen. Dan uit je geboorteplaats. Dat betekent, uit de schemer die je moeder over je afriep. En daarna uit het huis van je vader. Dat betekent uit de schemer die je vader over je afriep. Pas dan zul je in staat zijn te gaan naar het land dat ik je wijzen zal.” (Martin Buber).”

De schaduwen van de nageslachten worden steeds langer. Dat thema wordt in dit boek heel goed verwoord. En hoewel er enkele bezwaren tegen deze roman kleven (een romanfiguur gebruikt één keer –één keer te veel– een vloek en Hannah deelt, zonder getrouwd te zijn, met haar vriend het bed) ben ik het wat deze roman betreft eens met Singer: „Wij leren de wereld te begrijpen door ons te verdiepen in de personages over wie wij lezen. Door te lezen voegen we iets toe aan onze kennis van de wereld en als het goed is ook aan onze kennis van onszelf.”