Boekrecensie

Titel: Vlucht uit de rode stad
Auteur: Eeuwoud Koolmees

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 1999
ISBN 90 336 2664 0
Pagina's: 301
Prijs: ƒ 34,75

Recensie door Anneke Tukker-Versluijs - 13 september 2000

Vlucht van een
schippersdochter

„„Help me dit land uit”, smeekte ze. Haar belagers zouden niet opgeven, ik had geen tijd te verliezen.” Deze woorden en een geheimzinnige illustratie sieren de omslag van ”Vlucht uit de rode stad”. Een origineel boek in het fonds van uitgeverij De Banier, waarin echter wel heel veel gebeurt.

Auteur is Eeuwoud Koolmees (1969). Volgens de uitgever schrijft hij vooral boeken en korte verhalen over onderwerpen die hem boeien, maar waarvan hij aanvankelijk weinig weet. Zo gaat ”Vlucht uit de rode stad” over de godsdienst en cultuur van Marokko. „Na een intensieve voorstudie vloeit het verhaal echter als vanzelf uit zijn pen.”

De opbouw van het boek is origineel. Na een citaat uit de koran en Psalm 25 volgt de proloog. Daarin laat de auteur geschiedenisstudent Peter aan het woord, die de lezer direct middenin het verhaal plaatst: „Ik ontmoette haar voor het eerst op de markt in Marokko.” Dan volgt deel 1: ”Fatima vertelt”. In dat gedeelte beschrijft de auteur het levensverhaal van Marissa. Zinnen als „Enkele jaren later. Marissa is inmiddels opgegroeid tot een puber van veertien” en „Zo begint er een heel nieuw hoofdstuk in het leven van Marissa” doen door hun statische vorm afbreuk aan het verhaal. Andere passages zijn juist weer vlot geschreven.

Het verhaal gaat over Marissa, een schippersdochter. Zij moet in een internaat gaan wonen. Daar maakt ze behalve fijne, ook verdrietige dingen mee. Ze heeft het er niet naar haar zin, krijgt verkeerde vrienden en besluit een eigen leven te gaan leiden. Ze loopt weg en komt na omzwervingen terecht in Amsterdam. Dan dreigt Marissa aan lagerwal te raken, maar ze wordt uit onverwachte hoek letterlijk uit de goot gehaald. Ze komt in contact met Ahmed en Birzil, een Marokkaans echtpaar dat bekeerd is tot het christelijk geloof.

Marissa wil haar weldoeners een wederdienst bewijzen en komt in de Marokkaanse stad Marrakech terecht. Daar raakt ze in de greep van uiterst fanatieke moslims. Hun bedreigingen houden haar in een wurgende greep. Ze wordt ontvoerd en raakt verstrikt in een griezelige affaire. Hoe komt ze hier ooit weer uit? Op de markt in Marokko ontmoet ze Peter van Vossen. Als hij per ongeluk op haar tenen gaat staan, ontglipt haar een Nederlands woord en daardoor verraadt ze haar nationaliteit.

Dan begint deel 2. Student Peter gaat in de ik-vorm verder. Alles wordt nog spannender en gevaarlijker. Peter stelt alles in het werk om Marissa aan de greep van de extremisten te ontrukken. Bijna gaat de ontsnapping niet door, als blijkt dat de twee verdovende middelen in hun bagage hebben.

Als Marissa en Peter veilig in Nederland zijn, probeert Marissa zich onvindbaar te maken. Ze houden van elkaar, maar Marissa vindt dat ze Peter niet waard is. Zoals echter te verwachten viel: het happy end –de epiloog– verhaalt van de trouwdag van Peter en Marissa. In nogal wollige bewoordingen verwoordt Peter zijn geluk: „Mijn borstkas leek te klein voor mijn hart, het geluksgevoel doortintelde mijn lichaam in het besef dat ze er nu altijd zou zijn. Voor mij. En ik voor haar. Mijn Marissa. (...) Hoog aan de hemel bezag ons de maan, maar daar keek ik niet naar. Ik zag hoger, waar er Eén was Die alles zag. Er was een gebed in mij, of de keuze van mijn hart in Zijn gunst mocht zijn, want slechts dan zou ons huwelijk echt goed zijn.”

Uit de epiloog (maar niet alleen daaruit!) blijkt wel dat ”Vlucht uit de rode stad” een positief christelijke strekking heeft. Kortom, een boek dat aan te bevelen is, ook al voel je je als lezer soms overweldigd door de grote hoeveelheid over elkaar buitelende gebeurtenissen.