Boekrecensie

Titel: Schimmen aan de Hudson
Auteur: Isaac Bashevis Singer

Uitgeverij: De Arbeiderspers
Amsterdam, 1999
ISBN 90 295 3742 6
Pagina's: 570
Prijs: ƒ 59,90

Recensie door drs. A. Verhoef - 3 mei 2000

Veelkoppig portret van
Joodse gemeenschap

„Natuurlijk geloof ik in een vrije wil. Héb ik een andere keus...?'' Zo'n uitspraak tekent de in 1991 overleden auteur en Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer. Zijn postuum uit het Jiddisch vertaalde roman ”Schimmen aan de Hudson” laat Singer zien zoals hij was in zijn hoogtijdagen.

Ook na zijn overlijden in 1991 bleef de Singer-bibliografie groeien. Werken die de auteur blijkbaar zelf altijd in portefeuille gehouden had, werden uitgegeven. Die hebben het beeld van deze vanouds Pools-Joodse auteur vertroebeld door hun minderwaardige inhoud. Het lezen van ”Schimmen aan de Hudson” is dan ook een verademing. Hier hebben we weer de echte Singer tussen de kaften.

In 1957 verscheen het boek voor het eerst als feuilleton in de Jiddische krant ”Jewish Daily Forward”. Na ruim veertig jaar is de roman ook voor de Nederlandse Singer-liefhebber toegankelijk geworden. Een intrigerende, controversiële roman waarin de Wet boven de God van de Wet wordt gesteld.

Holocaust
Isaac Bashevis was de zoon van een ultraorthodoxe rabbi uit Warschau. Met de volwassenheid kwam voor hem ook de breuk met het geloof van zijn vader. Singer gaf de Jiddische literatuur een enorme stimulans door aanvankelijk zijn werken alleen in deze taal te schrijven, hoewel hij in 1935 al emigreerde naar de Verenigde Staten. Zo ontkwam hij aan de holocaust, die altijd het spookbeeld achter zijn romans is.

Aan de ene kant beschrijft Singer het eenvoudige, simpele leven van de Joodse nederzettingen in Oost-Europa. De holocaust heeft hen weggevaagd (”The Family Moskat”, ”Satan in Goray”, ”The Manor”, ”The Estate”). Aan de andere kant schrijft de auteur romans en korte verhalen over het ontwortelde leven van degenen die overleefden en die in Amerika –vertwijfeld zo nu en dan– een nieuw bestaan op wilden bouwen (”Enemies”, ”A Love Story”).

”Schimmen aan de Hudson” behoort tot de tweede Singer-categorie. De titel geeft direct al een indruk van de situatie waarin die overlevenden in New York verkeren. Zij hebben het echte leven niet op kunnen pakken. Zij bewegen zich als schimmen.

Dialogen
Het duizelt je als beginnend lezer door de veelheid en veelsoortigheid van karakters die Isaac Bashevis Singer direct al in het eerste hoofdstuk exposeert. In het centrum van de roman bewegen zich twee tegenpolen: de maatschappelijk succesvolle Boris Makaver en de mislukkeling Hertz Grein. De laatste begint een relatie met Anna, de dochter van Boris Makaver. Maar Herz kan de al veelvuldig gehuwde en gescheiden Anna niet lang boeien. Om dat drietal heen heeft Singer vele personages geplaatst die allemaal vreselijk veel communiceren –het wemelt van de dialogen in de roman– over de meest diepgaande en onzinnige thema's.

Het is daarmee geen roman geworden die je even uitleest. Maar zo maakt Singer wel een veelkoppig portret van een Joodse gemeenschap van ”survivors”. Ze zouden blij moeten zijn, maar ze voelen zich schuldig. Ze zijn veilig na vele omzwervingen in New York aangekomen, maar ze kunnen geen wortel schieten aan de Hudson. Als Jiddischsprekende schimmen dolen zij rond in een onderwereld van schuld en boete. Het is een indrukwekkend portret geworden, met veel schaduwpartijen, ondanks de lichtpuntjes van humor en ironie die Singer heeft aangebracht.

Wetten
Opmerkelijk is dat Herz Grein in de loop van de roman Anna verlaat, terugkeert naar zijn vrouw Lea die aan kanker lijdt én zich streng gaat houden aan de Joodse religieuze wetten. Grein wordt godsdienstig, maar zonder God. Want voor Singer heeft God Die zo veel lijden toestaat, totaal afgedaan. Voor Grein is het geloof geen zaak van ervaring of bevinding, van hoop en verwachting. Het geloof van Grein heeft alle glans verloren en is een star systeem geworden van wetten. Die wetten, gebaseerd op de Wet, moeten hem een houvast bieden in de maalstroom van het leven daar aan de Hudson. Wel de Wet, niet de God van de Wet. Het is een zielige vertoning, waarin Grein telkens wanneer hij valt niet op genade hoeft te rekenen van hemzelf en de mensen om hem heen, laat staan van God, Wiens bestaan hij niet erkent.

Isaac Bashevis Singer kende de orthodox-Joodse wereld waaraan Grein zich overlevert van huis uit. Zijn roman ”Schimmen aan de Hudson” laat een mens- en godsbeeld zien dat christenen zullen afwijzen. De orthodox-Joodse wereld zal, zo zei Singer zelf in een interview, zijn visie beschouwen als een ketterij. Maar hij lag daar niet van wakker. „Want toch beschouw ik mij nog steeds als een godsdienstig man. Ik ben niet tegen georganiseerde religie, maar ik wens er niet aan mee te doen.”

”Schimmen aan de Hudson” is een roman die je niet blij maakt en die je toch ook niet loslaat. Omdat het boek zo veel stellingen bevat over maatschappelijke en religieuze zaken die je wilt overdenken en weerleggen. Maar veel liever zó'n boek dat je niet anders dan serieus kunt nemen, dan een late Singer die niet verder komt dan platvloersheden.