Boekrecensie |
Titel: Orgelluiken. Traditie en iconografie Auteur: Mieke M. van Zanten Uitgeverij: Walburg Pers Zutphen, 1999 ISBN 90 5730 025 Pagina's: 253 Prijs: 79,50
|
Recensie door Herman A. van Duinen - 8 maart 2000
Orgelluiken met bijbels verhaalVorig jaar promoveerde Mieke M. van Zanten op een studie naar schilderingen op Nederlandse orgelluiken uit de periode 1526-1720. Aan deze monumentale schilderingen uit de rijke Hollandse schilderstraditie van de Gouden Eeuw was voordien weinig aandacht besteed. Goed dus dat Walburg Pers met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg het proefschrift Orgelluiken. Traditie en iconografie in druk uitgeeft. In 1511 waarschuwde de Heidelberger organist Arnolt Schlick voor ongedierte dat het orgel kon bevuilen, ontstemmen en zelfs vernielen. Tegen ongenode gasten beval hij orgelluiken Flügeln aan. De luiken zorgden ervoor dat vleermuizen en vogels zich niet gingen nestelen in en tussen het pijpwerk en het mechaniek in de orgelkas. Mieke van Zanten gaat uitgebreid in op het ontstaan, de ontwikkeling, de functie en de vorm van de orgelluiken. Ze plaatst ze allereerst in Europees perspectief. Zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde werden de luiken, een raamwerk van hout en bespannen met linnen, beschilderd. Veelvoorkomende thema's uit de beginperiode waren patroonheiligen, de annunciatie, Christus' geboorte en de aanbidding van de herders en de drie wijzen. Deze laatste thema's zijn te zien op de in 1526 geschilderde luiken van het laatgotische orgel uit Scheemda, nu in het Rijksmuseum te Amsterdam.
David Rond de thema's David in beeld en Davids muziek wordt uitvoerig de iconografie rond David beschreven. Zowel (kerk)muziek, beeldende kunsten, liturgie als geschiedenis stelt de auteur aan de orde. Als inspiratiebron voor de te beschilderen luiken dienden, naast de bijbelverhalen, afbeeldingen uit getijdenboeken en de prentkunst. Aan de hand van voorbeelden op de orgelluiken toont de auteur de veranderende exegese gedurende de zestiende eeuw door de invloed van het humanisme en de Reformatie. In de hoedanigheden van strijder en overwinnaar, koning van het volk Israël en psalmist, bood David aan landelijke, stedelijke en kerkelijke opdrachtgevers vele mogelijkheden tot identificatie, hetgeen tot het afbeelden van de oudtestamentische held leidde. Hoewel niet in het boek vermeld, had als voorbeeld kunnen dienen het achtste couplet uit het Wilhelmus: Als David moeste vluchten/ Voor Saul den Tyran: Soo heb ick (Willem van Oranje) moeten suchten (...).
Orgelhater Ondanks dit gedegen onderzoek wordt Calvijn (en de calvinisten in de beschreven periode) nog steeds als orgelhater afgeschilderd. Het zou zinvol zijn de studie van Jan Zwart over de reformatorische orgelcultuur en orgelkoraalkunst nog eens op te pakken, waar hij onder meer schrijft: Wie over het Calvinisme wat wil zeggen of schrijven, moet allereerst beginnen na te denken welke rol de muziek toen vervulde, over de stand der muziekontwikkeling (notenkennis, harmonisatie), de orgelbouw en tot welke lagen der maatschappij de kunst zich uitstrekte. (...). Er is op dit gebied nog heel wat goed te maken aan de nagedachtenis onzer eerste Gereformeerden (...). Desondanks zal het boek iedere geïnteresseerde zeker aanspreken, al zal de doorsnee orgelliefhebber het een pittige studie vinden.
|