Boekrecensie |
Titel: Zee-Binnen Auteur: Margriet de Moor Uitgeverij: Querido Amsterdam, 1999 ISBN 90 214 7546 4 Pagina's: 152 Prijs: 37,50
|
Recensie door Tjerk de Reus - 5 januari 2000
Leven is heel gevaarlijkNiet zo heel lang geleden, in 1988, debuteerde Margriet de Moor met de verhalenbundel Op de rug gezien. Nu, elf jaar na haar debuut, is haar naam niet meer weg te denken uit de Nederlandse literatuur. Haar boeken worden gewaardeerd, veel scholieren zetten ze op hun literatuurlijst. De nieuwe roman van Margriet de Moor, Zee-Binnen, bewijst opnieuw haar talent. Het is een lichtvoetig en tegelijkertijd ernstig boek. Weinigen zullen ontkennen dat Margriet de Moor schrijftalent heeft. Maar het is wel een eigenaardig talent. De Moor is geen vertelster die rechttoe, rechtaan haar verhalen aan de lezers voorschotelt. Haar boeken hebben iets mysterieus, iets onuitgesprokens, wat het de lezer niet altijd gemakkelijk maakt. Zo is bijvoorbeeld het laatste woord over de titel van haar roman Eerst grijs dan wit dan blauw (1991) nog lang niet gezegd. Ook haar verteltrant is eigenzinnig. De Moor speelt met vertelperspectieven op een wijze die veel schrijvers jaloers zal maken. Ze springt moeiteloos over van de ene op de andere situatie, van het ene naar het andere personage, soms zelfs binnen de beperkte ruimte van een zin. De verhalenbundel Ik droom dus (1995) lijkt wat dit betreft op een vingeroefening; De Moor 'speelt' daarin met verhalen die andere verhalen spiegelen of juist verdringen. Bij dat alles gaat het haar om de kracht van de woorden en van de verbeelding.
Onbekommerd Vergeleken met deze auteurs is De Moor een onbekommerd schrijfster. Al vertellend bouwt zij haar verhalen op, zonder de geloofwaardigheid ervan in gevaar te brengen. Zo begint haar nieuwe roman, Zee-Binnen, met de zin: Laten we dit maar het verhaal van een weg noemen. Steeds springen opmerkingen van deze aard in het oog, die even doen denken aan de alwetende vertellers uit de negentiende eeuw. Maar De Moor is niet alwetend, het lijkt er juist op dat zij de opbouw van het verhaal samen met de lezer meemaakt. Ze vertelt het tragische verhaal van Gemma Meeuwenoord-van Rijn en van de overspelige liefde tussen haar en een dierenarts, een verhaal van teleurstellingen, van onberekenbare en tegelijk ontwrichtende krachten, van zelfmoord en van dodelijke verkeersongelukken. Al vertellend raakt ze er zelf van onder de indruk; ze eindigt haar roman met het zinnetje: O doe voorzichtig. Deze slotzin is een echo van het motto voor in het boek: Want, leven is heel gevaarlijk....
Geheime roer Maar zo'n onverwachte wending in je levensloop kan ook van heel andere aard zijn. In Gemma's jeugd volgden de drama's elkaar op: haar vader stierf aan een ongeneeslijke ziekte, haar broer verongelukte, haar zus pleegde zelfmoord en toen zijzelf in coma lag door een ziekte, nam haar moeder een overdosis pillen. Ook bij deze drama's kun je spreken van ontwrichting; het leven loopt grondig uit het spoor. De vragen die met dit alles verbonden zijn, hebben in Zee-Binnen De Moors aandacht.
Levensdraden In Zee-Binnen is een zoekende vertelster aan het woord, die de raadsels in mensenlevens scherp in het vizier probeert te krijgen. De waaroms achter de wendingen in de levens van haar hoofdpersonen kun je niet zomaar achterhalen, is de conclusie. Die rationele vaststelling wordt in Zee-Binnen voelbaar gemaakt en omgevormd tot een reeks vragen. De ernst waarmee Margriet de Moor zich aan deze vragen zet, maakt de waarde van dit boek uit.
|