Boekrecensie

Titel: Jezus: bij hoog en bij laag. De christologie van Van de Beek en Kuitert
Auteurs: H. M. Kuitert, A. van de Beek e.a.

Uitgeverij: Kok
Kampen, 1999
ISBN 90 453 0097 6
Pagina's: 189
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door ds. G. D. Kamphuis - 27 december 1999

Kuitert en Van de Beek in debat

Tijdens de tiende Leidse lezing, op 27 september, reageerde prof. dr. A. van de Beek (auteur van ”Jezus Kurios”) op de christologie van prof. dr. H. M. Kuitert (auteur van ”Jezus, nalatenschap van het Christendom”). Kuitert reageerde vervolgens weer op ”Jezus Kurios”. Deze bijdragen, met diverse andere commentaren en reacties op Van de Beek en Kuitert, zijn uitgegeven in het boek: ”Jezus: bij hoog en bij laag”.

Dit uitermate instructieve boek geeft in kort en helder bestek een overzicht van de huidige stand van het gesprek over de christologie. De denklijnen worden duidelijk en in de commentaren en nadere beschouwingen worden uitermate kritische en meestal gedegen vragen gesteld aan beide hoogleraren. Uiteraard is het niet de bedoeling alle auteurs en hun bijdragen te noemen. De geïnteresseerde lezer neme zelf en leze.

„God is gekomen om onze zonde en nood te dragen.” Dat is deel één van het credo van Van de Beek. Maar deel twee hoort erbij: „Het wordt niet beter: de mensheid is ongeneeslijk.” Op deze wijze ontleedt dr. H. Veldhuis de theologie c.q. de christologie van Van de Beek. Naar mijn waarneming brengt hij hier de kritiek onder de kortste en scherpste noemer. De kracht van Van de Beek ligt in zijn hoge insteek: „In Jezus heeft God het mens-zijn aangenomen.” Toch blijft het rond ”verzoening” vaag. In Christus draagt God deze gebroken wereld. „Christus heeft de zonde gedragen maar niet weggedragen.” Gelukkig wél, zeg ik.

Pasen
Op grond van Zijn offer is er verzoening én vernieuwing. Het werd ook Pasen. „Het gaat erom dat door de opstanding en de komst van de Geest het leven van Jezus opnieuw gestalte aan gaat nemen in de wereld”, schrijft drs. W. Dekker, mijns inziens terecht. Het is Pinksteren geweest en hoe gebroken de wereld ook is, en hoe je daaronder lijdt, zoals Van de Beek doet (dat merk je door heel zijn theologie heen), toch zijn er ook de tekenen van Gods Koninkrijk: Zijn wereldwijde kerk. De Bijbel blijft mij beloven dat God met Zijn schepping een weg gaat die uiteindelijk door de crises heen uitloopt op Gods nieuwe toekomst. Het scharnier van de geschiedenis ligt in kruis en opstanding.

Het is voor mij niet te volgen wanneer Kuitert zegt dat „alles, van de veelkleurigheid van Gods werken tot de openbaring van Zijn ongebonden liefde, van verzoening tot Zijn genadige neerbuiging tot Zijn schepselen, van barmhartigheid tot rechtvaardigheid Gods, dat alles maar dan ook alles even goed zonder de christologie van de oude kerk gezegd kan worden.” De waarde van het Nieuwe Testament wordt door hem op die manier in feite ontkend. Wat in het Oude Testament in de belofte was verscholen, wordt in het Nieuwe Testament werkelijkheid.

Historische feiten
Het is me opnieuw opgevallen bij het lezen van zijn artikel dat deze vraag gewoon ondergesneeuwd blijft. Ik bestrijd ook vanuit de exegese van Oud en Nieuw Testament dat wie gelooft in „Het is geschied”, zijn geloof daarmee uitlevert aan de historicus. Er zijn historische feiten waarbij de historicus de diepte van „Het is geschied” niet peilt. Dat betekent niet dat Kuitert in zijn verweer tegen Van de Beek geen treffende dingen zegt. Wanneer Van de Beek zegt: „Dieper dan Nicea en Chalcedon kan het niet worden gezegd”, schrijft Kuitert: „Daar gaat de tekst.”

Maar dat verwijt klinkt uit zijn pen niet zuiver. Hoe vaak gaat bij hém de tekst niet! Alleen al door het volgen van de historisch-kritische methode. En in de tweede plaats doordat hij uitermate selectief is in zijn citeren van schriftgegevens. Maar bovenal, en Van de Beek wijst daar terecht op in zijn reactie, omdat de grondthese van Kuitert is „dat alle spreken over boven van beneden komt.” Daar gaat de tekst! „Toch doet hij voortdurend zijn best om het belang van het nieuwtestamentisch getuigenis te minimaliseren”, schrijft dr. G. van den Brink in een uitstekende bijdrage.

Integriteit
Er staan in dit boekje ook bijdragen die mij weinig tot niet aanspreken. Ik denk bijvoorbeeld aan de uitermate kritische bijdrage van dr. Witkamp, rector van het theologisch seminarium Hydepark. Hij stelt een aantal scherpe vragen aan Van de Beek vanuit de exegese. Maar verder verwijt hij Van de Beek uit te gaan van „de integriteit van de bijbelse kanon en van de inhoudelijke eenheid van bijbelse en dogmatische theologie.”

Naar mijn vaste overtuiging ligt hier juist het sterke en weldadige element in de benadering van Van de Beek. Dat geldt ook van het feit dat hij overtuigend zijn christologie „van Boven” ons aanbiedt. We kennen God ten diepste in Jezus Christus, Zijn eigen Zoon. Zo verheugen wij ons in Advent en Kerst.