Boekrecensie

Titel: Wie zou Jezus zijn? Het evangelie voor postmoderne mensen na de verdwijning van God
Auteur: Henk P. Medema

Uitgeverij: Medema
Vaassen, 1999
ISBN 90 6353 323 3
Pagina's: 279
Prijs: ƒ 32,95

Recensie door dr. W. H. Velema - 23 december 1999

Medema informeert postmoderne mens in wijdlopige (reis)gids

Uitdaging in de nieuwe eeuw

”Wie zou Jezus zijn?” De titel maakt nieuwsgierig. Bedoelt de schrijver, Henk P. Medema, dat hij zelf niet weet wie Jezus is? Betekent zijn boek dat de auteur zelf op zoek is naar Jezus? De ondertitel luidt: ”Het evangelie voor postmoderne mensen na de verdwijning van God”. Medema heeft kennelijk een bepaald type mens als lezer op het oog. Niet iedereen zal zich tot de postmoderne mensen rekenen. Of doet de schrijver dat wel?

Wat bedoelt de schrijver met de uitdrukking „na de verdwijning van God”? Is God metterdaad en totaal uit onze samenleving verdwenen? Of zijn er (misschien wel veel) mensen die Hem niet kunnen vinden; en die daarom denken dat God verdwenen is?

De titelbladzijde roept dus vragen op. Ik vat titel en ondertitel op als de verwoording van het verlangen van de auteur in contact te komen met mensen die Jezus niet kennen en die van Zijn relatie met God niets afweten. Dat zijn mensen uit onze tijd, die gekenmerkt wordt als ”postmodern”.

Het boek telt vijf hoofdstukken, die worden toegelicht in de niet-genummerde inleiding. ”Hij Zelf”. 1. Hij kwam; 2 Hij was er; 3 Hij sprak; 4 Hij ging; 5 Hij is verhoogd, gevolgd door een epiloog van twee bladzijden.

Specifiek
Het is duidelijk dat de auteur met deze vijf hoofdstukken de geboorte, het leven, de prediking van Jezus, Zijn lijdensweg en Zijn verhoging beschrijft. Hij doet dat op een geheel eigen manier. Elk hoofdstuk begint met de beschrijving van een plaats (of meer plaatsen) uit Israël, waar zich het specifieke van het hoofdstuk afspeelt. Men kan het een beschrijving uit een reisgids noemen, een verslag over het aspect van Jezus' leven dat in het hoofdstuk aan de orde komt.

De tweede paragraaf gaat in op de gegevens in de Evangeliën over Jezus' leven, spreken, lijdensweg en verhoging. Daarna komt in elk hoofdstuk als derde paragraaf: Jezus en de (post)moderne mens. Welke gedachten heeft deze mens over zichzelf, over de wereld, over God en godsdienst? Een soort confrontatie van wat in de tweede paragraaf (van elk hoofdstuk) staat met ervarings- en voorstellingswereld van de (post)moderne mens.

De laatste paragraaf luidt steeds: ”De uitdaging van de eenentwintigste eeuw”. Hierin behandelt de schrijver wat het thema van het hoofdstuk aan de moderne mens heeft te zeggen. Hij gaat in op hun vragen, legt de bijbelse boodschap uit en licht haar toe.

Dogma
Het valt op dat de schrijver van de leer en van het dogma niet veel moet hebben, al bestrijdt hij het dogma niet. Het gaat om persoonlijke beleving, om de praktijk van het christen-zijn. Het accent van Medema hierop vind ik nogal eenzijdig. Ik heb geen moeite met de vraag naar de persoonlijke beleving. Die vraag is zelfs noodzakelijk, maar niet ten koste van de leer, het verkondigde Evangelie.

Er zit in het boek natuurlijk toch een heel stuk onderricht (leer), ten dele door verwijzing naar andere geschriften van de auteur.

Ik ontdek in elk hoofdstuk eigenlijk vier lagen. Allereerst een soort beschrijving van een toerist die Israël 'doet'. Daarna een toelichting op wat de Evangeliën zeggen over Jezus' komst, woorden, lijden en verhoging. Dan een confrontatie met de postmoderne mens, met diens inzichten en ideeën, om ten slotte de boodschap toegelicht en toegespitst op de gesprekspartner door te geven.

Formulering
Dat is een originele aanpak. Boeiend, soms toch wat vragen oproepend. Waarom mag de verkondiging van de kerk niet duidelijk uitgesproken worden, tot in de formuleringen van het dogma toe? Moeite heb ik aan het slot met de nadruk op de gemeente als het Evangelie van God. De schrijver legt de achtergrond van deze stelling niet bloot, maar verschuift de aandacht van het Woord naar de beleving van het christen-zijn in de gemeente. Hier zou ik de prioriteit van het Woord voorop willen stellen.

Het is een boek dat wat wijdlopig is, maar zich goed laat lezen. De invalshoek is een heel eigene. Voor mensen die graag op een nieuwe manier de oude Bijbel met zijn vertrouwde boodschap willen lezen, is dit een interessante (reis)gids. Of mensen buiten de kerk en de Vergadering der Gelovigen erdoor aangesproken worden, blijft voor mij een vraag. Het lijkt me geen boek dat binnen de kerk gemakkelijk als thema voor een gespreksgroep zal dienen. Het is meer voor persoonlijk gebruik.