Boekrecensie

Titel: De markt van geloven
Auteur: Anne van der Meiden

Uitgeverij: Ten Have
Baarn, 1999
ISBN 90 259 5155 4
Pagina's: 160
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door dr. C. P. Polderman - 23 december 1999

Van der Meiden: Kerk moet marketing toe gaan passen

Een remedie tegen
kerkverlating

Het nieuwe boek van Anne van der Meiden, ”De markt van geloven”, is een boek dat je maar één keer leest. Zijn boodschap is dat het (liberale) principe van marktwerking ook door de kerken ingezet moet worden als overlevingsstrategie. Kerken moeten volgens Van der Meiden 'bij de tijd' blijven, inspelen op de vraag van de leden, net als commerciële instellingen aan marktonderzoek doen, communicatieprocessen leren beheersen, allianties aangaan en hun diensten afstemmen op de behoeften van moderne mens. Volgens de auteur leveren de gevestigde kerken namelijk niet (meer) wat moderne, mondige mensen vragen.

Van der Meidens remedie om het proces van kerkverlating te keren is: pas moderne marketing- en communicatietechnieken toe en je zult zien wat er allemaal (nog) mogelijk is voor de kerken! Het boek begint met twintig ”stellingnames vooraf”. Daaruit blijkt enerzijds zijn vakkennis als communicatiewetenschapper en anderzijds het feit dat we met een vrijzinnige predikant te doen hebben.

Stellingname drie luidt: „Geen enkele religie of godsdienstige gemeenschap kan claimen de waarheid te bezitten. De bewering dat men de waarheid bezit, heeft uitsluitend waarde voor interne bevestiging. Omdat anderen die claim niet erkennen, is er sprake van een communicatief misverstand. Waarheid is geen bezitsterm maar een communicatief geladen begrip.”

Verderop noemt de auteur een belangrijke centrale gedachte in zijn boek dat de kerken „op weg moeten gaan naar een inspirerende en wervende pluriformiteit.” Wat moeten we hiermee? Mijn advies is dat we eerst naar het ”Boek der boeken” luisteren en nagaan wat dáár over ”de waarheid” en ”de weg” wordt gezegd.

Johannes
Nadat Jezus in Johannes 14 met Zijn discipelen over het Vaderhuis met zijn vele woningen heeft gesproken, zegt Thomas: „Heere, wij weten niet waar Gij heengaat en hoe kunnen wij de weg weten?” Dan wijst Jezus op Zichzelf en zegt: „Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven.” ”De waarheid bezitten”, waarover het in genoemde stelling gaat, krijgt door dit Schriftwoord een totaal andere betekenis en blijkt een bezitsterm te zijn!

„Het op weg gaan naar een inspirerende en wervende pluriformiteit” is op basis van hetzelfde schriftwoord pure ketterij! Het boek dichtdoen en niet verder lezen, is een mogelijkheid. Doorlezen bevestigt het vermoeden dat Van der Meiden dwaalwegen wijst.

Helemaal in overeenstemming met het moderne marketingdenken adviseert Van der Meiden dat geloofsgemeenschappen er goed aan doen „de diversiteit van het aanbod af te stemmen op de diversiteit van motivaties en behoeften.” Een evangelie naar de mens dus.

Van Sola Scriptura wil Van der Meiden niet weten. Volgens hem biedt de Bijbel een veelheid van gedachten en meningen die niet allemaal met elkaar kloppen. Zijn idee is dat Gods Woord niet samenvalt met de Bijbel. Mensenstemmen spreken mee, vullen aan, interpreteren op een eigen wijze. En daar is volgens hem niets op tegen. Er zijn immers „tal van verbindingslijnen tussen wereldse en godsdienstige communicatie.”

Promotie
Van der Meiden blijkt er weet van te hebben dat over de gelijkstelling van wereldse en godsdienstige communicatie binnen de kerken ook anders wordt gedacht. Met wereldse middelen de kerk promoten en regels uit de communicatiewetenschappen toepassen voor de verbreiding van het Woord wordt immers door 'orthodoxen' afgewezen. De manier waarop het Evangelie de wereld ingaat en verovert, is volgens hen van een andere orde dan die van communicatie van menselijk gedachten en ideologieën. Anders gezegd: woordverkondiging is wat anders dan een dialoog aangaan!

Mét Van der Meiden stem ik overeen dat de kerken zich niet kunnen verschuilen achter de idee „Wie de boodschap heeft gemaakt, zal ook wel voor de overdracht zorgen.” Er zal door de woordverkondigers alles op alles moeten worden gezet om het Woord in verstaanbare taal bij de moderne mens te brengen. Het gaat er dan wel om dat het Woord ook daadwerkelijk aan het woord komt.

Overdracht
Van der Meiden zoekt echter het probleem bij de overdracht. Ik denk dat het probleem bij de boodschap zit. Het Woord zit mijns inziens te veel verpakt in allerlei menselijke bedenksels en (leerstellige) inzichten. Het maakt dan niet uit of dat gedaan wordt door voorstanders van een 'social gospel' of door degenen die het Woord brengen in de vorm van het be(s)preken van leerstellingen. In beide gevallen heersen menselijke inzichten en ervaringen over het Woord van God. Geen van beide zal stand houden... In bijbelse termen: „Het zal geen dageraad hebben.”