Boekrecensie |
Titel: Friedrich Nietzsche. Complete biografie Auteur: Curt Paul Janz Uitgeverij: Tirion Baarn, 1999 ISBN 90 4390 035 4 Pagina's: 991 Prijs: 39,50
|
Recensie door K. van der Zwaag - 23 december 1999
Tragische lot van Friedrich Nietzsche was dat hij God verloren had
Wee die de woestijnen herbergt!Nietzsche is er aan te gronde gegaan dat hij God voor het leven gewoonweg nodig had, maar de levende God en de weg naar hem was kwijtgeraakt. Dat hij goddeloos was: zonder God, dat hij God verloren had, dat is het tragische lot van zijn leven. De Zwitserse orthodoxe theoloog Julius Kaftan sprak deze woorden in herinnering aan een ontmoeting met de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche (1844-1900), even voor diens geestelijke instorting. Een vredig tafereel ergens in Zwitserland. Nietzsche had in 1889 zijn felle strijdschriften tegen de westerse filosofie en het christendom als het ware in een vulkanische eruptie geschreven. In het Zwitserse dorpje Sils kwam hij schijnbaar tot rust. Kaftan schrijft zo lezen we in de omvangrijke biografie van Curt Paul Janz dat hij waarschijnlijk de laatste was die met Nietzsche geestelijk contact had. Stijgend naar een gletsjer bleef Nietzsche plotseling staan op de smalle weg en sprak met zachte stem over de grote verandering die in hem had plaatsgevonden. Het was alsof een vrome vertelde hoe hij de nietigheid van de wereld had ingezien en zijn ziel bij God geborgen wist. Nota bene, zegt Kaftan, schreef Nietzsche juist in die tijd zijn Götzendämmerung, waarin hij zijn felle aanval op het christendom als onder meer product van een slavenmoraal neerlegde.
Shockerend Zijn studie theologie in Bonn was van korte duur. Hij koos al snel de richting van de filologie, werd op jonge leeftijd hoogleraar klassieke filologie in Bazel, maar zijn roeping lag in de filosofie, waarbij hij vooral putte uit het werk van de oudste Griekse filosofen (voorsocratici). Voor zijn moeder, die lang hoopte dat Fritz het pad van haar man (die ook! stierf aan een geestesziekte) zou inslaan, stortte volgens Janz een wereld in. In 1879 vroeg Nietzsche ontslag vanwege zijn precaire lichamelijke en geestelijke gezondheid. Na de jaren 1869 tot 1879 in Bazel brak de periode van de vrije filosofie aan. De laatste tien jaren van zijn leven bracht Nietzsche in een toestand van volslagen krankzinnigheid door, bijgestaan door zijn enige zuster en enkele vrienden die hem tot de dood trouw bleven. Nietzsches moeder heeft hem in de jaren van zijn krankzinnigheid moederlijk verzorgd, maar heeft de laatste zeven jaar van haar zoon niet meer hoeven mee te maken: zij stierf op 71-jarige leeftijd. Wie kan een kind beter begrijpen dan een moeder? schrijft Janz. Ontroerend is om van Nietzsches moeder te lezen: Mijn ziel is vervuld met innige, innige dank jegens de lieve goede God, dat ik dit hartekind verzorgen kan. Ik zal mijn gebed tot Hem opzenden dat Hij het lieve lieve kind toch bewaren zal.
Vrije filosofie Alle geloof en waarheid moesten volgens hem telkens opnieuw overgeleverd worden aan het gerecht der waarachtigheid. Schokkend zijn de aanvallen op het bedrog, de dwaling en dwaalleer van het christendom (platonisme voor het volk), vooral op het paulinische christendom, op het geloof in een betere, hiernamaalse wereld, op het christelijk geloof als een religie van knechting en zelfverminking, product van de laagste klassen. Schokkend ook is zijn visie op begrippen zoals laatste oordeel en onsterfelijkheid van de ziel als de kwaadaardigste valsemunterij van de kerk. Nietzsche fulmineerde tegen een morele wereldorde, zelfs tegen de tegenstelling tussen goed en kwaad (die slechts product was van de heersende moraal van machthebbenden). Kunst en dat was voor hem vooral muziek stond voor hem hoger aangeschreven dan wetenschap: de kunst wil het leven, kennis bereikt vernietiging. Kenmerkend voor Nietzsche is zijn geestesaristocratie en genieëncultus. Het zware lot van de eenzaamheid Nietzsche verkoos voor zijn inspiratie altijd de omgeving van zee en gebergte was het tragische voorrecht van de sterken. Ziener van de toekomst noemde hij zichzelf, maar dat was te zwaar om te dragen! Hij huiverde letterlijk van de gedachten die aan de horizon opdoemden, zo schrijft hij, maar gaf er toch aan toe, zocht ze zelfs en slingerde ze de wereld in: de gedachte van de dood van God (in feite een moord op Hem!), de supermens, de Umwertung aller Werte. Inderdaad: te zwaar om te dragen! De woestijn groeit, zo dichtte hij eens, wee degene die woestijnen bergt! Zijn laatste brieven ondertekende hij menigmaal met de Gekruisigde of de antichrist. In zijn Fröhliche Wissenschaft schreef hij, te midden van andere cynismen over het christelijk geloof: Weg met zo'n God! Liever geen God, liever op eigen houtje lot maken, liever dwaas zijn, liever zelf God zijn! Deze woorden zouden tijdens zijn geestelijke ineenstorting weer boven komen.
Waarschuwing Nietzsche sprak ook zijn hoon uit over degenen die zich uit conventie of gemakzucht christenen noemen zonder dat te zijn. Doet dat niet iedereen die God uit zijn bestaan wegdringt? Is deze filosoof met de hamer voor ons dan ook geen waarschuwing? Ik heb Nietzsche altijd als een vechter met God beschouwd, een radeloze, die God ontkende maar daar geen vrede in vond, in tegenstelling tot miljoenen oppervlakkige atheïsten van deze tijd die er wel 'vrede' mee hebben. Nietzsche is eerlijker, maar ook onbarmhartig eerlijk. De uitspraak van Multatuli is treffend voor Nietzsche: O God, er is geen God!
|