Boekrecensie

Titel: Naamregister van de bekendste en meest in gebruik zynde Nederduitsche boeken
Auteur: Reinier Arrenberg.

Fotomechanische herdruk van de uitgave van 1788, voorzien van een inleiding door dr. F. A. van Lieburg
Uitgeverij: Lindenberg, Rotterdam, 1999
ISBN 90 70355 16 7
Pagina's: XXXV, X, 598
Prijs: ƒ 175,- (tot 31 dec. ƒ 159,-)

Recensie door J. M. D. de Heer - 8 december 1999

Lindenberg biedt reprint van naamregister uit 1788

Dwalen in een oude bieb

In 1773 was het zover, Reinier Arrenberg verzorgde de uitgave van een oude wens: een naamregister van boeken. Een voortreffelijk verzorgde reprint van de herdruk uit 1778 zag onlangs het licht. Welk gevoel wekt het bladeren in dit boek op? Dat je loopt in een boekwinkel anno 1778? Niet helemaal, want vele boeken uit het register waren toen al lang uitverkocht. Een antiquariaat? Ook niet, sommige boeken zijn 'gloednieuw'. Het lijkt meer op het dwalen door een bibliotheek waar oud en nieuw door elkaar staat, waar je veel herkent, maar waar je ook veel leert.

Het register van Arrenberg –hij was zowel publicist, boekverkoper als uitgever van de Rotterdamsche Courant– gaat terug op een soortgelijke index van Johannes van Abkoude. Arrenberg breidde de beschreven periode uit, van 1600 tot 1787, maar nam anderzijds titels verkort op en liet er een aantal vervallen.

In zijn informatieve historische inleiding noemt dr. F. A. van Lieburg Arrenberg een aanhanger van de christelijke Verlichting. Binnen deze stroming, die in de vaderlandse kerk allengs meer voet aan de grond kreeg, bestond meer belangstelling voor een algemeen godsdienstige opvoeding van het volk dan voor de verdediging van de oude gereformeerde leer.

De klimaatverschillen binnen de Gereformeerde Kerk in de Nederlanden leidden tot botsingen. Een hoogtepunt was de afzetting van de gematigd verlichte ds. Antonius van der Os in 1755. Een stroom aan pamfletten, brochures en boeken (variërend van enkele bladzijden tot ruim 1000) kwam op gang. Maar ook voor en tegen de „vrye Metzelaars, de Hernhutters en het Nieuwkerksche Beroeringswerk” verschenen talloze geschriften. Arrenberg vond dergelijke polemieken niet echt interessant –het is „onnutte ballast”, oordeelde hij– en liet daarom bijna al deze titels weg. Bijna, want werken als het ”Examen van het ontwerp van tolerantie” en de ”Uitvoerige waarschuuwinge” van J. J. Schultens tegen Comries catechismusverklaring kregen wel een plaats in het register. Maar dat zijn omvangrijke verhandelingen. Het weerleggen van de gevoelens van de tegenstander leek soms steeds meer bladzijden te moeten kosten.

Prijzen
De uitgave van Arrenbergs register bevat ook gegevens over het formaat van de boeken. Bij grotere werken als catechismusverklaringen staat het getal 4 achter de naam van de uitgever. Dit staat voor kwarto, het formaat waarbij een vel papier in vieren wordt gevouwen. Minder omvangrijke werken werden vaak in octavo (een 'achtje') uitgegeven. Het blad werd dan in achten gevouwen.

Bij de catechismusverklaring van ds. Johannes van der Kemp zien we de prijs van 3 gulden staan. Een fors bedrag in die tijd, rekent de Leidse hoogleraar boekgeschiedenis prof. dr. P. G. Hoftijzer voor. Een kleine zelfstandige, een timmerman of slager bijvoorbeeld, verdiende tussen de 6 en 10 gulden per week. Desondanks meldt het register van Arrenberg in 1778 al de zeventiende druk van Van der Kemps catechismus, waarmee het een uiterst populair werk was. De relatief hoge prijs deed mensen blijkbaar niet terugschrikken van aankoop. De andere kant is dat een meelevend kerklid slechts weinig boeken bezat, die intensief werden gelezen en van vader op zoon overgingen. Een catechismusverklaring of de ”Redelijke Godsdienst” van Brakel was een aanschaf voor het leven, of een cadeau bij een hoogtepunt als een huwelijk.

Inca's
Wie in de index van Arrenberg gaat bladeren, krijgt –hoe kan het anders bij 12.000 titels– veel informatie mee. Het register laat zien dat in de jaren zestig van de achttiende eeuw diverse uitgevers brood gingen zien in de vertaalde werken van Voltaire. Het laat ook zien dat de burgerij in die tijd in toenemende mate belangstelling had voor reisbeschrijvingen, voor boeken over oude beschavingen (de Grieken, de Inca's) en over de natuur. Maar in diezelfde tijd was er ook nog vraag naar stichtelijke werken van Hugo Binning en Thomas Boston. Ook de vertaalde verhandelingen van de gebroeders Erskine vonden een goed onthaal, met als gevolg dat diverse uitgevers tegelijkertijd –er is niets nieuws onder de zon– er brood in zagen.

Het naamregister is een boeiend bewijs van de veelkleurigheid van ons vaderland twee eeuwen geleden. Greep de een naar de gezangen van Groenewegen, naar stichtelijke preken en vermanende verhandelingen, een groeiende groep kerkgangers raakte geboeid door boeken als ”Vrolyke gedagten over het geluk van een godsdienstig leven” en ”Leven en gedrag van hedendaagsche Christenen”. Nederland was een veelstromenland geworden. Van Lieburg noemt het register dan ook een „echt naslagwerk voor de breed geïnteresseerde, al of niet 'verlichte' burgerij.”