Boekrecensie

Titel: De uitgelezen Descartes
Redactie: Han van Ruler

Uitgeverij: Lannoo/Boom
Tielt/Amsterdam, 1999
ISBN 90 209 3520 8
Pagina's: 368
Prijs: ƒ 44,50

Recensie door dr. R. van Woudenberg - 17 november 1999

Atheïst of apologeet
van het christelijk geloof

Ik vind het altijd een genot om René Descartes te lezen. Men merkt aan alles dat men hier te maken heeft met een eersteklas denker, iemand met grootse ideeën die tevens in staat is op verfijnde manier dingen te analyseren. Hij schrijft bovendien op een meeslepende manier en hij streeft voor alles helderheid na. Voorts zijn vele van de problemen waarmee hij zich bezighield nog steeds actueel, want nog steeds onopgelost. Onlangs verscheen een bundel vertaalde teksten: ”De uitgelezen Descartes”.

Door tijdgenoten, en ook door hedendaagse auteurs, is Descartes wel afgeschilderd als een atheïst en Pascal beschouwde hem als een deïst. Maar niets is minder waar. Descartes komt bijvoorbeeld met een bewijs voor het bestaan van God. Hij zegt zelfs dat hij het bestaan van God zekerder acht dan het bestaan van zijn lichaam. Voorts is hij van oordeel dat zowel materiële dingen als geestelijke wezens geen moment zonder de bijstand van God kunnen bestaan. Atheïsten en deïsten die zo denken, kom je niet vaak tegen!

Descartes wordt ook vaak afgeschilderd als een rationalist en men zou op grond hiervan kunnen denken dat Descartes alleen maar over God wil spreken in zoverre de rede dat toelaat. Maar ook dat is niet waar. In zijn werk over de principes van de filosofie schrijft hij bijvoorbeeld: „Als een belangrijke regel moet in ons geheugen worden ingeprent dat de dingen die ons door God zijn geopenbaard als de meest zekere van allemaal moeten worden aangenomen. Ook al schijnt het meest heldere en evidente licht van de rede ons misschien iets anders te suggereren, moet toch alleen aan de goddelijke autoriteit geloof worden gehecht – eerder dan aan ons eigen oordeel.”

Apologeet
Er valt zelfs iets voor te zeggen om Descartes te beschouwen als een apologeet van het christelijk geloof. Het christelijk geloof is volgens Descartes ondenkbaar zonder geloof in het bestaan van de ziel. Descartes' beroemde en veel gesmade dualisme van lichaam en geest, van uitgebreide substantie en denkende substantie beoogt mede overeind te houden dat de mens niet identiek is aan zijn lichaam maar een ziel heeft (of is) en dat een mens, anders dan vliegen of mieren, inderdaad „na dit leven iets te hopen of te vrezen” heeft.

Descartes' dualisme is uiting van de overtuiging dat de mens meer is dan materie. Descartes is van oordeel dat de ziel niet uit de materie kan zijn voortgekomen maar afzonderlijk moet zijn geschapen. En het interessante is dat Descartes voor zijn dualisme ook argumenten geeft – argumenten die mijns inziens sterker zijn dan veel hedendaagse naturalistische filosofen denken. Bovendien zijn de argumenten voor het naturalisme zelf buitengewoon zwak.

Gelet op de vaagheid, duisterheid en onduidelijkheid die veel hedendaags filosoferen kenmerkt, zou ik wel willen dat meer filosofen zich zouden spiegelen aan de helderheid en duidelijkheid die Descartes nastreefde. Een van de regels die Descartes zichzelf stelde, luidde: „nooit iets voor waar aan te nemen waarvan ik niet zelf de waarheid op evidente wijze zou inzien, dat wil zeggen zorgvuldig te vermijden overhaast of op grond van vooroordelen te oordelen en in mijn oordeel niets anders te betrekken dan wat zich zo helder en zo welonderscheiden aan mijn geest zou voordoen, dat ik er op geen enkele wijze aan kon twijfelen.”

Willem van Oranje
Ik zeg niet dat er geen problemen zijn met deze regel. Die zijn er wel. Want als men hem consequent hanteert, kunnen we ook niet voor waar aannemen dat Willem van Oranje door Balthasar Gerards is vermoord. Immers, dat de Vader des Vaderlands vermoord is, zien we niet op evidente wijze in. We geloven dat dit zo is op basis van getuigenis dat we nooit volledig kunnen controleren, maar dat toch aannemelijk is. Niettemin: de passie voor helderheid, duidelijkheid en overzichtelijkheid die uit de regel spreekt, lijkt me nu meer dan ooit gewenst.

In het fraai verzorgde boek ”De uitgelezen Descartes” kan men de citaten die ik heb gegeven terugvinden. Het bevat een Nederlandse vertaling van (delen van) geschriften van Descartes, onder andere van zijn ”Discours de la Methode”, zijn verhandeling over de ”Principes van de filosofie”, de ”Regulae”, de ”Meditaties over de filosofie” en het werk over de passies van de ziel. Ik zei al: ik vind het een genot om Descartes te lezen.

En ik voeg daaraan toe: het is een genot om Descartes in deze Nederlandse vertalingen te lezen. Han van Ruler, die inmiddels enkele belangwekkende publicaties over Descartes op zijn naam heeft staan (onder andere over Voetius en Descartes), voorzag de vertalingen van een inleiding, waarin hij onder meer ingaat op de levensloop van Descartes en op de kritiek die hij te verwerken kreeg van de zijde van de gevestigde 'aristotelische' wetenschap.

”De uitgelezen Descartes” is het eerste deel van een serie waarin vertalingen van werk van onder anderen Spinoza, Hume, Plato, Sartre en Wittgenstein zullen verschijnen. Een deel over de Schotse filosoof Thomas Reid zou in deze reeks overigens niet misstaan.