Boekrecensie |
Titel: Is het evangelisch? Een reformatorische bezinning Auteur: ds. J. van Amstel Uitgeverij: Oosterbaan & Le Cointre Goes, 1999 ISBN 90 6047 0400 Pagina's: 64 Prijs: 10,-
|
Recensie door drs. I. A. Kole - 10 november 1999
Bezinnende uitgave kan karikaturen doen verdwijnen
Kerk en evangelische bewegingIn Is het evangelisch? reikt ds. J. van Amstel een reformatorische bezinning aan op de verhouding van de kerk(en) tot de evangelische beweging. Het gaat om een eerste kennismaking. De schrijver heeft zich grondig verdiept in de materie, zoals we dat van hem gewend zijn! Dat blijkt uit de literatuuropgave, hoewel we bijvoorbeeld de boeken van ds. H. Veldhuizen en de uitgave van de Gereformeerde Bond over deze materie node missen. Het woord evangelisch functioneert in onze dagen vooral als een verzamelnaam. Het valt niet mee om aan te geven wie er wel of niet bij behoren. Duidelijk is wel dat de evangelische groepen groeien. Niet door aanwas vanuit de wereld, maar door overgangen van kerkmensen. De evangelischen aanvaarden de Bijbel als Gods onfeilbaar Woord, maar dat wil niet zeggen dat er altijd het juiste zicht is op de inhoud van de Bijbel. Door de evangelische beweging wordt gewezen op het gevaar van het biblicisme (blz. 31), zodat er slechts zicht is op een versmald Evangelie (blz. 35). Er wordt opgeroepen om tot Jezus te komen, maar waar is in de prediking het element dat we met God verzoend moeten worden en dat aan Gods recht voldaan moet worden? Er wordt veel nadruk gelegd op de noodzaak van levensheiliging, zodat de oproep om rechtvaardig voor God te zijn op de achtergrond raakt. De heiliging wordt soms een weg tot de rechtvaardigmaking (blz. 36).
Schijnbekering De oproep om te getuigen, is bijbels en noodzakelijk. Maar, als we getuigen, zouden we dan niet veel meer hebben te spreken over Gods verbond en woorden? De sacramenten zijn toch een teken en zegel van Zijn verbond? In evangelische kringen gaat men ervan uit dat dit een teken en een zegel is van de bekering, van alles wat in de mens is (blz. 37). Daarom heeft men zoveel moeite met de kinderdoop en verwerpt men deze ook (blz. 38). Wordt in het algemeen de eigen ervaring niet zozeer beklemtoond, zodat deze ook de norm wordt: ik voel het nu eenmaal zo (blz. 38). Als het verbond een eigen inhoud krijgt, dan geldt dat ook voor de verkiezing. Als we over het verbond zwijgen, dan kunnen we ook niet roemen in de verkiezing.
Ambten Moet niet gezegd worden dat je voor het volle Evangelie in de kerk moet zijn, hoezeer je allerlei gebreken en tekorten in deze kerk aantreft (blz. 62)? Kan de Heere van ons als kerkleden zeggen: Gij hebt Mijn Woord bewaard en Mijn Naam niet verloochend (blz. 63)? Ds. Van Amstel vraagt ook aandacht voor de inhoud van een groot aantal geestelijke liederen. Het zijn en blijven menselijke liederen, die niet geïnspireerd zijn door de Heilige Geest en daarom ook feilbaar zijn (blz. 52 en 53). Tevens wordt gewezen op het gebruik van cabaret, op het spelen van bijbelverhalen en van mime. Wordt er dan wat zichtbaar van de heiligheid van God of maken we er een spelletje van, zowel binnen de kerk als daarbuiten (blz. 61)?
Karikaturen Op zich had het boek nog aan waarde gewonnen als er gespreksvragen opgenomen zouden zijn. Voor het overige: door deze publicatie kunnen de karikaturen over en weer opgeruimd worden. We moeten echt in gesprek gaan, maar dan moeten we weten over welke zaken er gesproken zal worden.
|