Boekrecensie

Titel: Een verkregen erfenis; Herinneringen uit mijn leven
Auteur: ds. J. W. Slager

Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 1999
ISBN 90 6140 650 1
Pagina's: 63
Prijs: ƒ 14,90

Recensie door J. M. D. de Heer - 21 juli 1999

Ds. J. W. Slager kreeg lessen op zijn ziekbed

Stof tot overdenking

Over diverse oud gereformeerde predikanten zagen biografieën het licht. Doorgaans forse boeken, met veel foto's. Van de hand van ds. J. W. Slager verscheen onlangs een bundeltje met ”herinneringen uit mijn leven”, zoals de ondertitel meldt. Het boekje is dun en het bevat geen foto's. Toch heeft het zeker niet minder zeggingskracht. De overdenkingen op zijn ziekbed en de aantekeningen uit zijn preken bieden ruimschoots stof tot overdenking.

Johannes Willem Slager, werd, zoals hij later vertelde, op 16-jarige leeftijd krachtdadig in het hart gegrepen. Na zijn bekering groeide een band met ouderling L. J. Potappel van de zelfstandige oud gereformeerde gemeente te Stavenisse. Slager werd er diaken en ouderling. Later begon hij te oefenen. In 1962 werd hij bevestigd tot predikant, nog altijd in Stavenisse. Hij diende verder de oud gereformeerde gemeenten van Rijssen en, tot zijn overlijden op 4 januari 1982, Werkendam. In zijn laatste gemeente had ds. Slager veel te kampen met ziekten. Hiermee begint ook het boekje ”Een verkregen erfenis”, dat nu (opnieuw) het licht ziet.

Ds. Slager wist dat er een groot onderscheid is in hoe men op het ziekbed ligt. Zelf kreeg hij er rijke lessen. „Ik mocht in de dadelijkheid geloven dat ik met ziel en lichaam het eigendom was van een Drie-enig God. Vrijgekocht en vrijgemaakt door Christus.” Is het wonder dat in hem geen vreze voor de dood was, dat hij de dood zag als „het enigste en laatste medicijn, om te verlossen van de zonde en al haar gevolgen” (blz. 10)? Is het wonder dat hij wel blij was met bezoek, maar dat voor hem „een Koninklijk bezoek van boven” alles te boven ging (blz. 14)?

Zijn ziekbed gaf ook stof tot meditatie. Ook hierin laat de predikant zijn lezers delen. „De schepping der wereld begon met de avondstond, met de duisternis. Maar ten jongsten dage zal het voor Gods Kerk een morgenstond zijn.” (blz. 19)

Rust
In de samenvattingen van enkele preken verwoordt ds. Slager zijn vaste overtuiging dat de levendmaking een eenzijdig Godswerk is. Christus stort het leven in het hart van een zondaar in, maar deze komt dan aan de weet dat hij midden in de dood ligt. Tegelijkertijd benadrukt de oud gereformeerde predikant dat een persoonlijke kennis van Christus als „schuldovernemende en schuldbetalende en schulduitdelgende Borg” noodzakelijk is (blz. 26).

Een verslag van de begrafenis en een preek die ds. Slager hield na de begrafenis van ds. Joh. van der Poel maken het boekje compleet. De predikant behandelt hierin in zeven trappen de rust die overblijft voor het volk van God, van de scheppingsrust tot een verbondsrust en een eeuwige rust. De preek typeert de ambtsbediening van ds. Slager. Niet direct een exegetisch uitgespitte preek, maar een overdenking die leiding wil geven aan het geestelijk leven, met een uitzien naar „nieuwe levensgangen” in het leven der genade. Als die er niet zijn, is dat een oordeel over de kerk, sprak ds. Slager (blz. 62).

De predikant was in dit verband ook beducht dat de praktijk der godzaligheid van haar plaats gedrongen zou worden door allerlei activiteiten in het kerkelijk leven. „Velen houden deze dingen als behorende bij het Koninkrijk Gods”, schreef hij na zijn ziekzijn. Echter, hij rekende hier ook „uitbreiding op zendingsterreinen” bij (blz. 12). Maar dat hoort inderdaad bij het Koninkrijk Gods.