Recensie door ds. H. van der Ham - 21 juli 1999
Geschiedenis christelijk gereformeerd Vlissingen vastgelegd
Twaalf predikanten,
veertien pastorieën
De christelijke gereformeerde kerk te Vlissingen mocht honderd jaar voortbestaan. Ter gelegenheid daarvan verscheen een keurig verzorgd boekwerkje: 1898; Eben Haëzer; 1998. De gemeente moet gezien worden als een voortzetting van de kerk die ontstaan is uit de Afscheiding. We komen de namen tegen van ds. H. de Cock (te Ulrum) en ds. H. J. Buddingh, de vader van vele Zeeuwse afgescheiden gemeenten.
In Vlissingen werd in het midden van de vorige eeuw door ds. C. van den Oever een zogenaamde kruisgemeente geïnstitueerd. De eerste predikant was ds. J. Holster, het eerste kerkgebouw een verbouwd pakhuis in de Palingstraat. In 1869 kreeg de gemeente een nieuwe naam: christelijke gereformeerde kerk.
De Doleantie ging niet aan Vlissingen voorbij; er onstond een dolerende kerk. In 1892 vond de Vereniging plaats van de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Dolerende Kerken. In Vlissingen gingen de kerken van de Afscheiding en de Doleantie officieel mee in de Vereniging, maar ze bleven wel lange tijd afzonderlijk functioneren. Een klein groepje van de kerk van de Afscheiding ging helemaal niet mee en hield huisgodsdienstoefening. Dit groepje vormde het begin van de huidige christelijke gereformeerde kerk.
Zoals vaker in Zeeland, was er drie keer per zondag kerk. Bovendien werd in de wintermaanden op een avond in de week nog een kerkdienst gehouden. Men kwam samen in een timmermanswerkplaats. Het was allemaal vrij primitief. De Heere wilde de eenvoudige en persoonlijke, bevindelijke prediking gebruiken tot bekering. De gemeente groeide. Er werden preken gelezen uit de oefeningen van Wulfert Floor. We krijgen de indruk dat er in die beginperiode veel gesproken werd over het leven met de Heere.
Zwijgplicht
In 1910 werd een nieuw en stijlvol kerkgebouw in gebruik genomen. Vrouwen en kinderen zaten gescheiden van de mannen; vrouwen en kinderen in de middenbanken, mannen in de zijbanken. Een mevrouw die een beetje doof was, zette onder de preek een grote koperen hoorn aan het oor om beter te kunnen horen. Reeds in 1924 gold een rookverbod tijdens de ledenvergadering. De eerste jaren was er nog geen orgelspel voor de aanvang van de dienst.
Treffend is te lezen dat een ouderling die kletste over kerkenraadszaken, voor straf zes weken niet in de ouderlingenbank mocht zitten. Dat zou hier of daar nog wel eens toegepast kunnen worden. Een ouderling las een preek vanaf een lessenaar, niet vanaf de kansel.
De zorg en de verantwoordelijkheid voor het christelijk onderwijs kwamen tot uiting in de oprichting van een Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging. Hierbij moet men bedenken dat de christelijke scholen te Vlissingen het eigendom waren van de gereformeerde kerk.
Opvallend is door de jaren heen de grote aandacht voor evangelisatie. Mede door de sterke secularisatie werd de nood diep gevoeld. Reeds in de jaren twintig werd aan kermisgasten een traktaatje uitgedeeld en vonden er gesprekken plaats. Er werd gedaan aan tent- en straatzending. Later kwamen er straatzang, koffieochtenden en een oriëntatiecursus christelijk geloof.
Middelburg
In 1936 kon ook in Middelburg een christelijke gereformeerde kerk worden geïnstitueerd. Men zou deze kerk een dochtergemeente van Vlissingen kunnen noemen (In Middelburg werd de monumentale Gasthuiskerk aangekocht.) Kort voor de oorlog verscheen een eigen kerkblaadje: Eben Haëzer.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers vanuit de lucht aan. Vele gemeenteleden vluchtten Vlissingen uit. De pastorie werd door een Duitse bom getroffen. Ds. Meijnhout schuilde met het hele gezin in rioolbuizen langs de weg. Alle oorlogsjaren door kwamen er vliegtuigen over en werden er bombardementen uitgevoerd op de door de Duitsers gebruikte haven en scheepswerf. Regelmatig werden er leesdiensten gehouden in de consistorie. Niet iedere dominee kwam even graag naar het gevaarlijke Vlissingen.
In de plaatselijke christelijke gereformeerde kerk hebben twaalf predikanten gestaan. Opmerkelijk is dat er niet minder dan veertien pastorieën in gebruik geweest zijn.
Dit goed geschreven boekje is zeker de moeite waard. Uit het laatste hoofdstukje De toekomst een citaat: Maar ook wanneer de kerk hier klein blijft, mag onze verwachting zijn van de Heere, Die de toekomst in Zijn handen houdt.
|