Boekrecensie |
Titel: De Bijbel recht doen: bezinning op gereformeerde hermeneutiek Auteur: dr. Bert Loonstra Uitgeverij: Boekencentrum Zoetermeer, 1999 ISBN 90 239 0493 1 Pagina's: 146 Prijs: 24,90
|
Recensie door dr. M. J. Paul - 9 juni 1999
Vat de geref. traditie bijbelse geschiedenis op als een foto?
Loonstra geeft opnieuw grenzen aanDe westerling ziet de geschiedenis als een foto, maar de oosterling ziet haar als een schilderij. Met deze typering wil dr. B. Loonstra twee manieren aangeven waarop we de Bijbel kunnen lezen. Het is zijn stelling dat onze gereformeerde traditie te veel vasthoudt aan een letterlijk verstaan van de Bijbel. We vatten de verhaalde geschiedenissen te veel als foto's op. De oneffenheden zijn wazige plekken op de foto die we het liefst bijwerken. Voor de oosterling zijn het geen wazige plekken, maar variaties of bijzonderheden die bedoeld zijn om de indruk van het geheel dat uitgebeeld wordt, te accentueren en de betekenis ervan tot uitdrukking te brengen. Bijna vijf jaar na zijn boek De geloofwaardigheid van de bijbel komt dr. Loonstra, christelijk gereformeerd predikant te Hoogeveen, met een vervolg, De Bijbel recht doen: bezinning op gereformeerde hermeneutiek. De vele kritiek in eigen kring heeft hem doen besluiten met een verantwoording te komen. Het eerste boek koos als invalshoek de ervaringswereld van de hedendaagse mens. Nu krijgen we duidelijker rekenschap van het confessioneel-theologische fundament waarop gebouwd moet worden. Veel lezers kregen de indruk dat rationele antwoorden op ingewikkelde problemen de voorrang kregen op het eenvoudige geloof in de heilsdaden van God. De auteur betreurt het dat de onaantastbare betekenis van die heilsfeiten niet reeds aan het begin van zijn boek uitgewerkt was en stelt ze nu heel nadrukkelijk aan de orde en verdedigt ze ook (inclusief de maagdelijke geboorte). In een recensie van zijn vorige boek in deze krant heb ik de vraag naar de ethische consequenties gesteld. In dit vervolg staan er enkele genoemd: het onderscheid tussen homoseksualiteit en homofiele gevoelens. De auteur wijst het ongehuwd samenwonen af.
Heilsfeiten Ook valt het me op dat bepaalde, gevoelige onderwerpen nu blijven liggen. De vorige keer stelde hij dat de aardlagen en fossielen het scheppingsverhaal problematisch maken. Jericho en Ai kunnen niet veroverd zijn op de manier die in Jozua staat, omdat dit niet overeenstemt met de huidige stand van de archeologie. Sagen en mythen van buurvolken hebben invloed uitgeoefend. De voorstellingen van engelen en duivelen is niet geheel eenduidig en tegenwoordig wordt de diagnose niet meer gesteld dat mensen bezeten zijn door boze geesten, zoals in het Nieuwe Testament voorkwam. Zulke voorbeelden ontbreken nu. Voorzichtig schrijft Loonstra over de verovering van Jericho: Het lijkt mij onvermijdelijk dat wij rekening houden met de mogelijkheid dat het historische Jericho in die dagen van geringere omvang was. Met gebruikmaking van historische herinneringen is dan een beschrijving gegeven, waarin sommige gebeurtenissen ter onderstreping van hun heilshistorische betekenis zijn uitvergroot. Er moet namelijk rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat het om een niet-letterlijke weergave gaat, omdat een combinatie van gegevens door de geschiedeniswetenschap in die richting wijst.
Bomen en takken Met dit voorbeeld verduidelijkt dr. Loonstra het verschil tussen een foto en een schilderij. Op de foto ontbreken de palmtakken, maar op het schilderij wuiven de mensen ermee, en zo is in een bepaald opzicht het schilderij veelzeggender dan de foto. Het feit dat Jezus Jeruzalem binnengegaan is, mag niet betwijfeld worden, maar wel kunnen we ons de vraag stellen of alle opgeschreven bijzonderheden letterlijk bedoeld zijn.
Hermeneutiek Hoe moeten we dit standpunt beoordelen? De auteur probeert zonder meer de Bijbel recht te doen, zoals hij in de titel aangeeft. En het is goed dat we ons bezinnen op een gereformeerde hermeneutiek (de manier van uitleg en vertolking naar onze tijd). In het vorige boek was de grote vraag hoe we moeten omgaan met de problemen die de hedendaagse lezer ervaart. In dit boek wordt onder andere de leefwereld van catechisanten van 14 tot 17 jaar geschetst. Al die wonderen in de Bijbel, dat kan toch niet? Hoe zit het met de wreedheid van God? Is de uitverkiezing niet onredelijk? Terecht geeft Loonstra aan dat het Evangelie niet is naar de mens, maar hij wil in zijn boeken onnodige verhinderingen wegwerken. Is dat gelukt? Is het een oplossing om sommige geschiedenissen wat minder letterlijk te nemen? In allerlei gesprekken en discussies merk ik de moeite die onderlegde kerkgangers met de intocht van het volk Israël als zodanig hebben. Is het volk wel in Egypte geweest? Heeft er wel een wonderlijke doortocht door Rode Zee en de Jordaan plaatsgevonden? De eigenlijke problemen liggen veel dieper dan de vraag of de inname van Jericho iets meer of iets minder letterlijk genomen moet worden. Wat moeten we met een archeologische wetenschap die veel fundamentelere zaken aanvecht?
Hoofdthese Natuurlijk staat of valt de hoofdthese van het boek niet met de juistheid of onjuistheid van een enkel voorbeeld. Maar wat mij opvalt, is dat de genoemde voorbeelden niet zo heel veel relevantie hebben voor de moderne mens. De auteur geeft in het slot van zijn boek ook wel aan dat een principiële herbezinning op de wijze waarop de Bijbel gelezen wil worden, geen vervreemding weg kan nemen die samenhangt met de desintegratie van het leven. Als het leven zich steeds verder van God en zijn Woord af beweegt, kan een vernieuwde hermeneutiek de ontstane afstand niet overbruggen. Maar hij wil ook niet dat de gewonnen inzichten onderschat worden. In ieder geval wordt de kortsluiting opgeheven die gemakkelijk ontstaat wanneer geen rekening wordt gehouden met het verschil tussen de historische context waarin de Bijbel is geschreven en die waarin wij leven. Oneigenlijke eisen zoals een letterlijke interpretatie staan de boodschap niet langer in de weg. Daarmee wordt ruim baan gemaakt voor een zeer nabij komende en tegelijkertijd compromisloze vertolking van het evangelie met de daarbij behorende aanwijzingen voor het leven.
Grenzen We komen tot een afronding. Dr. B. Loonstra handhaaft zijn vroegere stelling: de Bijbel is geloofwaardig, maar niet strikt foutloos en hij moet ook niet steeds letterlijk gelezen worden. Toch doet deze geloofwaardigheid geen afbreuk aan de boodschap. In dit tweede boek worden juist de grenzen van de leesregels aangegeven. In zekere zin bewijst de auteur ons hiermee een dienst. Maar het laat wel de vraag open of er nog een volgend deel komt, waarin hij de hedendaagse lezer helpt met talrijke praktische vragen. Er ligt nog steeds geen afgeronde hermeneutiek op tafel.
|