Boekrecensie

Titel: Bergen der specerijen
Auteur: Hannah Hurnard

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1998
ISBN 90 5030 971 2
Pagina's: 148
Prijs: ƒ 24,95

Recensie door ds. C. G. Vreugdenhil - 2 juni 1999

Hannah Hurnard beschrijft „hemelse specerijen”

Een leven in toewijding en liefde

”Bergen der specerijen” is een vervolg op het schitterende boek ”Hij maakt mijn voeten als der hinden” van de hand van Hannah Hurnard, die als jonge zendelinge haar werk in het toenmalige Palestina was begonnen. Zij werd daar getroffen door de negenvoudige vrucht van de Geest in Galaten 5:22 en 23 en de negen specerijen die genoemd worden in de beschrijving van de „besloten hof” in Hooglied 4:13 en 14.

We moeten in dit boek geen exegetische uitleg verwachten van de twee genoemde teksten. De schrijfster verwerkte zeer persoonlijke geloofservaringen. Het is meer een allegorische vertelling. De beschrijvingen van de hemelse specerijen, die op de Hoogten groeien, zijn niet altijd volledig correct. De schrijfster heeft zich daarbij wat dichterlijke vrijheid gegund. De personen die in dit verhaal voorkomen, zijn personificaties van de ongelukkige en zondige gemoedsstemmingen van de menselijke geest en het hart, waarvan de ze naam dragen. De rijke beelspraak in dit boek zet aan tot mediteren. Je herkauwt de woorden nog eens en laat ze op je inwerken.

Je komt prachtige natuurlyriek tegen en rake psychologische typeringen van zondige karakters, die totaal veranderen door het contact met de Herder. In de natuurbeschrijvingen zingen bomen samen een lied (116), vogels beantwoorden het zingen van de Koning met „Hij heeft de overwinning behaald! Halleluja!” (103) en kleine bergstroomjes zingen een psalm (56).

Karakters
In ”Bergen der specerijen” maakt de schrijfster duidelijk dat alle slechte karaktereigenschappen en andere zwakheden waar we mee geboren zijn en die zo vaak onze grootste struikelblokken zijn in ons leven als christen, nu juist de eigenschappen zijn die, als we ze in de handen van de Zaligmaker leggen, veranderd kunnen worden, soms zelfs in hun tegendeel! Humeurige karakters, scherpe, hatelijke tongen en een negatieve en pessimistische levenshouding kunnen door de genade van Christus omgezet worden in eigenschappen die daar het tegendeel van zijn. De grote kracht van de liefde van Christus, die wederliefde opwekt in de harten van zondige mensen, speelt in dat veranderingsproces de grootste rol. Er staan ook prachtige gedichten in dit boek, die velen tot steun kunnen zijn in de strijd tegen hun onhebbelijkheden.

Bij de hoofdstukkenindeling wisselt de schrijfster telkens de beschreven personen af met de specerijen uit Hooglied 4. Het tweede geeft dan als het ware een antwoord vanuit de Bijbel op het eerste. Een aantal voorkomende personen zijn: mevrouw Bange Voorgevoelens, Droefgeestig en Hatelijk, Verbittering en Mopperaar, Zelfmedelijden en de oude heer De Vrees, Ergernis en Wrok, Lafaard en Humeurig, en Trots en Neerbuigendheid. Wie zich in deze personificaties herkent, moet dit boek zeker lezen. Dan zie je welke grote veranderingen er mogelijk zijn door de ontmoeting met de Herder Jezus Christus, Die ook in dit boek vaak de Koning wordt genoemd. Het grote geheim is steeds dat Hij „het zaad van de liefde, dat de vorm van een doorn heeft” plant in de harten van mensen. Daarna wordt alles anders. Mooi is ook dat de Herder werkt via degenen die Hem al kennen en volgen.

Specerijen
Van de specerijen noem ik: de Granaatappelberg (Liefde), de Cyprusberg (Vreugde), de Nardusberg (Vrede), de Saffraanberg (Lankmoedigheid), de Kalmusberg (Goedertierenheid), de Kaneelberg (Goedheid), de Wierookberg (Geloof), de Mirreberg (Zachtmoedigheid) en de Aloëberg (Zelfbeheersing).

De mensen krijgen steeds nieuwe namen. ”Angst en Beven” heet later ”Genade en Eer”. Zo zijn er veel voorbeelden. De nieuwe namen corresponderen telkens met nieuwe karaktereigenschappen. „De oorzaak van alle ellende in de Vallei der vernedering is dat de mensen met de Koninklijke Wet der Liefde gebroken hebben”, zo onderwijst de Koning in het hoofdstuk over de Granaatappelberg van de Liefde. „Zolang je liefhebt, leef je in harmonie. Zodra je ophoudt met lief te hebben en gedachten in je op laat komen die voortkomen uit afgunst, haatdragendheid, verbittering, onverzoenlijkheid en egoïsme, ben je bezig jezelf te vernietigen en ieder deel van je bestaan wordt dan vergiftigd door onbeminnelijke gedachten” (30). Liefde en zelfovergave zijn sleutelwoorden in de bekering van mensen.

Ik citeer nog een stukje uit hoofdstuk 6, over de Nardusberg van de Vrede. De Koning van de Liefde onderwijst Genade en Eer. „Hier op de Nardusberg wil Ik je deze waarheid leren, dat de liefde nooit kan rusten voordat de echte vrede, het volledige eensgezind zijn met de Wet der Liefde tot het hart van alle mensen waar dan ook ter wereld gebracht is. Dit is de drijfveer van het getuigen, ja van heel het dienen door de liefde. Want de Liefde moet of met anderen delen, of zij sterft. Zij moet alles wat zij ontving aan anderen doorgeven, anders kan zij geen Liefde meer zijn... Liefde is de stuwkracht, die maakt dat zij die Mij liefhebben gewillig zijn om tot het uiterste te gaan, zelfs tot de dood, om het Goede Nieuws van Gods Liefde te brengen aan hen die het nog nooit gehoord hebben” (58).

Lankmoedigheid
Uit hoofdstuk 8 over de Saffraanberg van de Lankmoedigheid wil ik het volgende doorgeven. „De lankmoedigheid verdraagt namelijk met blijdschap alles wat haar aangedaan wordt en voelt zich zelfs niet beledigd als ze vertrapt wordt. Ook reageert zij op de verkeerde dingen, die een ander haar aandoet, alsof haar in het geheel geen onrecht aangedaan is, of dat ze alles al weer vergeten is! Want de lankmoedigheid is ten diepste de heerlijke eigenschap van de vergevingsgezindheid. Verder draagt zij blijmoedig en tevreden de gevolgen van de fouten en verkeerde daden van anderen” (71). Wie zou zich hier niet aan toetsen?!

Het hoofdstuk over ergernis en wrok is een mooi voorbeeld van verachtering in de genade en oprecht berouw. Ik zou me kunnen voorstellen dat het lezen van dit boek bij sommigen vragen oproept. Bijvoorbeeld als het gaat over Lafaard en Humeurig (hoofdstuk 13), die wel heel snel tot verandering gekomen zijn. Daarbij moeten we echter bedenken dat hier niet zozeer over de rechtvaardiging geschreven wordt, maar over de heiliging. Dat eerste is wel belangrijk, maar niet het onderwerp van dit boek.

Dat de genade niet „goedkoop” wordt voorgesteld, blijkt wel uit het zeer aangrijpende hoofdstuk over de dood van de heer De Vrees, die voor eeuwig verloren gaat als hij sterft in uiterste verharding. Aan het gevaar van de eeuwige rampzaligheid wordt hier niet voorbijgegaan. Het boek eindigt met een heel mooi hoofdstuk over de oversteek van Dapper en Dankbaarheid naar de andere kant van de doodsjordaan. De beschrijving van dit „overgaan in de eeuwige heerlijkheid” zal ieder godvrezend hart in vervoering brengen. Je proeft iets van de heerlijkheid van de nabijheid van God.

Ontroering
Ik wil dit boek van harte ter lezing aanbevelen. De hoogachting en bewondering voor de ”Koning-Herder” (de Heere Jezus Christus) groeit bij het lezen van ieder volgend hoofdstuk. Je wordt jaloers gemaakt op een leven in toewijding aan en liefde voor God. Telkens loopt alles ook uit op de eer van God.

Er zijn voor mij momenten onder het lezen geweest dat de Heilige Geest zo meekwam in het uitstallen van de genade en heerlijkheid van de Herder, dat ik de armen van het geloof om Hem heen sloeg en met tranen van ontroering op mijn knieën ben gegaan in de heerlijke uitroep: „Goede Herder, wat bent U aanbiddelijk groot en heerlijk. Wat is Uw dienst toch een liefdedienst!”

Willemijn de Blois-Reijerkerk heeft de vertaling van ”Mountains of spices” voor haar rekening genomen. Ze heeft zich voortreffelijk van haar taak gekweten.