Recensie door dr. C. Trimp - 07 april 1999
Bediening van het Woord spil kerkelijke diensten
Het panorama van
de diaconiologie
Dr. T. Brienen, emeritus predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken, heeft onze boekenkast verrijkt met een nieuw boek: Handboek voor de diaconiologie. De auteur heeft reeds menige publicatie op zijn naam staan. In de loop der jaren heeft hij overzichtelijke voorlichting geboden over onder meer de prediking, de catechese, de gemeenteopbouw en de liturgie van de kerk. Ditmaal overziet hij het terrein van de diaconiologie.
In de allerlaatste zin van zijn boek spreekt dr. Brienen over de inzet en de moed die voor het schrijven ervan nodig bleek. Terecht! Er is veel moed voor nodig om de diaconiologie in kaart te brengen. Want de diaconiologie handelt over alle functies en diensten die in de kerk van Christus iedere dag worden behartigd door ieder die in de kerk bezig is. Dat is een zeer gevarieerd en wijd uitgestrekt terrein en de bezinning daarover komt ieder lid van de kerk ten goede. Dit boek beoogt een totaalvisie, een panorama. Bovendien is daarvoor veel inzet nodig. Wij zijn niet de eersten die over deze dingen nadenken.
De Bijbel zelf spreekt in het Oude en het Nieuwe Testament over al deze dingen. In alle eeuwen, zolang de kerk op aarde bestaat, is erover nagedacht. Dat vereist dus het inzetten van een enorme hoeveelheid voorlichting, bijbeluitleg, beschrijving van richtingen en stromingen en een analyse van allerlei meningsverschillen. Geen wonder dat de auteur zich verplicht zag talrijke geschriften uit allerlei perioden van de kerkhistorie te citeren. Zijn boek bevat een zeer informatieve literatuurlijst. Kortom: de auteur heeft kans gezien in een handzaam geschrift van ruim 200 pagina's dit alles samen te vatten en ons aan te bieden.
Dienstverlening
Wat is de kern van dit boek? Titel en ondertitel laten daarover geen twijfel bestaan. Het centrale begrip diaconiologie is afgeleid van het Griekse woord diaconie, dat dienst of dienstverlening betekent. Het gaat dus over alle dienstverlening die wij in de gemeente dagelijks verrichten, ontvangen en zien gebeuren.
Blijkens de ondertitel staat daarbij voor dr. Brienen centraal de bediening van het Woord in al haar dimensies. Niet zonder reden noemt de auteur zijn totaaloverzicht diaconiologie. Elders in de wereld (van de theologie) pleegt men te spreken van praktische theologie. Maar het is een belangrijk onderdeel van dit boek om deze benaming te bestrijden. Dr. Brienen is gehecht aan het niet bepaald populaire begrip diaconiologie. In dit opzicht betoont de schrijver zich een trouwe leerling van dr. A. Kuyper, die ruim een eeuw geleden bij de inrichting van de Vrije Universiteit de naam praktische theologie links liet liggen en in plaats daarvan voorkeur uitsprak voor de benaming diaconiologie. Waarom? Omdat Kuyper ook op dit niveau de antithese ten opzichte van de gangbare theologieën aan de rijksuniversiteiten wilde vastleggen.
Reliëf
Ook Kuyper vond het woord diaconiologie niet bij uitstek geschikt. Toch koos hij ervoor, vanwege de bijbelse achtergrond. (Wie dat wil nalezen, kan het vinden in de befaamde Encyclopaedie der heilige godgeleerdheid, II, 580.) Want de kerk was voor Kuyper niet slechts een sociaal gegeven. De kerk is een lichaam met een levend en regerend Hoofd, Christus (Encyclopaedie III, 471). Zo kreeg de bezinning over de ambtelijke diensten in de kerk op het terrein van de theologie haar eigen kleur en reliëf en legde Kuyper de grondslag voor een reformatorische denkwijze over de kerkelijke dienstverlening. En Kuypers gedachten en benamingen werden overgenomen aan de theologische opleidingen in Amsterdam, Kampen en Apeldoorn (om ons tot Nederland te beperken).
Op dit centrale punt van het betoog van dr. Brienen stem ik graag in met dit boek en zijn titel. Wij zijn dankbaar voor de vasthoudendheid van de schrijver op dit essentiële punt, dat stellig de identiteit van de beoefening van de gereformeerde theologie sinds de negentiende eeuw heeft bepaald. Er is moed voor nodig, maar tegelijk is het de moeite waard om dit mee te nemen in de eeuw die komt.
Intussen ziet de schrijver kans om tijdens zijn betoog veel interessante informatie uit de Bijbel en de kerkhistorie door te geven. In dit boek is dus ook veel speurzin geïnvesteerd.
Ambten en diensten
Dr. Brienen bepleit in feite een vervanging ook in ons spraakgebruik van het woord ambt door het woord diakonia = dienst. Op dit punt verschil ik met de auteur van mening. Ik mis namelijk een inhoudelijke analyse van de relatie tussen ambt en dienst. Immers, alle ambt is dienst, maar daarom is alle dienst nog niet een ambt. De analyse van de schrijver beperkt zich goeddeels tot een beoordeling van diverse bijbelvertalingen en de betekeniswisselingen in het spraakgebruik.
Ook mis ik een analyse van bijvoorbeeld het spraakgebruik van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (artikel 30 en 31), kortom: van de institutionele aspecten van de diensten in de kerk. In dit verband brengt de schrijver wel de gaven (charismata) van de Heilige Geest ter sprake, maar hij bespreekt niet de beoordeling van de gaven en al evenmin de vraag wanneer het charisma uitgroeit tot continue dienstverlening. Waar blijft de roeping tot het ambt en waar komen de leiders in de gemeente (blz. 191) vandaan?
Ook zou het in dit verband nuttig geweest zijn om het spreken van de kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk over de bedieningen en de ambten te betrekken in de beoordeling.
Bediening
Ik zet ook vraagtekens bij de poging om als kernwoord van de gehele diaconiologie het begrip bediening van het Woord te propageren. Deze vormgeving en indeling lopen mijns inziens vast op de bladzijden 73 en 74: het Woord wil gepreekt, verkondigd worden. De bedoeling is duidelijk, maar de schrijver bedient zich van oneigenlijk taalgebruik. Want het Woord 'wil' niets; het gaat om de Spreker, de Auteur van het Woord. Merkwaardigerwijs wordt het werk van de Heilige Geest in het formeren van de geestelijke kerkregering (art. 30 NGB) slechts sporadisch ter sprake gebracht.
Het Woord van God wil vervolgens gevierd worden. Op deze wijze wordt de liturgiek geïntroduceerd. Maar wat is dat: viering van het Woord? En hoe kan dat zonder de sacramenten van doop en avondmaal ter sprake te brengen?
God verbindt in Zijn Woord het spreken altijd met het doen. Maar daarmee is nog niet de typische aard van het diaconaat en de diaconiek verklaard. En ook op de bladzijden 167 tot 169 wordt niet duidelijk gemaakt dat het diaconaat een modus is van de bediening van het Woord.
Inzet en moed
We hebben veel waardering voor het boek van dr. Brienen. Ook de kritische notities verhinderen ons niet om de lectuur van dit boek aan te bevelen bij predikanten, theologische studenten en belangstellenden. Op conditie dat de aspirant-lezers geen bezwaar hebben tegen het gebruik van een aantal Latijnse, Griekse en Hebreeuwse woorden en niet opzien tegen de toe-eigening van een aantal Duitse citaten. Ook het lezen van dit boek vraagt om inzet en moed.
|