Boekrecensie

Titel: In de kracht van de Geest; het Pinksterappèl 1997 nader toegelicht
Redactie: dr. ir. J. van der Graaf

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1998
ISBN 90 5030 930 5
Pagina's: 131
Prijs: ƒ 19,95

Recensie door ds. G. J. Capellen - 24 februari 1999

Pinksterappèl roept op bijbelse noties ernstig te nemen

Getuigenis over de Geest

Op de achterkant van ”In de kracht van de Geest” staat onder andere het volgende vermeld: „In de kracht van de Geest! Dat is het geheim van het christelijk geloof, en van het leven en werken in de kerkelijke gemeenten.” Daarover gaf een groep hervormden en gereformeerden in 1997 een Pinksterappèl uit. Met deze boodschap werd een appèl op de kerken gedaan om het bijbelse getuigenis over de Heilige Geest ernstig te nemen en daaruit de consequenties te trekken voor het spreken en handelen van de kerk.

Vervolgens bereikten de opstellers verzoeken uit de kerken om een nadere uitwerking van de inhoud te geven. Dit boek is een positieve reactie daarop en bevat een verdere bezinning op het werk van de Geest.

Het Pinksterappèl 1997 was een initiatief van het Confessioneel Gereformeerd Beraad in de Gereformeerde Kerken, de Confessionele Vereniging in de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk, de Stichting Evangelisch Werkverband en de Stichting Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge. In dit appèl gaat het vooral om het trinitarisch belijden aangaande God. Daar dienen de kerken ernst mee te maken, onder andere in de geloofsoverdracht aan en de beleving van jongeren in de kerk.

Het gekozen thema ”In de kracht van de Geest” mag daarom niet los gezien worden van de belijdenis aangaande de drie-enige God. Bovengenoemd thema is gekozen omdat bij de opstellers de stellige overtuiging leeft dat we als gelovigen en als kerken een krachtige werking van de Heilige Geest nodig hebben. Wil een gemeente tot bloei komen, dan dienen daar gaven en vruchten van de Geest te zijn, aldus drs. W. Kats.

Verootmoediging
In verscheidene bijdragen trof ik de oproep tot verootmoediging aan. En terecht, want wij kerkmensen hebben God vergeten, dagen zonder getal. Hoe vaak bedoelden we niet onszelf? Er ligt door onze eigen schuld een dorheid en grauwheid over de kerk. Terecht wordt gesteld dat er verwachting is als wij ons verootmoedigen. Denk onder anderen aan Daniël. Daniël vast en bidt (Daniël 9:3-5). De Heere hoort (zie Daniël 10:12).

Laten we de Heere dan ook vragen om vernieuwing en bekering. Dat is zeker nodig, want het gevaar is niet denkbeeldig dat de kerk zich aanpast aan het schema van de wereld. „Het moet heilloos heten, wanneer in kerk en theologie het kruislijden van Christus tot verzoening van onze schuld, niet meer wordt beleden” (blz. 18).

Daarom is het terecht door drs. R. H. Kieskamp opgemerkt dat geloofskracht van wezenlijk belang voor de Kerk is. Geloofskracht is echter nooit los te zien van de kracht van het Woord van God. „Daarom zal geloofskracht des te sterker kunnen functioneren naarmate de kracht van het Woord weer alle ruimte krijgt. Waar het Woord van God ondersneeuwt, daar verstikt de geloofskracht” (blz. 43).

De Geest van Christus
Heel mooi en diepgaand is ook het hoofdstuk ”De Geest van Christus”. Ook daar wordt gesproken over de gerichtheid op het Woord. Belijden begint met luisteren! „Gods Woord is de bron waaruit wij putten en tevens de grond waarin wij ons spreken belijdend verankeren” (blz. 57).

Vandaar dat door ds. H. Visser de vrijheid buiten Christus wordt afgewezen. „Heel die vrijheid buiten Christus loopt uit op doemdenken, angst, onzekerheid. We leven aan de rand van de afgrond – niet vanwege de kernwapens en de milieuvervuiling, maar vanwege de degeneratie van de mens, vanwege de goddeloosheid” (blz. 61).

Waardering en kritiek
Ik heb veel waardering voor dit boekje. Het thema wordt helder ontvouwd. Dit betekent niet dat ik alle bijdragen waardeer. Bepaalde passages vind ik te vlak of zelfs misleidend. Ik geef hiervan een voorbeeld. „In de missiologie ofwel zendingswetenschap is de laatste tijd meer oog gekomen voor het werken van de Geest in de wereld van de religies. Dr. J. M. van 't Kruis schrijft in zijn in 1998 verdedigde proefschrift ”De Geest als missionaire beweging” dat de Geest overal werkzaam is, dus ook in niet-christelijke godsdiensten en culturen” (blz. 54). De toevoeging die dient om deze uitspraak wat af te zwakken, maakt niet goed wat hierboven gesteld is!

Het hoofdstuk over geestelijke gaven stelt me hier en daar teleur. Vooral daar waar de auteur een paar in het oog springende gaven bespreekt. Dit neemt niet weg dat het boek waardevolle gedachten over de persoon en het werk van de Heilige Geest ontvouwt.