Boekrecensie

Titel: Bruggen bouwen voor de Boodschap
Auteur: Jerram Barrs

Uitgeverij: Novapres
Apeldoorn, 1998
ISBN 90 6318 234 1
Pagina's: 156
Prijs: ƒ 19,95

Titel: Een dienst voor belangstellenden...
Auteur: Ed Dobson

Uitgeverij: Gideon
Hoornaar, 1998
ISBN 90 6067 760 9
Pagina's: 157
Prijs: ƒ 22,50

Recensie door G. Roos - 17 februari 1999

Bruggen voor de Boodschap

Basisvragen in ”Bruggen bouwen voor de Boodschap” zijn: Waarom geeft iemand „het goede nieuws” door? en: Hoe bereikt iemand de ander? In diverse opzichten is dit boek niet oppervlakkig. „Wij kunnen zelfs niet met onze vrije wil het geloof produceren.” Het uitgangspunt van Jerram Barrs lijkt niet te liggen in het: „Kies voor Jezus en alles komt goed.”

Waarom zou iemand gaan evangeliseren? „Dankbaarheid ten opzichte van Jezus onze Verlosser en liefde van onze hemelse Vader die ons zo volkomen liefheeft, dat behoort onze motivatie voor evangelisatie te zijn, of voor welke andere activiteiten in ons christelijke leven ook”, aldus de auteur. Niemand kan de objectieve juistheid ontkennen van deze „motivatie voor evangelisatie”. Inderdaad, evangelisatie om „een betere christen” te zijn of „bij Jezus in een goed blaadje te komen” is uit den boze. Als zodanig bevat dit boek behartigenswaardige aanwijzingen.

Aanwijzingen
Barrs licht het allemaal hoofdstuksgewijs toe. Evangelisatie is niet slechts de taak van kerkleiders, voorgangers, of evangelisten, maar van iedere gelovige. Schuldgevoelen wegens het eigen tekortschieten in het evangelisatiewerk kan nooit een goede motivatie zijn om te gaan getuigen. Het vertrekpunt moet het gebed zijn. Vertrouw niet op de „beslist werkende methode.” Geloof ook niet dat activiteiten en volle agenda's hetzelfde inhouden als geestelijke doelmatigheid.

De auteur signaleert terecht dat de huidige cultuur, waarin de 'grote verhalen' weinig geloof meer vinden, ook christenen onzeker maakt. Voorkom, schrijft hij, dat ongelovigen de vinger kunnen leggen bij het over de schreef gaan van mensen die voorgeven christen te zijn. Erken eerlijk dat het in de gemeente ook niet allemaal koek en ei is.

Preken die de tussen kerk en wereld bestaande taalbarrière niet onderkennen, gaan als computertaal aan ondeskundigen voorbij. Wees vooral dienaar voor degenen tot wie je preekt. Benader mensen respectvol en acht hen in hun menselijke waardigheid. Sta naast hen in hun menselijke schande. Versta de tijd en tracht te begrijpen wat de ander gelooft.

Wet en Evangelie
Merkwaardig is de visie van de schrijver op de verhouding tussen wet en Evangelie. „Wij hebben gezien dat in veel gevallen eerst de wet moet worden overgedragen, voor het evangelie, ook wanneer de persoon in kwestie zegt op zoek te zijn naar God en het eeuwige leven, zelfs wanneer dat ook werkelijk zo is”, aldus Barr op basis van de aangevoerde argumenten.

Maar hij reserveert de prediking van de wet vooral voor degenen die het dichtst bij God lijken te staan en die reeds brede kennis van de waarheid hebben. Mensen die „waardering voor Gods wetten hebben en zich heilig hebben voorgenomen te leven in gehoorzaamheid aan Gods geboden.” De proclamatie van het Evangelie van de vergeving zou echter vooral moeten geschieden aan hen die het verst van God leken af te staan, zoals de zondaars, de tollenaars, de Samaritanen. Over zoiets zou een stevige discussie mogelijk zijn.

Er vallen ook andere vragen te stellen. Hoe verhoudt de menselijke wil zich tot Gods „belofte ons kansen te geven”? Minstens zo belangrijk is dat Barrs lijkt te veronderstellen dat de lezer Gods kind is. „God is onze hemelse Vader.” Dat mag toch nooit automatisme zijn? Dr. A. Kuyper schreef een mooi boekje met als titel ”Dat de genade particulier is”. Maar de verzoening lijkt in Barrs boek in meer algemene zin naar voren te komen. Gereformeerden kunnen echter geen enkele vanzelfsprekendheid –ook niet „door het geloof”– in het kind-van-God-zijn onderschrijven.

Antitraditioneel
De uitgave ”Een dienst voor belangstellenden” heeft een heel ander karakter. Ds. Ed Dobson van Calvary Church in Grand Rapids „zat ermee” dat zijn „samenkomsten de buitenstaanders niet bereikten.” Na rijp beraad startte hij met zaterdagavonden waar het „er allesbehalve (om niet te zeggen anti-) traditioneel toegaat. De muziek die we maken, is hedendaagse rock and roll. We maken gebruik van drama en bijna iedereen draagt een spijkerbroek en een T-shirt. Alles verloopt informeel. Op een barkruk (omgedoopt tot kerkkruk) houd ik een toespraak (de prediking); daarna krijg ik de vragen die het publiek heeft opgeschreven.” Met Pasen beeldt de organisatie bijvoorbeeld via dramastukjes ook de straf voor de Heere Jezus uit.

In dit boek gaat het over mensen die Jezus uitnodigen in hun leven en „samen (God en ik)” beslissingen nemen. En over „mensen die het traditionele geloof overboord hebben gegooid, maar toch nog open staan voor God en de Bijbel.” Over bezoekers die vrede met zichzelf krijgen. Mensen die ook, gegrepen door de boodschap van zaterdagavond, geen enkele behoefte hebben om de zondagse „traditionele dienst” te bezoeken. Naar het voorbeeld van Willow Creek Community Church is de activiteit van Dobson „consumentgericht”.

„Het evangelie aan ongelovigen verkondigen op een manier die bij de cultuur past” is op zich geen onbijbelse notie. Maar in de door dit boek voorgestelde aanpak komen wij er gemakkelijke toe tekort te doen aan de radicaliteit van wet en Evangelie en aan de realiteit van zonde en genade.