Boekrecensie

Titel: Van tekst tot preek. Handboek voor de prediking
Auteur: dr. Wolfgang Klippert

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1997
ISBN 90 5030 623 3
Pagina's: 184
Prijs: ƒ 39,95

Recensie door ds. L. W. Ch. Ruijgrok - 3 februari 1999

„Prediker moet tekst overpeinzend binnendringen”

De hoge inzet van de preek

„Predik het Evangelie aan alle creatuur”, zo luidde Jezus' opdracht aan Zijn jongeren. Terwijl Paulus verzekerde: „Het behaagt God door de dwaasheid van de prediking zalig te maken, die geloven.” Woorden die genoegzaam het beslissende belang van de prediking duidelijk maken. We hebben in de prediking te doen met een goddelijke opdracht. God roept er Zijn dienaren toe en heeft er Zijn bijzondere belofte aan verbonden.

Juist vanwege deze hoge inzet is er vanaf het prille begin van de christelijke kerk de bezinning op de prediking geweest. Bezinning op haar inhoud, maar niet minder bezinning op haar vorm: in welke vorm dient de prediking gegoten te worden? Anders gezegd: hoe brengen we de boodschap zo dicht en zo verantwoord mogelijk bij het hart van de hoorders? We komen hier op het terrein van de homiletiek, de theologische vakwetenschap die de dienst van de prediking tot inhoud heeft. Kerkvaders als Origenes, Chrysostomus en Augustinus hebben zich hier al mee beziggehouden en de bezinning erop blijft actueel.

Voor allen die tot de dienst van de prediking zijn geroepen, zag een nieuwe uitgave het licht: ”Van tekst tot preek: handboek voor de prediking”, van de hand van dr. Wolfgang Klippert. De oorspronkelijke titel luidde: ”Vom Text zum Predigt: Grundlagen und Praxis biblischer Verkündiging”. Het is uit het Duits vertaald door Ben Huisman, terwijl dr. A. van Brummelen, drs. J. N. van den Hoorn en ds. J. Veldhuijzen zorg hebben gedragen voor een bewerking voor het Nederlandse taalgebied.

Inhoud
Het geschrift van Klippert is uitermate praktisch van opzet. Na een korte uiteenzetting over wezen en doel van de preek komen vervolgens diverse hoofdmomenten aan de orde, beginnend bij de tekstkeuze en eindigend bij de verkondiging zelf. Ten aanzien van de tekstkeuze maakt hij de behartigenswaardige opmerking: ze moet gedragen worden door „het gebed om het juiste woord.”

Hij onderscheidt drie werkfases: de exegese (de uitleg van de bijbeltekst), de meditatie (het nadenken over de draagwijdte van de tekst) en het concept (het uitwerken van de preek). Met het oog op de verkondiging zelf –de „presentatie van de preek”– doet hij ten slotte een breed scala van praktische tips aan de hand.

Wat de exegese betreft onderstreept de auteur: „Grondige exegese is de basis van alle verkondiging.” Preken is niet een verhaaltje vertellen of mensen op populaire wijze eigen godsdienstige inzichten presenteren, maar opening van de Schrift. Ontvouwing niet van míjn, maar van Góds gedachten. „We gaan niet uit van wat in ons is (... ), maar van wat buiten onszelf allang bestaat: de Heilige Schrift!” Prediking is als het goed is exegetische prediking. Resultaat van het zich intensief bezighouden met de bijbeltekst.

Zeker bij bekende stof dient de prediker zich te hoeden voor het grote gevaar dat hij reeds op voorhand denkt te weten wat er staat. „Daarmee verknoeien we de kans op exegetische verdieping en vinden we in de tekst alleen maar wat we al wisten.” Dat leidt op den duur tot verarming en vervlakking van de prediking.

Drietal gevaren
Grondige exegese behoedt ons ook voor andere gevaren. Op originele wijze onderscheidt de auteur er een drietal. De ”esthetische preek”: de preek als een fraai kunstwerk, waar de hoorders op een afstand „stil beschouwend” naar kijken, maar geen verkondiging, die mensen bij de haren pakt en in het hart grijpt.

De ”verhaaltjespreek”: een preek vol anekdotes, terwijl grondige uitleg en toepassing van het Woord achterwege blijft. De hoorders worden er misschien wel door geboeid, maar er niet door gebouwd in de Schriften. „Verhalen zijn goede dienaars, maar wee u als ze heren worden, die het Woord verdringen.”

De ”springplank-preek”: die vorm van verkondiging waarbij de tekst alleen maar als 'springplank' fungeert. Vanuit zijn tekst springt de verkondiger de hele Bijbel door, terwijl de specifieke inhoud van de tekst niet aan de orde komt. „De gemeente wordt dwars door de hele Heilige Schrift heen, van de hof van Eden tot aan het hemelse Jeruzalem, gedreven, maar wat de preektekst concreet inhoudt blijft open.”

Meditatie
Naast grondige exegese is ook ”meditatie” –door de auteur omschreven als „het overpeinzend binnendringen van de tekst”– geboden. Niet alleen de ”intentie van de tekst”, maar ook de ”situatie van de hoorder” dient te worden overdacht. Al mediterend dienen we een brug te bouwen tussen beide.

Meditatie is vooral bíddende meditatie: „Het gebed houdt de bede in om wijsheid en geestelijk inzicht. Het overweegt de gedachten van de Schrift voor God, voert tot dank, aanbidding en wellicht ook tot belijdenis en boete.” En dan de zeer ter zake doende opmerking: „De preekvoorbereiding voert niet alleen tot het klaarmaken van een preek, maar ook tot gebed en tot gemeenschap met Hem, Die ons de verkondiging opgedragen heeft!”

Dat zijn de meest gezegende momenten op de studeerkamer en juist zo ontstaat dat heilige vuur nodig voor een bezielende verkondiging: „De een doceert juistheden, de ander bereikt de harten van de luisteraars, omdat hij innerlijk ten diepste overtuigd is van de juistheid en de noodzakelijkheid van zijn woorden.” Terwijl we mediteren, dient ook het ”preekdoel” zo concreet mogelijk bepaald te worden.

Conceptie
Na exegese en meditatie volgt het uitwerken van de preek, de ”conceptie”. In dit verband beklemtoont de auteur het grote belang van een heldere structuur. Hij waarschuwt voor een 'hutspotpreek', die „de afzonderlijke gedachten van de tekst willekeurig aan elkaar rijgt”, zonder orde, zonder structuur. Een warrige preek laat bij de hoorders enkel verwarring na, ook al is er niets onschriftuurlijks gezegd.

Daarentegen: „Een doordachte preekstructuur geeft uw hoorders zekerheid. Ze krijgen het goede gevoel dat de predikant weet vanwaar hij komt en waar hij naar toe gaat. De gemeente voelt zich in gedachten bij de hand genomen. Dat geeft zekerheid en schenkt vertrouwen.”

Aansprekend
Als we het geheel overzien, kan gezegd worden dat ”Van tekst tot preek” een aansprekend boek is. Niet het minst door de vele puntige gezegden en beelden, waarvan we wat voorbeelden gaven. Wie van week tot week geroepen is tot de dienst van de prediking, heeft de opscherping die erin geboden wordt telkens weer nodig. Bovendien staat bij elk onderdeel een aantal opdrachten, waardoor men zich kan oefenen in de diverse fasen van het maken van de preek.

De auteur is docent aan het opleidingsinstituut van de Vergadering van Gelovigen in het Duitse Wiedenest. De oplettende lezer zal merken dat de typische kenmerken van deze beweging ook in dit boek aanwezig zijn. Dat neemt niet weg dat ons in kort bestek veel geboden wordt. Blijft staan dat ook Klippert zelf er heilig van overtuigd is dat de beste voorbereiding nog geen vrucht garandeert. Die is alleen te danken aan Gods Geest. Maar deze Geest bekwaamt dienaren wel tot hun dienst en daar wil dit geschrift mede dienstbaar aan zijn.