Boekrecensie

Titel: Pelgrim naar Immanuëls land; het leven van Samuel Rutherford
Auteur: L. J. van Valen

Uitgeverij: Den Hertog
Houten 1998
ISBN 90 331 1309 0
Pagina's: 262
Prijs: ƒ 49,95

Recensie door J. van 't Hul - 27 januari 1999

Brieven vormen belangrijkste basis voor boeiende levensschets

Rutherford, als een Schotse Henoch

HOUTEN – Het zijn wonderschone typeringen die in het boek ”Pelgrim naar Immanuëls land” worden toegekend aan Samuel Rutherford: hij was de grootste Schotse theoloog, hij was een onverschrokken calvinist, hij was als een Schotse Henoch, die met God wandelde. Rutherford zelf wist echter ook van een eertijds: „Ik ben als een dwaas geweest, tot mijn zon hoog aan de hemel stond en het bijna middag was, eer ik ten slotte door de poort inging.”

Een zware pelgrimstocht. Dat is de korte samenvatting van dit boek waarin L. J. van Valen het leven van Samuel Rutherford beschrijft. Over Rutherfords veelbewogen leven zijn weinig betrouwbare bronnen bewaard gebleven. Een dagboek of autobiografie heeft hij niet nagelaten, zodat het moeilijk is, zegt Van Valen in een inleidend woord, om een goed beeld te krijgen van zijn persoonlijke drijfveren. „Toch is er een bron die een schat van informatie bevat over zijn geestelijke leven en karakter. We bedoelen zijn ”Brieven”, die tot de klassieken van de christelijke literatuur gerekend worden.”

Het zijn vooral deze ”Brieven” van Rutherford waaruit de auteur materiaal heeft geput voor deze biografie. Een betere bron om kennis te maken met Rutherfords persoonlijke en diep doorleefde vroomheid is er niet. In deze brieven (in totaal 365, voor het merendeel geschreven vanuit de gevangenis te Aberdeen) doet Rutherford vele mededelingen over de gesteldheid van zijn eigen hart. Ook gaat hij uitvoerig in op het welbevinden van degenen aan wie hij schreef. Zo beantwoordt hij gaandeweg vele vragen over het persoonlijk zielenheil, hij wijst de weg, hij lost raadsels op en ontbindt schijnbaar onontwarbare knopen. Ook becommentarieert Rutherford juist in zijn brieven actuele ontwikkelingen in het kerkelijk leven van zijn dagen, waarbij hij meer dan eens op aandoenlijke en devote wijze zijn geprangde herdershart lucht over de toestand van zijn vaderland. Over deze brieven schreef Adam Philip ooit: „Het gehele gebied van het christelijk leven met al zijn problemen, plichten, hopen, hoogten en diepten van geloof en bevinding, alles wat tot het Evangelie behoort en wat te maken heeft met de opwekking daarvan, met de heiligheid en de vrucht, met de rechtvaardige erkenning van God en met de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus, worden besproken met een inzicht en passie die veel respect afdwingen.”

Spoor
Lezing van ”Pelgrim naar Immanuëls land” brengt de plaatsen waar Rutherford leefde, een spoor dat we jaren geleden volgden, haarscherp in de herinnering terug: East-Nisbeth, het dorp waar hij geboren werd, de prachtige steden Jedburgh en Edinburgh, waar hij studeerde, het in de eindeloze stilte gelegen gehucht Anwoth, waar hij „met zeer veel ijver, dag en nacht” arbeidde, de stad Aberdeen, waar hij in de boeien werd geslagen, en St. Andrews, waar men nog zijn laatste rustplaats vindt. Op 19 maart 1661, 's morgens om vijf uur, overleed ds. Samuel Rutherford. Voortaan behoefde hij niet meer, zoals hij zelf ergens had uitgedrukt, „met zijn gebarsten schotel tot de fontein te gaan, maar mocht hij zijn woning opslaan naast de Bron van het levende water zelf.”

Van Valen plaatst het levensverhaal van Rutherford te midden van de kerkelijke en politieke verwikkelingen van die dagen. Een groot deel van zijn leven was er de strijd tussen kerk en overheid. „Een hoogtepunt vormde de uitroeping van de zogenaamde Covenants, waardoor Schotland een verbondsnatie, een theocratie, ging vormen. Een dieptepunt in zijn leven was, toen het land weer terugzakte en verviel in de episcopale kerkvorm. Aan het begin van de nieuwe vervolging ging de nog niet oude hoogleraar van St. Andrews heen, in het vertrouwen dat betere tijden zouden aanbreken.”

Geestelijke gaven
In deze levensbeschrijving legt de auteur de nadruk op Rutherfords geestelijke en stichtelijke gaven, meer dan op zijn kwaliteiten als theoloog. In dat licht ontmoeten we in Rutherford een pastoraal man, een gedreven persoonlijkheid, iemand met een warm hart voor zielen in geestelijke nood en een sterke wil en volharding in het bestrijden van de dwalingen van zijn tijd.

Maurice Roberts (predikant van de Free Church of Scotland) gaf ooit een rake typering van Rutherford: „Wat Augustinus voor de kerk van Christus is geweest in het verstaan van zonde en genade, wat Luther heeft betekend in de voorstelling van geestelijke vrijheid en rechtvaardiging, wat Johannes Calvijn als systematisch theoloog is geweest en Jonathan Edwards als een ontleder van opwekking en christelijke bevinding, dat is Rutherford voor de kerk geweest in het verstaan van de gemeenschap met Christus in dit leven.”

Deze levensbeschrijving van Rutherford is rijk geïllustreerd, mooi gebonden, evenwichtig samengesteld, goed geschreven en voorzien van een uitvoerig overzicht van geraadpleegde literatuur en registers op plaatsen en personen. Royaal vijf tientjes waard!