Boekrecensie

Titel: Gij hebt mijn rechterhand gevat. Herinneringen aan Pieternella Neele en Aagje de Vries
Auteur: ds. J. W. Slager

Uitgeverij: De Groot Goudriaan
Kampen, 1998
ISBN 90 6140596 3
Pagina's: 62
Prijs: ƒ 14,90

Recensie door W. Visser - 20 januari 1999

Herinneringen van ds. J. W. Slager

De bekende predikant ds. J. W. Slager, die de oud gereformeerde gemeenten van Stavenisse, Rijssen en Werkendam diende, gaf in 1977 een boekje uit met aantekeningen over twee kinderen van God: Pieternella Neele en Aagje de Vries.

Pieternella Neele leefde van 1866 tot 1942. Al voor haar tiende jaar kende zij diepe indrukken van dood en eeuwigheid en had ze betrekking op kinderen van God. Toen ze tien jaar was, ontdekte Gods Geest haar aan haarzelf en de eeuwigheid drong in alle ernst op haar aan. Ze moest sterven, maar kon niet sterven! In die dagen heeft ze, zo jong als ze was, de oprechte keus van Ruth mogen doen. De brug naar de wereld was opgehaald en één begeerte leefde er in haar jonge ziel: met Gods kinderen samenleven. Maar met die keus bleef echter wel de onrust, het gemis, een aanhankelijk en afhankelijk leven.

Dat veranderde toen ze dertien jaar werd. De overtuigingen namen af en het kwam zelfs zover dat ze met een vriendin een kermis bezocht. Maar juist toen en daar bracht de Heere haar aan Zijn voeten! Hoe zondigde ze tegen een heilig, rechtvaardig en goeddoend God! Vanaf die tijd zijn de overtuigingen van Gods Geest gebleven. Steeds dieper ontdekte de Heere haar aan zichzelf, maar op haar twintigste kreeg ze een gezicht op Christus, Die het haar toeriep: „Wendt u naar Mij toe, wordt behouden. Want Ik ben God en niemand meer.” Na een periode van duisternis, strijd en twijfel gaf de Heere meer geloofsoefeningen en werd de Persoon van de Middelaar haar steeds meer dierbaar, noodzakelijk en gepast.

In 1942 overleed Pieternella Neele, na een smartelijk ziekbed. Wat een troost heeft ze op dat ziekbed mogen putten uit de woorden van Asaf in Psalm 73: „Gij hebt mijn rechterhand gevat.” Hoe mocht ze steeds weer getuigen van de hoop die in haar was en hoe lief zij de gezegende Verbondsmiddelaar had gekregen. Maar bij haar sterven ging ze dat voluit beleven: „Het is door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen.”

Aagje de Vries
Ds. Slager beschrijft in het tweede gedeelte van zijn werkje het leven en sterven van Aagje de Vries, weduwe van ds. J. van Leeuwen. Zij werd geboren in 1846 en overleed in 1945, op 99-jarige leeftijd. Op 26-jarige leeftijd werd zij door de Heere krachtdadig van zonde, gerechtigheid en oordeel overtuigd. Na zes weken in diepe smart en droefheid naar God geleefd te hebben, mocht ze buigen onder het recht van God, maar werd de Heere Jezus haar tevens verklaard op zo'n krachtige wijze dat ze getuigen kon: „Ik weet, mijn Verlosser leeft.” Tot haar sterven toe heeft ze veel mogen genieten van de openbaringen van de liefde van de hemelse Bruidegom, totdat het geloof over mocht gaan in aanschouwen en ze voor eeuwig Thuis kwam.

Dit boekje van de hand van ds. Slager is onlangs opnieuw verschenen. Het verschil met de eerdere uitgave is echter dat J. M. Vermeulen er een levensschets van ds. Slager heeft bijgevoegd. Zo bevat het boekje eigenlijk een korte schets van drie kinderen Gods, die het alledrie beleefden: „Gij hebt mijn rechterhand gevat.”

Het is goed om te lezen hoe de Heere gewerkt heeft in het voorgeslacht, opdat we de Heere bidden zouden of Hij ook vandaag krachtig wil werken onder jongeren en ouderen. 't Is wel m'n stellige overtuiging dat we ons niet moeten laten verleiden tot het uitsluitend lezen van bekeringsgeschiedenissen. Laten we ons in de eerste plaats verdiepen in het onderzoek van Gods Woord. Het is zo goed om als het ware gedompeld te zijn in de Schrift! Laten we ons daarnaast met elkaar ook –en dat heel grondig!– verdiepen in de geschriften van onze oudvaders. Een boek als ”De redelijke godsdienst” van Wilhelmus à Brakel, maar ook het boek van zijn vader Theodorus à Brakel, ”De trappen des geestelijken levens” geven zo veel bijbels onderwijs op grond van de Schrift over het opwassen in de genade en de kennis van Christus. In een tijd van discussiëren en redeneren is dat heel goede lectuur. Daarmee doen we niets af aan de waarde van een boek als ”Gij hebt mijn rechterhand gevat”.