Boekrecensie

Titel: César Malan (1787-1864), prediker van het Frans-Zwitserse Réveil
Auteur: W. van der Zwaag

Uitgeverij: De Banier
Utrecht; ISBN 90 336 0407 8
Pagina's: 399
Prijs: ƒ 59,50

Recensie door dr. R. Bisschop - 6 januari 1999

Van der Zwaag schrijft gedocumenteerd werk over César Malan

Prediker van soevereine genade

Malan, César Henri Abraham, lid van een Waldensische familie uit Piemont, belangrijke figuur in het Réveil, bereisde als evangelist vele landen, schreef zijn Sionsliederen (Chants de Sion). Zo luidt zijn beknopte biografie achter in de bundel ”Psalmen en gezangen voor den eeredienst der Nederlandsche Hervormde Kerk” uit 1938.

Enerzijds heeft Malan als prediker en schrijver in zijn tijd een verstrekkende invloed uitgeoefend, anderzijds is hij na zijn overlijden min of meer in de vergetelheid geraakt. Een verklaring voor dit laatste is niet eenvoudig te geven, ook niet na kennisneming van ”César Malan (1787-1864)” van W. van der Zwaag.

In grote lijnen is het boek chronologisch van opzet, al worden biografische hoofdstukken afgewisseld met hoofdstukken waarin bepaalde achtergronden verduidelijkt worden, of waarin een meer thematisch aspect uitgediept wordt. Dat heeft voor- en nadelen. Ter illustratie: na enkele inleidende hoofdstukken over de situatie in Genève en het geslacht Malan volgen enkele chronologisch-biografische hoofdstukken, die onderbroken worden door een bijdrage over de Schotse predikant Robert Haldane, Malans ”vader in het geloof”. Dat werkt verhelderend. Een thematisch hoofdstuk ”Malan en de gereformeerde theologie” heeft echter meer het karakter van een samenvatting van zijn theologische opvattingen en hoeft niet noodzakelijkerwijze de heldere chronologische lijn te onderbreken.

Geestelijk klimaat
In 26 hoofdstukken beschrijft Van der Zwaag het leven en werk van dr. César Malan (zoals hij gewoonlijk wordt genoemd) tegen de achtergrond van het Frans-Zwitserse Reveil. Daarbij neemt het 19e-eeuwse Genève een centrale plaats is. Dat was bepaald niet meer het Genève van Calvijn. Het geestelijke klimaat in de nationale kerk van Genève was gestempeld door een rationalistisch christendom. Daarin was geen plaats voor bekering en persoonlijke heilsbeleving.

Toch was er rond 1810, toen Malan predikant werd in de nationale kerk, al een begin van het Geneefse Reveil. Daarbij is een verbinding te leggen naar de invloed van de Hernhutters. Conventikels of gezelschappen waren niet onbekend. Een volgende stap was de oprichting van de Société des Amis, die zich bezighield met hulp aan armen en verdrukten, zondagsschoolwerk en ook een bijbelgenootschap stichtte. Mensen als Ami Bost, Louis Empaytaz en Emile Guers namen hierbij een vooraanstaande plaats in. Vanuit deze ”gemeenschap van vrienden” lopen in een later stadium duidelijke lijnen naar enkele afgescheiden kerken.

Bekering
Malan begon als predikant in de rationalistische geest van de nationale kerk, onbekeerd. In de jaren 1814-1817 voltrok zich echter een geestelijke ommekeer in zijn leven. Toen in 1817 een nieuw reglement voor de nationale kerk werd vastgesteld, kwam hij buiten de nationale kerk te staan. Malan sloot zich echter niet aan bij de afgescheiden kerk van Bourg de Four. De reden daarvan was dat deze gemeente geen duidelijk omschreven belijdenis en kerkorde aanvaardde. Hij bouwde in 1820 in zijn achtertuin de Getuigeniskapel.

Nadat hij in 1823 gedwongen was de Geneefse kerk te verlaten, vormde hij pas een eigen gemeente. De rechtmatigheid van zijn afzetting is hij consequent blijven bestrijden. Niet alleen in dat opzicht herinnert hij ons aan dr. H. F. Kohlbrugge hier te lande. Inmiddels was hij ook als docent van het stedelijk gymnasium ontslagen. Naar de mening van de academische senaat was zijn leerwijze ongeschikt voor jongeren. Daardoor werd hun verstand op een dwaalspoor gebracht en werden hun schrikbeelden aangepraat „waarvan men de gevolgen niet bezadigd genoeg berekent.” De jeugdige harten moesten „tot Godsvrucht en deugd” opgeleid worden.

Reizen
Na zijn ontslag maakte hij evangelisatiereizen naar bijvoorbeeld Engeland, Schotland, Ierland, Frankrijk, België en Nederland. Daaraan heeft hij, naast zijn grote aantal publicaties, mede zijn internationale bekendheid te danken. In Nederland trof hij zowel in de kring van het Reveil als van de Afscheiding geestverwanten aan. Daarbij kunnen de namen genoemd worden van mensen als Van Prinsterer, Van Bruggen, H. P. Scholte en De Clercq. Verhelderend om te lezen hoe een buitenstaander aankeek tegen de toenmalige kerkelijke situatie in ons land.

Bijzonder boeiend is de uiteenzetting van de kernpunten van Malans theologische opvattingen. Eén ervan betreft de zekerheid van het geloof. „De in die tijd zo verwaarloosde objectieve heilswaarheid: God geopenbaard in het vlees, was bij hem van zulk een doorslaggevend belang dat de subjectieve zijde hiervan, de persoonlijke toe-eigening, hierbij in het gedrang dreigde te komen”, schrijft Van der Zwaag. Malan is van mening dat de grond van de toe-eigening van het heil niet ligt in een ”gevoelde ervaring”, maar in een ”nauwkeurig inzicht” in Gods werk. Hij beschrijft het zaligmakende geloof als „een almachtige daad van de Heilige Geest, die het verstand verlicht en het hart treft of onderwerpt.”

Aansprekende citaten maken duidelijk hoezeer Malan beklemtoont dat de zekerheid van het geloof niet in de mens zelf gezocht moet worden, maar in het verlossingswerk van Christus alleen. Ons is niet bekend of hij ooit gepreekt heeft over de tekst: ”Werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven; want het is God Die in u werkt, beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen.” (Filémon 2:12 en 13) Op basis van wat dit boek ons hierover aanreikt, lijkt een kernachtiger samenvatting van Malans opvattingen terzake nauwelijks te geven.

Verkondiger
Malan was een veelzijdig man met buitengewone gaven: begaafd prediker, talentvol evangelist, verdienstelijk dichter en scherp polemist. Vóór alles echter was hij verkondiger van de soevereine genade van God.

Van der Zwaag biedt een goed gedocumenteerd overzicht van feiten en meningen over hem, in relatie tot z'n omgeving. Het is voorzien van een uitgebreid notenapparaat. Een overzicht van Malans belangrijkste werken completeert het geheel.