Boekrecensie

Titel: De Kerk van China. Het mandaat van de Hemel
Auteur: drs. Pieter van Kampen
Uitgeverij: Kok Voorhoeve
Kampen, 1997
ISBN 90 297 1502 2
Pagina's: 304
Prijs: ƒ 34,90

Recensie door T. Schultink - 31 december 1998

De verdrukte kerk van China

China heeft een boeiende geschiedenis, waarin de wonderlijke zorg blijkt die de Heere Zijn Koninkrijk en Zijn kinderen betoont. In “De Kerk van China” beschrijft Pieter van Kampen het verhaal van een gevangene. Haar man en schoonmoeder zijn voor het peloton doodgeschoten. Broers van haar krijgen gevangenisstraf van enkele jaren. Zelf krijgt de weduwe levenslang. Ze heeft de gelegenheid om in de gevangenis te evangeliseren. Dat wordt door de Heere gebruikt. Van de 500 gevangenen komen er 400 tot verandering, ondanks alle tegenwerking van het gevangenispersoneel en overheid.

Drs. Pieter van Kampen beschrijft de lotgevallen van de kerk van China. De informatie heeft hij van deskundigen en informanten, zowel van Chinezen als van China-kenners.

In het hoofdstuk “Ontmoetingen” beschrijft de auteur enkele belevenissen van de christenen tijdens gevangenschap en ten tijde van de Culturele Revolutie. De kerk in China is zeer verdrukt geweest, met name onder het communistische regime en zeker tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976).

Hoofdstromingen
Terecht wordt aandacht gegeven aan de godsdiensten, confucianisme, taoïsme en boeddhisme. Van Kampen merkt op: „Wie de achtergronden van de Chinese geschiedenis en cultuur wil leren kennen, kan er niet omheen studie te maken van de drie hoofdstromingen in het denken c.q. de religie, die vele eeuwen de Chinese beschaving en het geestelijk leven gestempeld hebben”. Ook de reïncarnatie krijgt enige aandacht, maar de voorouderverering wordt niet genoemd. Veelal lopen de godsdiensten door elkaar. Het zogenaamde syncretisme wordt niet beschreven. Maar ik begrijp best dat niet alles aan de orde kan komen in een boek dat een algemeen beeld wil schetsen.

Interessant zijn de hoofdstukken waarin de zendingsgeschiedenis in China vanaf het begin, bij nestorianen en vervolgens bij franciscanen en dominicanen, beschreven wordt. Door de eeuwen heen lieten de Chinezen gewoon geen buitenlandse missionarissen toe. En als ze er waren, werden ze amper getolereerd. Ze hadden het vaak moeilijk en werden soms vervolgd.

Morrison
In hoofdstuk 12 komen we bij de zendingsgeschiedenis van “De Protestantse pioniers” in de vorige eeuw. Die periode begint bij Robert Morrison. Het was een moeilijke tijd, maar als de Heere roept, dan gaan ze. Morrison was ook degene die de Bijbel in het Chinees heeft vertaald. Zelf ben ik op de begraafplaats geweest in Macao (nu nog een Portugese kolonie) waar hij en zijn eerste vrouw en hun kind liggen begraven. De christen-Chinezen zijn de Heere dankbaar dat Robert Morrison naar China kwam en de Bijbel in hun taal bracht. We zijn er getuige van geweest dat een Chinese predikant bewogen zei: „Hier staat ook een vrucht van zijn vertaling van de Bijbel”.

Jammer dat er weinig over Hudson Taylor wordt gezegd. Hij was toch de zendeling die met een enorme stuwkracht in China heeft gewerkt en de oprichter van China Inland Mission. Door hem zijn er honderden zendelingen naar China uitgezonden. En met veel zegen!

Nederlanders
Op pakkende wijze neemt de schrijver zijn lezer mee naar het begin van deze eeuw. Hij laat zien hoe de zendelingen binnen de politieke situatie leefden. Aangrijpend zijn de verhalen van hen die vervolgingen moesten ondergaan. Dit boek werpt niet alleen licht op China's geschiedenis, maar geeft ook weer hoe de christenen daar hebben geleefd.

Ik was even benieuwd wie de personen onder het hoofdje “Nederlanders” in China in hoofdstuk 16 zouden zijn. De namen van de zendelingen die genoemd worden, zijn over het algemeen minder bekend. De meesten komen uit pinkstergemeenten.

In de hoofdstukken 17 tot en met 22 (”China sinds de communistische machtsovername, 1949-1989”) wordt de politieke situatie onder de communistische leider Mao Zedong beschreven, en hoe de christelijke kerk in die periode door de kracht van Gods genade in de grote verdrukking staande bleef. Ondanks alle tegenstand zijn de huisgemeenten gegroeid.

Bekende predikanten zijn onder anderen Wang Mingdao en Samuel Lamb. We hebben met beiden contact gehad. Ds. Mingdao en ds. Lamb waren tijdens het bewind van Mao Zedong in heropvoedingskampen opgesloten. Ds. Mingdao is overleden, maar ds. Lamb leeft nog. Het is indrukwekkend wat hij te vertellen heeft. Hij heeft bijna twintig jaar in gevangenschap verkeerd.

Drie noden
Pieter van Kampen merkt terecht op dat de huisgemeenten ruwweg drie noden hebben: Er zijn te weinig voorgangers met voldoende kennis en inzicht; training is dus heel hard nodig, maar wie kan die geven? Er zijn te weinig Bijbels en andere christelijke lectuur. En er is (per definitie) te weinig contact met de kerk buiten China; men is al met al verschrikkelijk geïsoleerd.

Bedacht dient te worden dat China een geweldig groot land is en dat veel christenen zonder goede leiding zijn. Daarom is het belangrijk dat er goede opleidingen komen en dat er christelijke lectuur is om de evangelisten en predikanten toe te rusten. Het communisme werkt niet mee om theologische scholen te openen.

Het laatste hoofdstuk beschrijft de groei van de huisgemeenten. Er zijn verschillende lessen die we van de Chinese christenen kunnen leren. „De eerste les is dat we moeten opmerken dat God echt is”. De schrijver deelt mee dat door de grote verdrukking de kerk staande is gebleven en dat er zelfs opwekkingen hebben plaatsgevonden. De tweede les is dat „leven en dood van de martelaren rijke vrucht hebben gedragen”. „Chinese christenen, zeker leden van de huisgemeenten, maar niet alleen zij, hebben ervaren dat ze alleen staande konden blijven als ze dicht bij het Woord van God bleven en dicht bij de centrale noties uit dat Woord, zoals: de noodzaak van bekering en wedergeboorte; de noodzaak om als geestelijke mensen in het leven te staan”. In dit verband merkt de schrijver op dat de „christenen niet investeren in programma's maar in mensen”. Als Gods kinderen in ons land zo zouden leven, dan zou het er bij ons anders uitzien.

”De Kerk van China” heb ik met grote belangstelling gelezen. Wie meer wil weten van de kerkgeschiedenis van dit land, moet dit boek lezen. Van Kampen beoogt niet volledig te zijn. Toch heeft hij veel werk verricht om een globale indruk van de kerk in China te geven. En ik wenste wel dat de lessen die hij in het laatste hoofdstuk beschrijft door ons ter harte werden genomen.