Boekrecensie |
Titel: Paulus' zeereis naar Rome. Een reconstructie
Auteur: Fik Meijer Uitgeverij: Athenaeum-Polak & Van Gennep Amsterdam, 2000 ISBN 90 253 3396 6 Pagina's: 213 Prijs: ƒ 45,- |
Recensie door J.
M. D. de Heer - 29 november 2000
Verrast door een zware noordoosterAls haringen in een ton zaten ze daar. En het schip stampte. Het zoute zeewater spoelde over het dek. De 276 passagiers zullen het niet breed gehad hebben toen het schip werd overvallen door de zware noordooster Eurakylon. Toch vatte Paulus moed, staat er in Handelingen. Prof. dr. Fik Meijer raakte geboeid door de reis naar Rome en schreef een boek over deze „belangwekkende bron voor de oude scheepvaart.”'t Is een oude landkaart, die hij op zijn studeerkamer heeft hangen. Editie Malmberg, met gekleurde lijnen die de reizen van Paulus markeren. Meijer is er trots op. „Mijn vader gebruikte de kaart voor zijn geschiedenislessen.” Vele jaren later verhuisde de kaart naar de studeerkamer van de historicus. Daar hangt hij nog steeds. Stukje nostalgie dat nog altijd zijn werk doet. Tijdens het gesprek over Paulus' reizen springt de Amsterdamse hoogleraar oude geschiedenis diverse keren van zijn stoel en wijst, als een echt docent, aan waarover de 'les' gaat. „Als kind spraken Paulus' reizen niet echt tot mijn verbeelding”, geeft Fik Meijer toe. „Wij katholieken hadden ook een slechte bijbelkennis. Onze kerkleiders hebben de catechismus uitgevonden en daar deden we het dan mee.” De belangstelling voor de apostel kwam van een heel andere kant. Verrassende woorden vallen: sportduiken, wandelen, zeilen. Meijer is een verwoed wandelaar, maar nam ook deel aan een Amerikaanse expeditie voor de kust van Turkije. Daar lagen twee oude Romeinse scheepswrakken. Buitengewoon interessant voor een hoogleraar die zich specialiseerde in de zeegeschiedenis. Verlanglijstje
In een gesprek met deze krant in februari 1997 vertelde Meijer dat hij voor het boek over Paulus' reizen graag langs alle plaatsen wilde waar Paulus is geweest. In een oud vrachtschip. En, dat is gebeurd?
Graanschepen
Caesarea bijvoorbeeld, waar de reis begon. De snelste weg naar Rome, vertelt hij, was over land naar Alexandrië en vervolgens aan boord van een van de grote graanschepen die naar Rome voeren. In twee maanden kon je in Rome zijn. Het probleem was echter –het liep al tegen september– dat de laatste graanschepen vertrokken waren. De hoofdman die Paulus begeleidde, scheepte in op een ranke koopvaarder. Het eerste traject naar Sidon verliep voorspoedig. Meijer berekende een snelheid van bijna 3 knopen. „Een zwak tot matig windje zal er wel gestaan hebben, uit zuidelijke richting.” In Sidon, een centrum van internationale handel, legde de schipper aan, waarschijnlijk om er handel te drijven en water en voedsel in te nemen. In Myra in Lycië (het zuiden van het huidige Turkije) vond de hoofdman een vrachtschip uit Alexandrië, dat op weg was naar Rome. Vond de eerste schipper het te gevaarlijk om met de herfststormen voor de deur verder te varen, zodat de hoofdman een ander schip moest opzoeken? Primitief
Was het sowieso veilig om zo half oktober –het vasten op Grote Verzoendag was net achter de rug– uit te varen? Meijer vindt van wel. „Pas in de loop van november namen de risico's snel toe, maar dan zou het schip, als alles naar wens verliep, allang onder de kust van Sicilië of Italië zijn.” De reis naar Kreta verliep minder voorspoedig, zodat de schipper er toch voor koos niet verder naar Rome te varen, maar op het eiland te overwinteren. Dat betekende een verlies aan inkomsten, maar de schipper wilde blijkbaar geen ondoordachte risico's nemen. Voor de kust van Kreta raadde Paulus aan om in Schone Havens te overwinteren. Dat de schipper niet naar hem luisterde, vindt Meijer terecht. De tekst van Handelingen laat weten dat de haven niet geschikt was om te overwinteren. En dat is zo, concludeerde de auteur toen hij de plaats met eigen ogen aan een inspectie onderwierp. De haven Phoinix, slechts 65 zeemijl ten westen van Schone Havens, bood juist een uitstekende beschutting tegen de winterse noordelijke en oostelijke winden. Met de zuidenwind die opstak, zou het een etmaal varen zijn. Een opstekende zuidenwind was echter ook een voorbode van zwaar weer. De snelheid waarmee de noordoosterstorm Eurakylon opstak, moet de schipper wel hebben verrast, vermoedt Meijer. Het gevolg is bekend. Het schip dreef in zeer hoog tempo af, zodat de scheepslieden bang waren te stranden op de Grote Syrte, de verraderlijke zandbanken voor de Afrikaanse kust. Veel middelen om dat te voorkomen had de schipper niet, stelt Meijer vast. Hij kon alleen proberen de vaart uit het schip te halen. Dat deed de schipper door een zogeheten drijfanker uit te werpen. Op deze manier vertaalde ook Luther het Griekse woord ”skeuos”. De Statenvertaling vertaalde „streken zij het zeil” maar Meijer volgt liever de interpretatie van Luther. Foute beslissing
Na een zware tocht komt het schip uiteindelijk bij Malta terecht. Meijer spreekt liever van een stranding op het eiland dan van een schipbreuk. Aanleiding voor deze overtuiging is een Grieks woord in Handelingen 27:41. De zeelieden lieten het schip op een zandbank lopen, vertaalt Meijer. „Dat zal wel niet zo gemakkelijk gegaan zijn, maar het is minder dramatisch dan vaak gedacht wordt.” Welke indruk maakten de acties van de zeelieden om het schip te behouden
op u?
Vertellijnen
In Handelingen vallen twee vertellijnen op, doceert de hoogleraar. Het eigenlijke reisverhaal en het optreden van Paulus. „Ik denk dat Lukas een oorspronkelijk reisverslag, vermoedelijk van Silas, bewerkt heeft door licht te laten vallen op de persoon van Paulus. In Lukas' ogen is Paulus de man van wie God Zich bediende om de redding van het schip te bewerken. Hij wilde aantonen dat Paulus onder alle omstandigheden, zelfs tijdens de moeilijke overtocht, zijn geloof uitdroeg.” Komen we met zulke theorieën dichter bij de kern van Paulus'
prediking?
Als je de tekst uitsluitend wetenschappelijk-historisch benadert,
kun je ook verwijderd raken van Paulus' boodschap.
Prestatie
Onmiddellijk steekt Meijer van wal. „Ik ben enorm onder de indruk van Paulus' fysieke prestaties. 7000 kilometer heeft hij gelopen. Er wordt gezegd dat hij 40 kilometer per dag liep. Uitgesloten. Dat lukt nooit op de houten zolen uit die tijd. Wij lopen op onze Nikes die afstand tijdens de Nijmeegse Vierdaagse. Mooi landschap, 's avonds een hotelletje. Maar dat werkte zo niet in het hoogland van Anatolië. Twintig kilometer per dag, meer zal Paulus niet gelopen hebben. Alleen al te voet is hij in totaal een jaar onderweg geweest. En dan is hij nog ziek geweest, dat kun je afleiden uit Galaten 4:13. Verbaast me niets. Het kan daar in de hooglanden stevig vriezen. De zendingsreizen zijn wel anders beschreven dan de zeereis naar Rome. Heel kort, zakelijk. Maar toch komen er interessante vragen boven. Waarom reisde Paulus niet langs de kust, maar trok hij de binnenlanden van Galatië in, naar onbetekenende plaatsjes als Lystre en Derbe? Ik denk...” Dit wordt weer een compleet verhaal.
|