Recensie door dr. M. J. Paul - 23 augustus 2000
Pleidooi voor moderne bijbelwetenschap
Stevige stellingen
uit Groningen
In zijn boek Wie God verlaat heeft niets te vrezen zet Maarten 't Hart zich voor de zoveelste keer af tegen zijn orthodox gereformeerde opvoeding. Dit was volgens dr. C. J. Labuschagne niet nodig geweest als de bekende schrijver zijn licht had opgestoken bij de verworvenheden en inzichten van het moderne bijbelonderzoek. Als hij dat had gedaan, hoefde hij zich niet langer te keren tegen een aantal verwerpelijke orthodoxe imago's van God, want die zeggen nog niets over God Zelf.
Dr. Labuschagne heeft als lector en hoogleraar Oude Testament aan de Rijksuniversiteit te Groningen diverse boeken op zijn naam staan waarmee hij het gewone kerkvolk wil bereiken. Hij vindt het niet juist dat er een grote scheiding is tussen de wetenschappelijke bestudering van de Bijbel en de manier waarop de Bijbel in kerk en gemeente gebruikt wordt. Daarom schreef hij eerder: Wat zegt de bijbel in Gods naam?, Gods oude plakboek en Zin en onzin over God. Aan deze trilogie voegt hij nu een nieuw boek toe met de titel Zin en onzin rond de bijbel.
De auteur beschrijft het proces van voortdurende confrontatie tussen traditionele bijbelopvattingen en de visie op de Bijbel die de bijbelwetenschap ons aanreikt. Hij voert een hernieuwd pleidooi om de moderne bijbelwetenschap serieus te nemen en haar resultaten te integreren in de bijbelbeschouwing en de daaruit voorvloeiende persoonlijke geloofsvoorstellingen. Door de Bijbel anders te lezen dat wil zeggen: niet meer naïef, maar kritisch en met verstand kunnen wij volledig modern mens zijn en tegelijkertijd in God (blijven) geloven.
Stelling
Zoals al blijkt uit de titels van zijn boeken, aarzelt de auteur niet om krachtig stelling te nemen. Ook in deze uitgave komen talrijke stelligheden naar voren die men van een wetenschapper niet zo gauw zou verwachten. Om er enkele te noemen: Naar mijn inzicht moeten alle misvattingen omtrent de bijbel geweten worden aan de traditionele fundamentalistische visie op de bijbel, en Naar mijn mening vormt het fundamentalisme in onze tijd een van de grootste bedreigingen voor de wereldvrede.
De voorstelling dat God regelrecht sprak tot mensen, ook tot profeten, is volgens Labuschagne onjuist: De godsspraakformules en de van God gebruikte directe rede zijn de literaire inkleding, de concrete vorm waarmee aan het geloof in God in de taal gestalte wordt gegeven. God sprak bij wijze van spreken. Bij de profeten moeten we dan ook niet aannemen dat zij de toekomst voorspeld hebben. Erger nog, men heeft zich laten wijsmaken dat de profeten over de hoofden van hun tijdgenoten heen voorspellingen hebben gedaan die op onze tijd betrekking hebben. De bijbelse toekomstvisie verkeert niet in de ban van doemdenken en ondergang, maar staat volledig in het teken van hoop voor de wereld.
Kuitert en Den Heyer
Wie zulke uitspraken doet en daarmee zeer selectief de Bijbel benadert, zal geen halt houden bij het hart van het Evangelie. Inderdaad komen we Kuitert en Den Heyer tegen als auteurs die een betere weg wijzen dan de gangbare orthodoxie. Zo komt het tot de opvatting dat Jezus Zijn gevangenneming en terechtstelling vermoedelijk heeft zien aankomen, maar deze niet geduid als een door God verlangd zoenoffer. De gedachte dat God eerst bloed moet zien om te kunnen vergeven, zou voor Jezus onvoorstelbaar geweest zijn. Daarom kan in het avondmaal beter niet meer het verzoenend lijden en sterven centraal staan, maar de viering van de gedachtenis van het martelaarschap van Jezus in het belang van het godsrijk: een Messiaans lijden en sterven.
Door zulke aanstootgevende uitspraken is het moeilijk de betere passages in dit boekje te waarderen. Het zou niet moeilijk zijn nog een poosje door te gaan met citeren. Steeds beroept Labuschagne zich op de bijbelwetenschap. Ik zou willen zeggen: op de hoofdstroom van de West-Europese bijbelwetenschap. Gelukkig zijn er wereldwijd duizenden bijbelwetenschappers die er anders over denken. Alleen daarom al zouden wat meer nuanceringen op hun plaats zijn.
Wie de gangbare wetenschap over zijn geloof laat heersen, verliest heel veel. Natuurlijk kan dat restant bevrijdend genoemd worden. Wat dat betreft behoeven we niet te twijfelen aan de goede bedoelingen van de auteur. De norm ligt echter niet in onze vrijheid of in onze wetenschap, maar in God Zelf. Wie als rechter bepaalt wat zin en onzin is, loopt grote kans een vergissing te maken.
|