Boekrecensie |
Titel: Hervormd in St. Petersburg, 1717-1927 Redactie: P. N. Holtrop Uitgeverij: Boekencentrum Zoetermeer, 1999 ISBN 90 239 0697 7 Pagina's: 169 Prijs: 37,50
|
Recensie door W. B. Kranendonk - 7 juni 2000
Beloofde 'eeuwige' godsdienstvrijheid in 1924 ten einde
Hollandse hervormden in RuslandEen kerk die in effecten handelt, kan behoorlijk in de problemen komen. Dat ondervond de Hollandse hervormde kerk in St.-Petersburg. In juli 1919 verklaarde de Russische regering het kerkelijk effectenbezit tot staatseigendom. Drs. Th. J. S. van Staalduine reconstrueerde de neergang van de Hollandse gemeente in de Russische stad. In samenwerking met archivarissen uit Nederland en Rusland voert de Theologische Universiteit van Kampen het project De geschiedenis van de Hollandse Hervormde Kerk te St.-Petersburg, 1717-1727 uit onder leiding van de gereformeerde hoogleraar dr. P. N. Holtrop. Samen met de gereformeerde predikant drs. Van Staalduine en oud-uitgever G. Brinkman redigeerde de Kamper theoloog een bundel opstellen waarin de eerste resultaten van het onderzoek worden geboden. De geschiedenis van de Nederlandse kerk in de stad aan de Neva gaat terug op de inspanningen van tsaar Peter de Grote (1682-1727). Tijdens een bezoek aan ons land raakte hij overtuigd van de kunde van Hollandse vaklieden. Daarom deed hij er alles aan om Nederlanders over te halen naar zijn land te komen. Hij had hen nodig voor de opbouw van de stad die hij als nieuwe hoofdstad aan de oevers van de Neva wilde doen verrijzen. De immigranten kregen bij het Manifest van 1702 eeuwige vrijheid van godsdienst. Die bijzondere positie behielden de Hollanders, samen met andere WestEuropeanen, tot de communistische machtsovername. Toch ging niet alles van een leien dakje. De bundel van Holtrop c.s. beschrijft de moeiten met het beroepen en de overkomst van predikanten. De zin om naar het Oosten te trekken was bij de Hollanders niet groot. In de achttiende eeuw werd de Nederlandse gemeente niet door Hollandse predikanten maar door Duitse gediend. August Hermann Francke bevestigde in 1710 in Halle twee kandidaten die vervolgens naar Rusland vertrokken. Het traktement van de voorgangers werd grotendeels betaald uit de belasting die Nederlandse schepen moesten betalen als ze de plaats Kronstadt passeerden.
Conflicten De positie van de Nederlandse gemeente bleef die van een vreemde eend in de bijt. Het was een kerk voor Nederlanders. Russen sloten zich nauwelijks aan, tenzij ze door huwelijksbanden aan de gemeente verbonden raakten. Evangelisatiewerk onder de Russische bevolking was de gemeente niet toegestaan. Al spoedig na de Russische Revolutie van 1917 merkte de Hollandse gemeente dat de beloofde altijddurende godsdienstvrijheid beperkt was. In 1920 werd de kluis geplunderd. Protesten van de Nederlandse overheid mochten niet baten. Kort nadien schreef de communistische regering een wijziging in het kerkbestuur voor. Twintig gemeenteleden bepaalden het beleid, zij het dat de eerste tijd nog veel in goede verstandhouding werd beslist. Na 1924 dunde de gemeente uit, mede doordat veel Hollanders naar hun oude vaderland terugkeerden. Na 1927 was de gemeente verdwenen.
Rusluie Jammer is dat in geen van de opstellen wordt ingegaan op de huisgodsdiensten die in de tweede helft van de 19e eeuw in St.-Petersburg juist onder protestantse buitenlanders werden gehouden. Zij vormen een van de wortels van de evangelische beweging die zich tot op de dag van vandaag in Rusland manifesteert in bijvoorbeeld de baptistenkerken. Ook de relatie met de bekende Rusluie uit Vriezenveen zou meer aandacht verdienen. Voor de onderzoekers dus nog genoeg stof om een vervolgbundel samen te stellen.
|